ECLI:NL:RBROT:2023:1411

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
C/10/647408 / HA ZA 22-899
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident over toegang tot financiële administratie en verbod op aannemen personeel

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een incident dat voortvloeit uit een geschil tussen aandeelhouders van de besloten vennootschap Jet Group B.V. De eiseres, aangeduid als [eiseres01], heeft vorderingen ingesteld tegen Saglambilek Holding B.V. en andere gedaagden, met als doel toegang te verkrijgen tot de financiële administratie en bankomgeving van Jet Group c.s. en een verbod op het aannemen van personeel zonder goedkeuring van de aandeelhouders. De rechtbank heeft de incidentele vorderingen afgewezen, waarbij zij oordeelde dat [eiseres01] geen spoedeisend belang heeft aangetoond voor toegang tot de administratie, gezien het langdurige aandeelhoudersgeschil en het feit dat zij al geruime tijd geen bestuurder meer is. De rechtbank concludeerde dat het niet in het belang van Jet Group c.s. is om een minderheidsaandeelhouder toegang te geven tot de volledige financiële administratie, vooral gezien de conflicten tussen de partijen. Daarnaast werd de vordering tot het verbieden van het aannemen van personeel afgewezen, omdat [eiseres01] niet heeft onderbouwd dat zij schade heeft ondervonden van de vermeende schending van de aandeelhoudersovereenkomst. De rechtbank heeft [eiseres01] veroordeeld in de proceskosten van het incident.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/647408 / HA ZA 22-899
Vonnis in incident van 22 februari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres01],
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. M.J. Elkhuizen te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAGLAMBILEK HOLDING B.V.,
gevestigd te Leerdam,
gedaagde sub 1.,
verweerster in het incident,
advocaat mr. G.R.G. Driessen te Rotterdam,
en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JET GROUP B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADCALLS B.V.,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SALES CARE B.V.,
alle gevestigd te Utrecht,
gedaagden sub 2. t/m 4.,
verweersters in het incident,
advocaat mr. J.P. van Veenendaal te Den Haag.
Partijen worden hierna afzonderlijk [eiseres01] , Saglambilek Holding, Jet Group, Adcalls en Sales Care genoemd. Jet Group, AdCalls en Sales Care worden gezamenlijk aangeduid als Jet Group c.s.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen tevens houdende incidentele vordering ex artikel 223 en 222 Rv van 1 november 2022, met 9 producties;
  • de conclusie van antwoord in de incidenten van Saglambilek Holding, met 11 producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2..De feiten

2.1.
[eiseres01] en Saglambilek Holding hebben op 5 juni 2014 Jet Group opgericht. Op dat moment waren zij ieder voor 50% aandeelhouders alsook de (gezamenlijk bevoegde) bestuurders van Jet Group. Jet Group, op haar beurt, is enig aandeelhouder en bestuurder van Sales Care en AdCalls.
2.2.
Op 21 juni 2016 heeft Eurobalance B.V. (hierna: Eurobalance) een aandelenbelang van 10% in Jet Group verworven. Sindsdien houden [eiseres01] en Saglambilek Holding ieder 45% van de aandelen in Jet Group.
Op dezelfde datum hebben Eurobalance, [eiseres01] en Saglambilek Holding een aandeelhoudersovereenkomst gesloten. In die overeenkomst is onder meer opgenomen:
  • artikel 2.3 dat een overzicht bevat van besluiten over onderwerpen, waarvoor (feitelijk) de instemming van alle aandeelhouders van Jet Group vereist is, waaronder
  • artikel 4 dat ziet op situaties waarin een aandeelhouder verplicht is zijn aandelen aan te bieden aan de andere aandeelhouders en de wijze waarop de koopprijs wordt bepaald (hierna: de aanbiedingsverplichting);
  • artikel 6 dat luidt:
  • artikel 10 inzake het aanstellen van een onafhankelijke adviseur, voor geschilbeslechting en – indien nodig – het geven van een bindend advies in geval van een impasse in de besluitvorming door de aandeelhouders (hierna: de impasseregeling).
2.3.
Bij brief van 25 augustus 2020 hebben Saglambilek Holding en Eurobalance aan [eiseres01] medegedeeld dat [eiseres01] heeft verzuimd een materiële bepaling van de aandeelhoudersovereenkomst na te leven en dat zij daarom op grond van artikel 4.2 onder a. van de aandeelhoudersovereenkomst verplicht is om haar aandelen in Jet Group aan te bieden aan de andere twee aandeelhouders.
2.4.
Eind 2020 is op de AvA van Jet Group besloten ontslag te verlenen aan [eiseres01] als statutair bestuurder van Jet Group. Sindsdien is Saglambilek Holding de enig bestuurder van Jet Group.
2.5.
Bij dagvaarding van 30 mei 2022 hebben Saglambilek Holding en Eurobalance bij deze rechtbank een bodemprocedure aanhangig gemaakt, waarin zij tevens een incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening hebben ingesteld.
In de hoofdzaak vorderen zij – kort gezegd – dat [eiseres01] wordt veroordeeld tot:
- medewerking aan de benoeming van een deskundige voor het bepalen van de waarde van de aandelen, aanbieding van haar aandelen tegen 85% van de waarde en betaling van een boete op grond van de aandeelhoudersovereenkomst;
- medewerking aan de benoeming van een bindend adviseur op grond van de impasseregeling.
In het incident vorderen zij dat [eiseres01] wordt veroordeeld tot medewerking aan de benoeming van een bindend adviseur op grond van de impasseregeling.
Bij vonnis van 9 november 2022 met zaaknummer C/10/639370 / HA ZA 22-459 heeft de rechtbank de incidentele vordering afgewezen en de hoofdzaak verwezen naar de rol voor het indienen van de conclusie van antwoord.
[eiseres01] heeft op de rol van 28 december 2022 de conclusie van antwoord tevens houdende (voorwaardelijke) eis in reconventie ingediend. In reconventie wordt kort gezegd gevorderd te verklaren voor recht dat het ontslagbesluit eind 2020 ten aanzien van [eiseres01] in strijd is met artikel 1.3 van de aandeelhoudersovereenkomst en Eurobalance en Saglambilek Holding te gebieden hun aandelen in Jet Group aan te bieden aan [eiseres01] en medewerking te verlenen aan het vaststellen van de verkoopprijs.
2.6.
Bij dagvaardingen van 1 november 2022 heeft [eiseres01] deze zaak aanhangig gemaakt. In de hoofdzaak vordert [eiseres01] kort gezegd:
  • gedaagden te gebieden om [eiseres01] de toegang tot de financiële administratie en bankomgeving van Jet Group c.s. te geven;
  • Saglambilek Holding te gebieden tot nakoming van artikel 2.3 sub v. van de aandeelhoudersovereenkomst;
  • Saglambilek Holding te veroordelen tot betaling van € 7.500,- aan contractuele boete.

3..De vordering in het incident

3.1.
[eiseres01] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
in het incident ex artikel 223 Rv (voorlopige voorziening)
1. Jet Group c.s. te gebieden alsmede Saglambilek Holding, als bestuurder van Jet Group en indirect bestuurder van AdCalls en Sales Care, te gebieden, om – voor de duur van het geding – [eiseres01] de toegang tot de financiële administratie en bankomgeving van Jet Group c.s. te geven, door binnen 5 werkdagen na het in incident te wijzen vonnis:
i. aan [eiseres01] dezelfde toegangsrechten in de boekhoudsoftware te geven als de toegangsrechten die de boekhouder van Jet Group c.s. heeft (ook als die software in de toekomst verandert);
ii. aan [eiseres01] online toegang te geven tot het projectmanagementsysteem / CRM-systeem;
iii. aan [eiseres01] online toegang te geven tot de facturatiesystemen van Jet Group c.s.; en
iv. aan [eiseres01] online toegang te geven tot de volledige bankomgeving van Jet Group c.s., zodat [eiseres01] in ieder geval inzage heeft in alle (historische) bankmutaties;
een en ander op straffe van een dwangsom van € 25.000,- per overtreding van dit gebod en € 5.000,- per dag dat de overtreding voortduurt;
2. Saglambilek Holding, als bestuurder van Jet Group c.s., te gebieden – voor de duur van het geding – tot nakoming van artikel 2.3 sub v. van de aandeelhoudersovereenkomst, hetgeen betekent dat direct noch indirect personeel wordt aangenomen door Jet Group c.q. AdCalls zonder de voorafgaande goedkeuring van de aandeelhouders in Jet Group zoals bedoeld in artikel 2.3 van de aandeelhoudersovereenkomst (dat wil zeggen: ten minste 91% van de aandeelhouders moeten voor dit voorgenomen bestuursbesluit stemmen), een ander op straffe van een dwangsom van € 50.000,-, althans op straffe van een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen dwangsom;
3. Saglambilek Holding te veroordelen in de proceskosten in incident en, subsidiair, Jet Group c.s. te veroordelen in de proceskosten, nakosten daaronder begrepen;
in het incident ex artikel 222 Rv (voeging)
4. onderhavige procedure te voegen met de bodemprocedure bij de rechtbank Rotterdam, bekend onder zaaknummer C/10/639370;
5. voorwaardelijk, voor zover gedaagden zich niet zouden refereren aan het oordeel van de rechtbank en verweer voeren, Saglambilek Holding te veroordelen in de proceskosten in incident en, subsidiair, Jet Group c.s. te veroordelen in de proceskosten, nakosten daaronder begrepen.
3.2.
Het verweer van Saglambilek Holding strekt ertoe [eiseres01] niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen althans de vorderingen af te wijzen, met veroordeling van [eiseres01] in de kosten van het incident, vermeerderd met de wettelijke rente en eventuele nakosten.
3.3.
Jet Group c.s. hebben geen verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling in het incident

In het incident ex artikel 223 Rv (voorlopige voorziening)

4.1.
Artikel 223 Rv geeft de mogelijkheid tot het treffen van een voorlopige voorziening voor de duur van de procedure. Bij de beoordeling van de gevraagde voorzieningen stelt de rechtbank voorop dat het algemene vereiste dat de eisende partij belang heeft bij zijn vordering, gevoegd bij de beperkte werkingsduur van een voorziening op grond van artikel 223 Rv, ertoe leidt dat het belang bij de gevraagde voorziening dringend moet zijn, in die zin dat van de eisende partij niet kan worden gevergd dat hij de afloop van de procedure in de hoofdzaak afwacht.
Toegang tot de administratie en bankomgeving
4.2.
[eiseres01] vordert als voorlopige voorziening ten eerste dat gedaagden haar toegang verschaffen tot de financiële administratie en bankomgeving van Jet Group c.s. Die vordering wordt afgewezen. Daartoe is het volgende redengevend.
4.3.
[eiseres01] stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de toegang tot de administratie van Jet Group c.s., omdat zij steeds verder het zicht kwijtraakt op hetgeen binnen Jet Group c.s. gebeurt en het door het verloop van tijd lastig wordt om zaken achteraf te achterhalen terwijl duidelijk is dat er gerommeld wordt met de administratie door Saglambilek Holding en Eurobalance. Ook heeft zij er recht op om, als aandeelhouder, mee te denken en te beslissen over de koers, aldus [eiseres01] .
4.4.
De rechtbank stelt vast dat [eiseres01] en Saglambilek Holding (met Eurobalance) elkaar over en weer verwijten dat de ander in strijd handelt met de aandeelhoudersovereenkomst. De geschillen tussen die partijen zijn daarbij zodanig geëscaleerd dat dit reeds eind 2020 heeft geleid tot het ontslag van [eiseres01] als statutair bestuurder van Jet Group. De twee kampen stellen zich in de andere bodemprocedure inmiddels over en weer op het standpunt dat het andere kamp verplicht is zijn aandelen aan te bieden. Partijen willen/kunnen kennelijk niet met elkaar verder als aandeelhouders. Dat geschil ligt in dit incident en in de hiermee verbonden hoofdzaak echter niet ter beoordeling voor en dient in de andere bodemzaak en/of in het kader van de impasseregeling te worden behandeld. Hoewel aannemelijk is dat [eiseres01] een belang heeft om inzicht te verkrijgen in de administratie van Jet Group c.s., levert dat naar het oordeel van de rechtbank niet het voor toewijzing in dit incident vereiste recht en (spoedeisend) belang op. Saglambilek Holding voert terecht aan dat de aanbiedingsplicht van [eiseres01] al meer dan twee jaar geleden (in augustus 2020) is aangezegd en dat de bodemprocedure daarover sinds mei 2022 loopt. [eiseres01] heeft niet duidelijk gemaakt waarom zij, tegen de achtergrond van het aandeelhoudersgeschil dat al zo lang speelt, nu een spoedeisend belang heeft bij toewijzing van de gevraagde voorziening die in de nieuwe door haar aanhangig gemaakte bodemzaak is ingesteld. Bovendien lijkt het niet in het belang van Jet Group c.s. dat aan een minderheidsaandeelhouder, die al enkele jaren geen bestuurder meer is en die in conflict is met de bestuurder en met de overige aandeelhouders, thans toegang tot de volledige financiële administratie en bankomgeving van Jet Group c.s. wordt gegeven.
4.5.
Het argument van [eiseres01] dat zij de informatie nu snel nodig heeft, zodat zij beter toegerust is om de bindend adviseur (ten behoeve van de impasseregeling) en de deskundige (ten behoeve van de waardebepaling van de over te nemen aandelen) te informeren, houdt geen stand. Immers, in de bodemzaak met zaaknummer 639370 is de incidentele vordering van Saglambilek Holding en Eurobalance, om [eiseres01] te veroordelen tot medewerking aan de benoeming van een bindend adviseur op grond van de impasseregeling, bij vonnis van 9 november 2022 afgewezen. Verder zal in de hoofdzaak in die procedure na een mondelinge behandeling – die is gepland op 3 juli 2023 – zo nodig worden beslist op de vraag of [eiseres01] (in conventie) dan wel Saglambilek Holding en Eurobalance (in reconventie) moeten meewerken aan de benoeming van de deskundige en/of de bindend adviseur. Een daadwerkelijke benoeming van de deskundige en adviseur is op korte termijn dan ook niet te verwachten. Evident is dat een dergelijke deskundige en/of bindend adviseur, als deze worden benoemd, volledig geïnformeerd zullen moeten worden, mede op basis van de volledige en correct gevoerde administratie. Indien zou komen vast te staan dat Saglambilek Holding en/of Eurobalance het daarheen hebben geleid dat [eiseres01] niet kon beschikken over informatie waarop zij uit hoofde van de aandeelhoudersovereenkomst in haar relatie tot hen aanspraak kon maken, ligt het op hun weg om aannemelijk te maken dat [eiseres01] daar geen nadeel van heeft ondervonden, noch zal ondervinden.
Verbod op het aannemen van personeel
4.6.
[eiseres01] vordert als voorlopige voorziening Saglambilek Holding, als bestuurder van Jet Group c.s., te gebieden artikel 2.3 sub v. van de aandeelhouders-overeenkomst na te komen, hetgeen betekent dat direct noch indirect personeel kan worden aangenomen door Jet Group c.q. AdCalls zonder de voorafgaande goedkeuring van de aandeelhouders van Jet Group. Ook die vordering wordt afgewezen. Daartoe is het volgende redengevend.
4.7.
De rechtbank merkt op dat [eiseres01] , anders dan door te verwijzen naar de in artikel 2.3 van de aandeelhoudersovereenkomst bepaalde wijze van besluitvorming door het bestuur van Jet Group, niet heeft onderbouwd of toegelicht dat en op welke wijze zij schade heeft ondervonden van de vermeende schending van dit artikel door Saglambilek Holding noch waarom te verwachten is dat zij schade zal ondervinden door schending van dit artikel. Geen van de betrokkenen heeft er belang bij dat gedurende het aandeelhoudersgeschil de besluitvorming binnen Jet Group over het aannemen van personeel, in praktische zin, onmogelijk wordt gemaakt. Saglambilek Holding heeft erop gewezen dat [eiseres01] bekend was met de aanname van personeel (ter vervanging van vertrokken medewerkers) en tevens in de gelegenheid is gesteld om zich gedurende de proeftijd uit te laten over het nieuwe personeel (waarvan [eiseres01] volgens Saglambilek Holding geen gebruik heeft gemaakt). Verwezen wordt naar het mailbericht dat de advocaat van Saglambilek Holding op 13 september 2022 aan de advocaat van [eiseres01] heeft verzonden (productie 4 van [eiseres01] ).
4.8.
Dat betekent dat de gevraagde voorzieningen ex artikel 223 Rv worden afgewezen.
In het incident ex artikel 222 Rv (voeging)
4.9.
Artikel 222 lid 1 Rv geeft, voor zover hier relevant, de mogelijkheid om in de situatie dat verknochte zaken voor dezelfde rechter aanhangig zijn, de zaken te voegen. De rechtbank is van oordeel dat er in dit geval geen grond bestaat voor formele voeging. Daartoe is het volgende redengevend.
4.10.
[eiseres01] vordert de onderhavige procedure te voegen met de bodemprocedure met zaaknummer 639370. In de onderhavige procedure vordert [eiseres01] nakoming door Saglambilek Holding en/of Jet Group c.s. van artikel 2.3 onder v. (wijze van aanname van personeel), 4.2 onder b. (de boete daarop) en 6.1 (toegang tot bankzaken) van de aandeelhoudersovereenkomst. In de andere bodemzaak staat echter de nakoming van artikel 4 (de aanbiedingsverplichting en de waardebepaling van de aandelen door een deskundige) en 10 (onafhankelijk bindend adviseur bij een impasse) van de aandeelhoudersovereenkomst door [eiseres01] (in conventie) dan wel door Saglambilek Holding en Eurobalance (in reconventie) centraal. De rechtsvragen in de twee procedures zijn niet gelijk en kunnen, los van elkaar, worden beoordeeld. Gelet daarop en op het feit dat de partijen ook niet dezelfde zijn, is er, anders dan [eiseres01] meent, onvoldoende grond voor formele voeging.
4.11.
Het voorgaande neemt niet weg dat denkbaar is dat, indien dat in praktische zin mogelijk is zonder de andere procedure te vertragen, de mondelinge behandelingen in beide bodemprocedures op dezelfde datum zullen worden gepland, zulks mede ter besparing van kosten voor partijen.
Proceskosten
4.12.
[eiseres01] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Saglambilek Holding worden begroot op € 598,- (1 punt x tarief van € 598,-) aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente. De kosten aan de zijde van Jet Group c.s. worden begroot op nihil, nu zij in het incident geen verweer hebben gevoerd.
4.13.
Over de vergoeding van nakosten hoeft geen aparte beslissing te worden genomen, omdat volgens vaste rechtspraak een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rov. 2.3).

5..Het verdere verloop in de hoofdzaak

5.1.
In de hoofdzaak is nog niet voor antwoord geconcludeerd. De rechtbank zal de zaak daartoe naar de rol verwijzen.

6..De beslissing

De rechtbank:
in het incident
6.1.
wijst het gevorderde af;
6.2.
veroordeelt [eiseres01] in de kosten van het incident, aan de zijde van Saglambilek Holding tot op heden begroot op € 598,-, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover in de zin van artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de dag waarop dit vonnis wordt gewezen tot de dag van algehele voldoening, en aan de zijde van Jet Group c.s. begroot op nihil;
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
6.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
5 april 2023voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2023.
[2091 / 1729]