Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 maart 2023 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [plaatsnaam], eiser
Inleiding
.Daarna is het onderzoek gesloten.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft eiser, een inwoner van Rotterdam, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam verzocht om schadevergoeding voor geleden schade na de intrekking van zijn bijstandsuitkering. Eiser had in 2020 een verzoek ingediend om schadevergoeding, dat deels werd afgewezen door het college. Eiser heeft vervolgens de rechtbank verzocht om het college te veroordelen tot vergoeding van de schade. De rechtbank heeft het verzoek als een rechtstreeks beroep behandeld, omdat het college de schadevergoeding deels had toegewezen maar niet voor alle posten. Tijdens de zitting op 18 november 2022 heeft eiser aanvullende stukken ingediend, waarop het college heeft gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college een onrechtmatig besluit had genomen, maar dat eiser niet al het redelijke had gedaan om de schade te beperken. De rechtbank oordeelt dat eiser niet tijdig de Belastingdienst heeft benaderd om de nabetaling van de bijstandsuitkering als bijzonder inkomen aan te merken, wat had kunnen helpen om de schade te beperken. Ook voor de gemeentelijke en waterschapsbelasting heeft eiser niet voldoende onderbouwd dat hij de benodigde stukken niet kon indienen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het college geen aanvullende schadevergoeding hoeft te betalen. Eiser krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.