ECLI:NL:RBROT:2023:1817

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
3 maart 2023
Zaaknummer
10084116
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen voor uitgevoerde werkzaamheden in het kader van een overeenkomst van opdracht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser01], vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V., en Y Tech installatietechniek en detachering B.V. De eiser vorderde betaling van een bedrag van € 4.788,79, bestaande uit een hoofdsom van € 4.059,00, rente en buitengerechtelijke kosten, wegens onbetaalde facturen voor werkzaamheden die in maart en april 2022 zijn uitgevoerd. Y Tech heeft de facturen onbetaald gelaten en betwist de vordering door te stellen dat er een schriftelijke overeenkomst van opdracht was die niet was ondertekend door [eiser01]. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot betaling van de hoofdsom toewijsbaar was, aangezien Y Tech de facturen niet had betwist en de werkzaamheden waren uitgevoerd. De buitengerechtelijke incassokosten en rente werden eveneens toegewezen, omdat aan de voorwaarden voor vergoeding was voldaan. Y Tech werd veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 850,30. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10084116 \ CV EXPL 22-27220
datum uitspraak: 10 februari 2023 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser01] ,die handelt onder de naam
[handelsnaam01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
Y Tech installatietechniek en detachering B.V.,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
gedaagde,
gemachtigde: [naam01] .
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘Y Tech’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 24 augustus 2022, met bijlagen;
  • de conclusie van antwoord, met bijlagen;
  • de brief van de gemachtigde van [eiser01] d.d. 30 december 2022, met bijlagen.
1.2.
Op 18 januari 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: de heer [eiser01] , bijgestaan door mr. M. Spruit als gemachtigde, en [naam01] als gemachtigde van Y Tech. Van hetgeen is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.

2..De feiten

[eiser01] heeft in de maanden maart en april 2022 werkzaamheden uitgevoerd in opdracht van Y Tech. [eiser01] heeft Y Tech voor deze werkzaamheden facturen gestuurd ten bedrage van – in totaal – € 4.059,00. Y Tech heeft deze facturen onbetaald gelaten.

3..Het geschil

3.1.
[eiser01] eist samengevat:
  • Y Tech te veroordelen aan hem te betalen € 4.788,79, te vermeerderen met wettelijke rente over € 4.059,00;
  • Y Tech te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 4.059,00, rente van € 120,94 (berekend tot en met de dag van dagvaarding) en buitengerechtelijke kosten van € 608,85.
3.2.
[eiser01] baseert de eis op het volgende. Partijen hebben mondeling een overeenkomst van opdracht gesloten. Op grond van deze overeenkomst heeft [eiser01] werkzaamheden verricht, waarvoor Y Tech dient te betalen. Doordat Y Tech dit – ondanks aanmaning – nalaat, lijdt [eiser01] vermogensschade, bestaande uit buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Y Tech is gehouden deze schade aan [eiser01] te vergoeden op grond van het bepaalde in de artikelen 6:74 lid 1, 6:96, 6:119 en 6:119a van het Burgerlijk Wetboek (BW).
3.3.
Y Tech is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Y Tech heeft een schriftelijke overeenkomst van opdracht opgesteld. [eiser01] heeft deze ondanks herhaald verzoek niet willen ondertekenen. In de schriftelijke overeenkomst is een opzegtermijn opgenomen van 15 dagen. Omdat [eiser01] , zonder opgave van redenen, had aangegeven dat hij niet meer kwam werken, heeft Y Tech schade geleden.

4..De beoordeling

Hoofdsom

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser01] werkzaamheden heeft uitgevoerd voor
Y Tech en dat Y Tech daar tot op heden niet voor heeft betaald. De facturen van [eiser01] en de daarop vermelde bedragen worden niet als zodanig betwist door Y Tech, waardoor de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 4.059,00 in beginsel toewijsbaar is.
4.2.
Y Tech stelt dat [eiser01] bij de opzegging van de overeenkomst een opzegtermijn in acht had moeten nemen en dat Y Tech schade heeft geleden doordat [eiser01] dat niet heeft gedaan. Ook als wat Y Tech stelt juist zou zijn, dan zou dat nog niet betekenen dat Y Tech de door [eiser01] gevorderde bedragen niet zou hoeven te betalen. Y Tech heeft zich niet beroepen op verrekening of opschorting en heeft ook verder niets gesteld op grond waarvan geoordeeld zou moeten worden dat de gevorderde hoofdsom niet zou kunnen worden toegewezen. Bovendien heeft Y Tech in het geheel niet onderbouwd waaruit de schade, die zij stelt te hebben geleden, bestaat.
4.3.
Met het oog op het voorgaande zal de vordering tot betaling van de hoofdsom worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.4.
De buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 608,85 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De rente wordt toegewezen, omdat [eiser01] genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Y Tech dat niet heeft betwist.
Proceskosten
4.5.
Y Tech krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiser01] tot vandaag vast op € 108,31 aan dagvaardingskosten, € 244,00 aan griffierecht en € 498,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 249,00). Dit is totaal € 850,30. Voor kosten die [eiser01] maakt na deze uitspraak moet Y Tech een bedrag betalen van € 124,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.6.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Y Tech om aan [eiser01] te betalen € 4.788,79 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 4.059,00 vanaf 24 augustus 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Y Tech in de proceskosten die aan de kant van [eiser01] tot vandaag worden vastgesteld op € 850,30;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
48637