In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding tussen [naam eiser] en Hadek Protective Systems B.V., is op 6 maart 2023 een mondeling vonnis gewezen. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.S. Schneider, vordert een verbod op de tenuitvoerlegging van een beschikking van 6 januari 2023, waarin een dwangsom van € 50.000,00 is opgelegd wegens vermeend niet meewerken aan bewijsbeslag. De gedaagde, Hadek, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C.V. Dornstedt, voert verweer tegen deze vordering.
De procedure is gestart na een geschil over de naleving van geheimhoudings- en non-concurrentiebedingen door [naam eiser], die eerder in dienst was bij Hadek. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dwangsom niet kan worden verbeurd, omdat de beschikking nog niet aan [naam eiser] was betekend op het moment van de vermeende overtreding. De rechter heeft ook twijfels over de rol van de deurwaarder en de hulpofficier van Justitie tijdens de beslaglegging.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat Hadek niet voldoende bewijs heeft geleverd dat [naam eiser] niet heeft meegewerkt aan de beslaglegging. De primaire vordering van [naam eiser] is toegewezen, en Hadek is verboden om de beschikking van 6 januari 2023 ten uitvoer te leggen totdat in de bodemprocedure is beslist of de dwangsom verschuldigd is. Hadek is ook veroordeeld in de proceskosten van [naam eiser].