Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 november 2022;
- de akte met de bijlagen van Marcan;
- het antwoord, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van beide partijen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Marcan Vastgoed B.V. en Geldmaat B.V. over de oplevering van een gehuurde ruimte waarin een geldautomaat is gevestigd. Marcan, de verhuurder, vorderde dat Geldmaat, de opvolgend huurder, de ruimte per 30 juni 2023 zou opleveren volgens specifieke voorwaarden die in een brief van 13 juni 2019 aan de vorige huurder, Abn Amro Bank N.V., waren vastgelegd. Marcan stelde dat Abn Amro akkoord was gegaan met deze voorwaarden, die onder andere inhielden dat de geldautomaat verwijderd moest worden en de pui op een bepaalde manier hersteld moest worden. Geldmaat betwistte echter dat er een overeenkomst was over deze aanvullende voorwaarden en stelde dat de eis van Marcan afgewezen moest worden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 maart 2023 werd de zaak besproken. De kantonrechter oordeelde dat er geen uitdrukkelijke instemming van Abn Amro met het etalageplan was, en dat Marcan niet voldoende had aangetoond dat Abn Amro akkoord was gegaan met de aanvullende voorwaarden. De kantonrechter concludeerde dat Marcan niet kon eisen dat Geldmaat de ruimte opleverde conform het etalageplan, en wees de vordering van Marcan af. Tevens werd Marcan veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van Geldmaat tot dat moment waren vastgesteld op € 792,-. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Marcan de proceskosten moest betalen, ook als er hoger beroep werd aangetekend.