Op 4 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen [eiseres01] en [gedaagde01] over een knelpunt met betrekking tot de goodwillvergoeding. [eiseres01], gevestigd in Hendrik-Ido-Ambacht, vorderde dat [gedaagde01], gevestigd in Dordrecht, gezamenlijk met hem een bindend advies zou aanvragen bij de Federatie Medisch Specialisten (FMS) over de hoogte van de goodwillvergoeding na zijn uittreden uit de Vakgroep Heelkunde. De rechtbank oordeelde dat er een knelpunt was ontstaan, omdat [eiseres01] niet aanwezig was bij de vergadering waarin zijn goodwillvergoeding was vastgesteld en hij het niet eens was met het bedrag van € 225.000,00. De rechtbank stelde vast dat de besluitvorming binnen de Vakgroep niet correct was verlopen, aangezien er geen unanieme instemming was van de leden. Artikel 8 van het Reglement Waardebepaling en Overdracht Praktijk, dat bepaalt dat bij een knelpunt een bindend advies moet worden aangevraagd, werd door de rechtbank als leidend beschouwd. De rechtbank heeft [gedaagde01] veroordeeld om binnen twee weken een bindend advies aan te vragen bij de FMS, op straffe van een dwangsom. Daarnaast werd [gedaagde01] veroordeeld in de proceskosten van [eiseres01], die op € 4.387,41 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat nakoming kan worden verlangd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.