Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Parckhoeve Schiedam B.V.,
1..Parckhoeve Schiedam B.V.,
1..De procedure in de hoofdzaak
- de dagvaarding van 26 april 2022, met bijlagen;
- de incidentele conclusie van Parckhoeve Schiedam en [gedaagde01] tot oproeping in vrijwaring, alsmede conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident;
- het verzoek ex artikel 223 Rv van Parckhoeve Rijnmond;
- het vonnis in het incident van 9 september 2022;
- de conclusie van antwoord inzake het verzoek ex artikel 223 Rv;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte tot wijziging/vermeerdering van eis in conventie;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de antwoordakte vermeerdering van eis in conventie tevens overlegging producties in conventie en reconventie.
2..De procedure in de vrijwaringszaak
- de dagvaarding van 27 september 2022, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlage;
- de door Parckhoeve Schiedam en [gedaagde01] bij brief van 21 november 2022 toegestuurde producties 8, 9 en 10.
- namens Parckhoeve Schiedam [naam01] (met een volmacht van [naam02] , bestuurder), bijgestaan door de gemachtigde;
- namens Parckhoeve Rijnmond en voor zichzelf [gedaagde01] , bijgestaan door de gemachtigde;
- namens [gedaagde02] [naam03] (met een volmacht), bijgestaan door de gemachtigde.
3..De feiten
op het standpunt staat dat er een drie partijen overeenkost is in deze tussen [gedaagde02][ [gedaagde02] , ktr]
, [naam01][ [naam01] , ktr]
en [gedaagde01] , waarbij [gedaagde01] en of zijn vennootschap geen huur hoefde te betalen voor de horeca zaak en de aparte bovenwoning op de [adres01] , dat is niet wat ik begrepen heb bij de afspraken waarbij ik aanwezig was. Ik heb ook niet begrepen ,afgesproken of bedoeld, dat ik Ipv [gedaagde01] jarenlang zijn huur zou betalen, immers ik was geen huurder of bewoner vh pand. Ik heb mijzelf wel borg gesteld voor de huur betalingen ,daar partijen elkaar niet goed kenden. (…)
4..Het geschil
- de huurovereenkomst betreffende het gehuurde te ontbinden;
- Parckhoeve Schiedam te veroordelen het gehuurde te ontruimen;
- Parckhoeve Schiedam en [gedaagde01] hoofdelijk te veroordelen aan haar te betalen € 173.432,44 plus de contractuele boete van 1% per maand;
- Parckhoeve Schiedam en [gedaagde01] hoofdelijk te veroordelen om met ingang van september 2022 tot de dag van ontruiming van het gehuurde aan haar te betalen € 3.333,- per maand;
- Parckhoeve Schiedam en [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- voor recht te verklaren dat Parckhoeve Rijnmond tekort is geschoten in haar verplichtingen (het nakomen van het recht van koop);
- Parckhoeve Rijnmond te veroordelen aan haar een schadevergoeding te betalen, nader op te maken bij staat;
- Parckhoeve Rijnmond te veroordelen aan haar te betalen een voorschot op de schadevergoeding van € 125.000,-;
- te verklaren voor recht dat de huurkorting over de periode van maart 2020 tot en met maart 2022 wordt vastgesteld op een nader te bepalen bedrag;
- Parckhoeve Rijnmond te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- [gedaagde02] te veroordelen om aan hen te betalen datgene waartoe zij in de hoofdzaak jegens Parckhoeve Rijnmond mochten worden veroordeeld;
- [gedaagde02] te veroordelen in de proceskosten, met rente.
- Parckhoeve Schiedam en [gedaagde01] te veroordelen om, ingeval aan de veroordeling tot betaling van € 4.108,25 niet wordt voldaan, na behoorlijke ingebrekestelling met een termijn van vijf dagen om alsnog te betalen, het gehuurde te ontruimen;
- Parckhoeve Schiedam en [gedaagde01] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten.
5..De beoordeling
“per kalendermaand bedraagt de huur”(met vermelding “P.M.”) en in artikel 4.6 staat dat de eerste betaling van huurder betrekking heeft op de periode van 1 maart 2018 tot en met 31 maart 2018. Het is daarom aannemelijk dat partijen de bedoeling hebben gehad dat de overeengekomen bedragen per maand moeten worden betaald. Omdat geen enkele aanwijzing in de huurovereenkomst staat over de vervaldag van deze maandelijkse betalingsverplichting, komt het bij de uitleg daarover aan op een aanvulling van de huurovereenkomst op grond van artikel 6:248 lid 1 BW. Parckhoeve Rijmond heeft er terecht op gewezen dat het de gewoonte is dat een huurprijs bij vooruitbetaling verschuldigd is. De kantonrechter oordeelt daarom dat Parckhoeve Rijnmond de in artikel 4.1B overeengekomen huur maandelijks bij vooruitbetaling had moeten betalen. Die betalingsverplichting geldt ook bij gebrek aan facturen van Parckhoeve Rijnmond. De betalingsverplichting volgt immers uit de huurovereenkomst. Niet gebleken is dat partijen