ECLI:NL:RBROT:2023:13088

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
11 maart 2025
Zaaknummer
10234409 CV EXPL 22-37540
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en oplevering van een ruimte met geldautomaat

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Marcan Vastgoed B.V. en Geldmaat B.V. over de oplevering van een gehuurde ruimte waarin een geldautomaat is gevestigd. Marcan, de verhuurder, vorderde dat Geldmaat, de opvolgend huurder, de ruimte per 30 juni 2023 zou opleveren volgens specifieke voorwaarden die in een brief van 13 juni 2019 aan de vorige huurder, Abn Amro Bank N.V., waren vastgelegd. Marcan stelde dat Abn Amro akkoord was gegaan met deze voorwaarden, die onder andere inhielden dat de geldautomaat verwijderd moest worden en de pui op een bepaalde manier hersteld moest worden. Geldmaat betwistte echter dat er een overeenkomst was over deze aanvullende voorwaarden en stelde dat de eis van Marcan afgewezen moest worden.

Tijdens de mondelinge behandeling op 15 maart 2023 werd de zaak besproken. De kantonrechter oordeelde dat er geen uitdrukkelijke instemming van Abn Amro met het etalageplan was, en dat Marcan niet voldoende had aangetoond dat Abn Amro akkoord was gegaan met de aanvullende voorwaarden. De kantonrechter concludeerde dat Marcan niet kon eisen dat Geldmaat de ruimte opleverde conform het etalageplan, en wees de vordering van Marcan af. Tevens werd Marcan veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van Geldmaat tot dat moment waren vastgesteld op € 792,-. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Marcan de proceskosten moest betalen, ook als er hoger beroep werd aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10234409 CV EXPL 22-37540
datum uitspraak: 12 mei 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
de besloten vennootschap
Marcan Vastgoed B.V.,
vestigingsplaats: Barendrecht,
eiseres,
gemachtigde: mr. Th. C. Visser te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap
Geldmaat B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.H. Adema te Utrecht.
De partijen worden hierna Marcan en Geldmaat genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 28 november 2022;
  • de akte met de bijlagen van Marcan;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de spreekaantekeningen van beide partijen.
1.2.
Op 15 maart 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over
2.1.
Marcan verhuurt aan Geldmaat de ruimte aan [adres] (hierna: het gehuurde). In het gehuurde is een geldautomaat gevestigd. Aanvankelijk huurde Abn Amro Bank N.V. (hierna: Abn Amro) de ruimte van Marcan maar Geldmaat is door een contractsovername huurder geworden. De contractsovername is getekend op 25 respectievelijk 27 juni 2019. De rechten en verplichtingen uit de huurovereenkomst zijn hierdoor van Abn Amro overgegaan op Geldmaat. De huurovereenkomst eindigt op 30 juni 2023. Marcan beroept zich wat betreft de oplevering van het gehuurde op een brief van haar gemachtigde aan Abn Amro van 13 juni 2019 met bijlage met daarin nadere afspraken over de wijze van opleveren van het gehuurde (het etalageplan) [1] . Kort gezegd moet volgens dit plan de geldautomaat worden verwijderd en de pui op een in het plan aangegeven wijze worden hersteld. Marcan stelt zich op het standpunt dat Abn Amro, van wie Geldmaat de (huur)rechten en verplichtingen heeft overgenomen, akkoord is gegaan met deze aanvullende voorwaarden voor de oplevering. Omdat Geldmaat aan Marcan heeft laten weten het gehuurde niet overeenkomstig het etalageplan te zullen opleveren vordert Marcan nakoming van de afspraken over de oplevering.
Wat eist Marcan
2.2.
Marcan eist samengevat:
- Geldmaat te veroordelen tot oplevering van het gehuurde per 30 juni 2023
overeenkomstig het bepaalde in de brief van 13 juni 2019 met bijlage, een en ander op last van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat Geldmaat niet aan deze veroordeling voldoet;
- Geldmaat te veroordelen in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
Geldmaat stelt zich op het standpunt dat de eis moet worden afgewezen.
Brief van 13 juni 2019
2.3.
Zoals hiervoor al besproken stelt Marcan dat zij met Abn Amro specifieke afspraken heeft gemaakt over de wijze van opleveren van het gehuurde die zijn vastgelegd in de brief van 13 juni 2019 met bijlage. De brief met bijlage is per post aan Abn Amro gestuurd en ook als bijlage bij een e-mail aan [naam], een medewerker van Abn Amro. De e-mail ging over de allonge waarin de afspraken over de contractsovername zijn opgenomen. Abn Amro heeft de allonge getekend en aan Marcan geretourneerd. Zij heeft daarbij niet concreet gereageerd op de als bijlage bij de e-mail meegezonden brief van 13 juni 2019. Hieruit mag een stilzwijgende instemming van Abn Amro met het etalageplan (de wijze van opleveren van het gehuurde) worden begrepen, aldus Marcan.
2.4.
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. De brief van Marcan van 13 juni 2019 geldt als een aanbod. Geldmaat betwist dat de brief van Marcan haar rechtsvoorgangster Abn Amro heeft bereikt. De gemachtigde van Marcan heeft echter tijdens de mondelinge behandeling op haar laptop de e-mailcorrespondentie laten zien die ook in haar spreekaantekeningen is gekopieerd. Hoewel daaruit niet met 100% zekerheid kan worden geconcludeerd dat de e-mail met als bijlage de brief van 13 juni 2019 [naam] heeft bereikt, acht de kantonrechter dit wel voldoende aannemelijk en geldt dit voor de verdere beoordeling als uitgangspunt. Hierbij heeft de kantonrechter in aanmerking genomen dat verstuurde e-mails in het algemeen bij de geadresseerde aankomen.
2.5.
Partijen zijn het erover eens dat een uitdrukkelijk akkoord met het etalageplan, schriftelijk of mondeling, van de kant van Abn Amro ontbreekt. Aanvaarding van een aanbod of voorstel kan ook besloten liggen in één of meerderde gedragingen van in dit geval Abn Amro. Volgens Marcan volgt de aanvaarding van het etalageplan door Abn Amro uit de omstandigheid dat Abn Amro na ontvangst van de e-mail aan [naam] (met als bijlage de brief van 13 juni 2019 en het etalageplan) akkoord is gegaan met de allonge zonder afwijzing van de rest. Abn Amro is niet op de meegestuurde brief met bijlage ingegaan. Marcan meent dat het op de weg van Abn Amro had gelegen om na ontvangst van de brief met bijlage uitdrukkelijk kenbaar te maken dat zij niet akkoord was met de daaruit volgende aanvullende voorwaarden voor oplevering van het gehuurde.
2.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan instemming van Abn Amro met het etalageplan (de aanvullende voorwaarden voor oplevering) echter niet worden afgeleid uit het enkele niet reageren op het voorstel van Marcan. In de gegeven omstandigheden had het juist op de weg van Marcan gelegen om zich ervan te verzekeren dat Abn Amro met aanvullende voorwaarden voor oplevering akkoord was en een dergelijke instemming schriftelijk vast te leggen (bijvoorbeeld in de door partijen te tekenen allonge). Dit geldt te meer omdat met de aanvullende voorwaarden (het aanpassen van de pui na afloop van de huur) een substantieel bedrag gemoeid is dat ver uitstijgt boven de kosten die moeten worden gemaakt bij oplevering van het gehuurde volgens de bepalingen van de huurovereenkomst. Marcan heeft ook niet goed kunnen uitleggen waarom zij de aanvullende voorwaarden voor oplevering, waar zij kennelijk belang in stelde, niet in de allonge heeft opgenomen. In dat geval waren die voorwaarden, en het financiële belang dat ermee gemoeid is, tussen partijen onderwerp van gesprek geworden en had ook Geldmaat daar kennis van kunnen nemen.
Conclusie
2.7.
Het voorgaande leidt ertoe dat, anders dan Marcan meent, niet kan worden geconcludeerd dat Abn Amro heeft ingestemd met de voorgestelde nadere afspraken over de oplevering van het gehuurde. Dit betekent dus ook dat Marcan van Geldmaat als opvolgend huurder niet kan verlangen dat zij het gehuurde conform het etalageplan oplevert. De vordering van Marcan wordt daarom afgewezen.
Proceskosten
2.8.
Marcan krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Geldmaat tot vandaag vast op € 792,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 396,-). Voor kosten die Geldmaat maakt na deze uitspraak moet Marcan een bedrag betalen van € 132,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen wanneer de uitspraak door een deurwaarder wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover echter niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853). De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals hierna bepaald.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv) voor zover het de proceskosten betreft. Dit betekent dat die kosten moeten worden betaald ook wanneer van dit vonnis in hoger beroep wordt gegaan (hoger beroep schort de uitvoerbaarheid van het vonnis niet op).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering van Marcan af;
3.2.
veroordeelt Marcan in de proceskosten die aan de kant van Geldmaat tot vandaag worden vastgesteld op € 792,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van betaling;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Langeler en in het openbaar uitgesproken.
540

Voetnoten

1.Als hierna wordt gesproken over de brief van Marcan van 13 juni 2019 wordt de brief van haar gemachtigde bedoeld.