Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 17 oktober 2022, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge verweer van 7 december 2022.
2..De feiten
De huurprijs van € 900,00 per maand, afgesproken per 1 november 2018, is niet redelijk. Een huurprijs van € 483,11 per maand is wel redelijk.(…)”.
1. Verhuurder(s): Diegene(n) die uit hoofde van de bijgevoegd huurovereenkomst als verhuurder(s) heeft/hebben te gelden.
4.10. Uit wat hiervoor is geoordeeld, volgt dat de huurprijs van het gehuurde met ingang van 1 november 2018 € 483,11 bedraagt. [naam02] heeft over de periode van 1 november 2018 tot en met 30 april 2020 maandelijks een bedrag van € 900,- aan kale huur betaald. Daarna heeft hij de maximaal redelijke huurprijs van € 483,11 per maand betaald. Dit betekent dat hij gedurende achttien maanden een bedrag van € 416,89 per maand te veel heeft betaald. Over deze gehele periode is dat een totaalbedrag van € 7.504,02.(…)”
4.15. De kantonrechter oordeelt dat [naam02] daarom, om op eigen naam op grond van artikel 17 van de akte van cessie de vordering te innen, in de dagvaarding had moeten stellen dat hij dat ten behoeve van Bumarang deed. Nu hij dat niet heeft gedaan, zal hij in zijn vordering tot restitutie van de teveel betaalde huur niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit neemt overigens niet weg dat de (huidige) eigenaar van de vordering jegens [gedaagde01] aanspraak kan maken op de teveel betaalde huur. De kantonrechter kan [gedaagde01] daar echter niet toe veroordelen, nu dat niet is gevorderd.(…)”
3..Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 8.254,22 met rente;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
NJ1987/530).