ECLI:NL:RBROT:2023:2282
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
Op 14 oktober 2022 ontving de Rechtbank Rotterdam een verzoekschrift van verzoeker, die zelf procedeert, met het verzoek om als getuige te worden gehoord. Verzoeker werd per brief geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te betalen, met de waarschuwing dat niet-tijdige betaling zou leiden tot niet-ontvankelijkverklaring. Verzoeker vroeg om vrijstelling van het griffierecht, maar dit verzoek werd afgewezen. In afwachting van een uitspraak in een kort geding tegen de Staat der Nederlanden werd er geen uitspraak gedaan in deze zaak. Op 7 februari 2023 werd in het kort geding uitspraak gedaan, waarbij de vorderingen van verzoeker werden afgewezen. Ondanks herhaalde verzoeken is het griffierecht niet voldaan, en de termijn voor betaling is verstreken. Verzoeker heeft na de afwijzing van zijn verzoek en de uitspraak in het kort geding geen verdere communicatie gehad. De kantonrechter concludeert dat verzoeker volhardt in zijn standpunt dat hij geen griffierecht hoeft te betalen en ziet geen reden om hem opnieuw de kans te geven zich uit te laten over de niet-tijdige betaling. Aangezien verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die een onbillijkheid van overwegende aard zouden kunnen rechtvaardigen, wordt hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.