ECLI:NL:RBROT:2023:2284
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
Op 17 maart 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die zelf procedeert, een verzoek had ingediend om getuigen te horen. Het verzoekschrift was op 18 oktober 2022 ontvangen, maar verzoeker had verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen. In een eerdere brief was verzoeker geïnformeerd over zijn verplichting om het griffierecht binnen vier weken te voldoen, met de waarschuwing dat niet-tijdige betaling zou leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van zijn verzoek. Verzoeker had een verzoek om vrijstelling van het griffierecht ingediend, maar dit was afgewezen.
Na een kort geding tegen de Staat der Nederlanden, waarin verzoeker ook in het ongelijk was gesteld, heeft de kantonrechter vastgesteld dat het griffierecht nog steeds niet was voldaan. Ondanks herhaalde verzoeken om betaling had verzoeker geen actie ondernomen. De kantonrechter concludeerde dat verzoeker volhardde in zijn standpunt dat hij geen griffierecht diende te betalen en zag geen reden om hem opnieuw de kans te geven om zich uit te laten over de niet-tijdige betaling.
De kantonrechter oordeelde dat verzoeker geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarom werd verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk.