ECLI:NL:RBROT:2023:2277
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
Op 17 maart 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die zelf procedeert, verzocht om als getuige te worden gehoord. Het verzoekschrift was op 16 maart 2022 ontvangen, maar verzoeker had verzuimd het verschuldigde griffierecht te betalen. De kantonrechter heeft verzoeker eerder geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken na indiening van het verzoekschrift te voldoen. Ondanks deze waarschuwing en een afwijzing van een verzoek om vrijstelling van het griffierecht, heeft verzoeker geen betaling verricht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de termijn voor betaling ruimschoots is verstreken en dat verzoeker na de afwijzing van zijn verzoek om vrijstelling niet meer van zich heeft laten horen. De kantonrechter concludeert dat verzoeker volhardt in zijn standpunt dat hij ten onrechte griffierecht moet betalen en ziet geen aanleiding om hem opnieuw de gelegenheid te geven om zich uit te laten over het niet tijdig voldoen van het griffierecht.
Aangezien verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.