ECLI:NL:RBROT:2023:2286
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
Op 17 maart 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarbij verzoeker, die zelf procedeert, verzocht om als getuige te worden gehoord. Het verzoekschrift was op 26 oktober 2022 ingediend, maar verzoeker had verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen. In een eerdere brief was verzoeker geïnformeerd over zijn verplichting om het griffierecht binnen vier weken na indiening van het verzoekschrift te voldoen. Ondanks deze waarschuwing heeft verzoeker geen betaling verricht en ook geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de termijn voor betaling ruimschoots was verstreken en dat verzoeker na de afwijzing van zijn verzoek om vrijstelling van het griffierecht en na de uitspraak in een kort geding tegen de Staat der Nederlanden niet meer van zich heeft laten horen. Gezien deze omstandigheden heeft de kantonrechter geoordeeld dat er geen aanleiding is om verzoeker opnieuw in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over het niet tijdig voldoen van het griffierecht.
Daarom heeft de kantonrechter verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk.