ECLI:NL:RBROT:2023:13020

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
4 april 2024
Zaaknummer
C/10/669130 / KG ZA 23-1035
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het uitvoeren van werkzaamheden bij verstek toegewezen in kort geding

In deze zaak, die op 22 december 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2] een kort geding aangespannen tegen gedaagden [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.M. Thomas, vorderden dat gedaagden zouden worden veroordeeld om binnen een maand na betekening van het vonnis deugdelijke werkzaamheden te laten uitvoeren aan hun woning in Rotterdam, om lekkages te verhelpen. Gedaagden zijn niet verschenen, waardoor verstek tegen hen is verleend.

De procedure begon met een dagvaarding op 19 november 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 8 december 2023, waarbij alleen de eisers aanwezig waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van spoed, waardoor de eis in kort geding kon worden toegewezen. De rechter oordeelde dat de vordering van eisers niet onrechtmatig of ongegrond was, en wees de gevorderde werkzaamheden toe.

Eisers vorderden ook buitengerechtelijke incassokosten, maar deze werden afgewezen omdat niet was voldaan aan de wettelijke vereisten. De proceskosten aan de zijde van eisers werden vastgesteld op € 1.141,57, en gedaagden werden veroordeeld in deze kosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat gedaagden onmiddellijk aan de veroordeling moesten voldoen, ondanks mogelijke hoger beroep.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/669130 / KG ZA 23-1035
Vonnis in kort geding van 22 december 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
woonplaats: Rotterdam,
eisers,
advocaat mr. A.M. Thomas,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2.
[gedaagde 2],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagden,
niet verschenen.
Partijen worden hierna [eiser 1] c.s. en [gedaagde 1] c.s. genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de dagvaarding van 19 november 2023, met 13 producties.
Productie 12 (usb-stick met beelden) is niet in het bezit van de rechtbank en maakt daarom geen onderdeel uit van het dossier.
1.2.
Op 8 december 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. [eiser 1] c.s. zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaat. [gedaagde 1] c.s. zijn niet verschenen. Tegen [gedaagde 1] c.s. is verstek verleend.

2.De vordering

2.1.
[eiser 1] c.s. vorderen bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
  • [gedaagde 1] c.s. te veroordelen om uiterlijk binnen één maand na betekening van dit vonnis, zodanige deugdelijke werkzaamheden te laten uitvoeren aan de woning aan de [adres 1] in Rotterdam door een gecertificeerd bedrijf en in overleg met [gedaagde 1] c.s., waardoor geen lekkages meer kunnen ontstaan in de woning aan het adres aan de [adres 2] in Rotterdam, op straffe van een dwangsom van €250,00 per dag dat [gedaagde 1] c.s. in gebreke blijven met een maximum van € 15.000,00;
  • [gedaagde 1] c.s. te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 925,00;
  • [gedaagde 1] c.s. te veroordelen in de proceskosten, als ook de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten, voor zover deze niet uiterlijk binnen 14 dagen van het vonnis zijn voldaan.
2.2.
Ter toelichting op hun vordering hebben [eiser 1] c.s. - zakelijk weergegeven en voor zover van belang - het volgende toegelicht. Begin 2023 is er op het balkon een nieuwe overkapping geplaatst en sindsdien loopt het water over de muren naar beneden. Het komt op dit moment uit het plafond in de woonkamer. [gedaagde 1] c.s. hebben eerder toegezegd de lekkage te gaan verhelpen maar maken tot op heden niet concreet wanneer de lekkage wordt verholpen.

3.De beoordeling

3.1.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten (artikel 254 lid 1 Rv). Uit de stellingen van [eiser 1] c.s. volgt dat deze spoed aanwezig is. De eis wordt toegewezen omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond is (artikel 139 Rv), voor zover hierna niet anders blijkt.
3.2.
De voorzieningenrechter wijst de gevorderde buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 925,00 af nu niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek.
3.3.
[eiser 1] c.s. krijgen gelijk. [gedaagde 1] c.s. moeten daarom de proceskosten betalen. De kosten aan de kant van [eiser 1] c.s. worden vastgesteld op € 130,57 dagvaardingskosten, € 314,00 aan griffierecht en € 697,00 aan salaris voor de advocaat. Dit is totaal € 1.141,57. Hier kan nog een bedrag aan nakosten bijkomen. Uit het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853, specifiek overweging 2.3, leidt de voorzieningenrechter af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en de wettelijke rente daarover.
3.4.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde 1] c.s. om uiterlijk binnen één maand na betekening van dit vonnis door een gecertificeerd bedrijf en in overleg met [eiser 1] c.s. deugdelijke werkzaamheden te laten uitvoeren aan de woning aan de [adres 1] in Rotterdam waardoor geen lekkages meer kunnen ontstaan in de woning aan het adres aan de [adres 2] in Rotterdam, op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag dat [gedaagde 1] c.s. nalaat om de lekkage deugdelijk te herstellen, tot een maximum van € 15.000,00;
4.2.
veroordeelt [gedaagde 1] c.s. in de proceskosten, aan de kant van [eiser 1] c.s. tot vandaag vastgesteld op € 1.141,57;
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst al het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Mendlik en in het openbaar uitgesproken.
3489/3577