ECLI:NL:RBROT:2023:2283
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoeker, die zelf procedeert. Verzoeker had verzocht om als getuige te worden gehoord, maar zijn verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het verschuldigde griffierecht niet had betaald. Op 9 oktober 2022 werd het verzoekschrift ontvangen, en verzoeker werd per brief geïnformeerd over zijn verplichting om het griffierecht binnen vier weken te voldoen. Ondanks deze waarschuwing en een afwijzing van zijn verzoek om vrijstelling van het griffierecht, heeft verzoeker nagelaten om het griffierecht te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de termijn van vier weken ruimschoots was verstreken en dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die een uitzondering op de niet-ontvankelijkverklaring zouden rechtvaardigen. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat verzoeker na de afwijzing van zijn verzoek om vrijstelling en na de uitspraak in een kort geding tegen de Staat der Nederlanden niet meer van zich heeft laten horen. Gezien deze omstandigheden heeft de kantonrechter besloten om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek, omdat er geen aanleiding was om hem opnieuw in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over het niet tijdig voldoen van het griffierecht. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk.