ECLI:NL:RBROT:2023:2280
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
Op 5 augustus 2022 ontving de Rechtbank Rotterdam een verzoekschrift van verzoeker, die zelf procedeert, met het verzoek om als getuige te worden gehoord. Verzoeker werd per brief geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te betalen, met de waarschuwing dat niet-tijdige betaling zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van zijn verzoek. Verzoeker vroeg om vrijstelling van het griffierecht, maar dit verzoek werd afgewezen. In afwachting van een uitspraak in een kort geding tegen de Staat der Nederlanden werd de zaak uitgesteld. Op 7 februari 2023 werd in dat kort geding uitspraak gedaan, waarbij de vorderingen van verzoeker werden afgewezen. Ondanks herhaalde verzoeken om het griffierecht te voldoen, bleef verzoeker in gebreke. De kantonrechter concludeerde dat de termijn voor betaling ruimschoots was verstreken en dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die een uitzondering op de niet-ontvankelijkheid zouden rechtvaardigen. De kantonrechter verklaarde verzoeker uiteindelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek, omdat er geen onbillijkheid van overwegende aard was die de niet-ontvankelijkheid zou kunnen rechtvaardigen.