Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 oktober 2022, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de repliek;
- de dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Stichting ServiceOrganisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) een rechtszaak aangespannen tegen [gedaagde01] wegens het tanken zonder betaling op 15 januari 2020. De eiseres, SODA, stelt dat [gedaagde01] als bestuurder van de bestelauto verantwoordelijk is voor de schade die het tankstation heeft geleden, bestaande uit € 8,50 aan brandstofkosten en € 131,00 aan forfaitaire kosten, totaal € 139,50. SODA eist daarnaast wettelijke rente en vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, evenals proceskosten en nakosten.
[gedaagde01] verzet zich tegen de eis en stelt dat haar ex-partner, de heer [naam01], degene is die zonder te betalen heeft getankt. [gedaagde01] heeft bewijs in de vorm van camerabeelden dat haar ex-partner de bestuurder was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat SODA niet voldoende heeft aangetoond dat het onrechtmatig handelen aan [gedaagde01] kan worden toegerekend. De rechter concludeert dat de schade niet aan [gedaagde01] kan worden toegerekend, aangezien de bestuurder op het moment van de brandstofdiefstal niet [gedaagde01] maar [naam01] was.
De eis van SODA wordt afgewezen en SODA wordt veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde01], die tot op heden op nihil zijn vastgesteld. De uitspraak is gedaan door mr. E.I. Mentink en openbaar uitgesproken op 17 februari 2023.