Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Stichting Vestia,
[bedrijf]in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[naam persoon],
2 [gedaagde 2] ,
1.De procedure
- de dagvaardingen van 12 oktober 2022, met bijlagen;
- de dagvaarding van 21 oktober 2022, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge verweer van 3 november 2022;
- de akte van 4 januari 2023 van de zijde van Hef Wonen, met bijlagen;
- het e-mailbericht van 16 januari 2023 van de zijde van [gedaagde 2] .
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen aan haar te betalen € 3.280,99 met rente;
- [gedaagde 2] te veroordelen aan haar te betalen € 2.227,23;
- de huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde 2] te veroordelen om het gehuurde binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen;
- [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van de lopende huur vanaf de maand november 2022;
- [gedaagde 1] c.s. te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.