AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Prejudiciële vragen inzake inzage in dossierstukken na afloop van jeugdprocedures
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2023 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van een inmiddels meerderjarige verzoeker, die inzage vroeg in alle stukken uit de dossiers van procedures die over hem hebben plaatsgevonden toen hij minderjarig was. De rechtbank heeft prejudiciële vragen geformuleerd aan de Hoge Raad over de wettelijke basis voor inzage in dossierstukken na afloop van een procedure, en of minderjarigen die tijdens de procedure belanghebbend waren, recht hebben op inzage zodra zij meerderjarig zijn. De rechtbank constateert dat er onduidelijkheden bestaan in de rechtspraktijk over het recht op inzage en afschrift van dossierstukken, vooral in het kader van familie- en jeugdprocedures. De vragen die aan de Hoge Raad zijn gesteld, betreffen onder andere de mogelijkheid van inzage in stukken die niet van vonnissen of beschikkingen zijn, en de noodzaak om privacybelangen van betrokkenen te waarborgen. De rechtbank heeft de verzoeker in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het voornemen om deze vragen te stellen, en heeft verdere beslissingen in de zaak aangehouden.
Voetnoten
1.Zie ARRvS 13 maart 1986, AB 1987, 65, m.nt. J.E. Doek; zie voorts J.E. Doek, ‘Afschrift op drift’,
2.Zie hierover ook B.E.S. Chin-A-Fat, Groene Serie Personen- en familierecht, aantekening 1 bij art. 811 Rv, Kluwer, Commentaar bijgewerkt tot 1 januari 2017.
3.Zie onder meer E.L. Schaafsma-Beversluis, Groene Serie Personen- en familierecht, aantekening 4 bij art. 290 Rv, Kluwer, Commentaar bijgewerkt tot 27 september 2013.
4.Met name binnen de expertgroep jeugdrechters, een landelijk overlegorgaan van jeugdrechters en raadsheren belast met de behandeling van jeugdzaken heeft men zich hierover de afgelopen tijd gebogen.
5.Zie over de procespositie van minderjarigen in civiele jeugdzaken ook Hoge Raad 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3535. Voor minderjarigen van twaalf jaar en ouder geldt overigens al enige tijd dat aan hen op grond van het procesreglement civiel jeugdrecht een eigen kopie van het verzoekschrift met alle bijlagen wordt verstrekt (zie art. 2.2 van genoemd procesreglement). 6.Zie in dit verband onder meer EHRM 7 juli 1989 NJ 1991 nr. 659 (Gaskin), EHRM 7 februari 2002, nr. 53176/99 (Mikulić/Kroatië), EHRM 13 februari 2003, nr. 42326/98 (Odièvre/Frankrijk)
8.EHRM 7 juli 1989 NJ 1991 nr. 659 (Gaskin)