In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 20 december 2023 een mondelinge uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, waarbij de man verzocht om voorlopige voorzieningen met betrekking tot de minderjarige kinderen. De man en vrouw zijn op 24 februari 2008 in Eritrea getrouwd en hebben drie minderjarige kinderen. De vrouw heeft een verzoek tot echtscheiding ingediend, en de rechtbank heeft de verzoeken van de man en vrouw beoordeeld. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2023 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en was ook de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen aan de vrouw worden toevertrouwd, en de man is verplicht om € 50,- per maand per kind te betalen als kinderalimentatie. Het verzoek van de man om een zorgregeling is afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat het in het belang van de minderjarigen is om eerst hulpverlening te bieden aan zowel de man als de vrouw. De rechtbank heeft ook een informatieregeling vastgesteld, waarbij de vrouw de man om de twee maanden op de hoogte moet houden van de ontwikkelingen van de minderjarigen. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. H.C.A. de Groot.