ECLI:NL:RBROT:2023:2287
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoeker, die zelf procedeert. Verzoeker had op 6 november 2022 een verzoekschrift ingediend, maar heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen. De kantonrechter heeft verzoeker in een eerdere brief geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te voldoen, met de waarschuwing dat bij niet-betaling het risico bestond dat hij niet-ontvankelijk verklaard zou worden. Verzoeker heeft een verzoek tot vrijstelling van het griffierecht ingediend, maar dit is afgewezen. Na een kort geding tegen de Staat der Nederlanden, waarin verzoeker ook niet in het gelijk is gesteld, heeft de kantonrechter vastgesteld dat het griffierecht nog steeds niet is voldaan. Verzoeker heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarom heeft de kantonrechter besloten om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek.