ECLI:NL:RBROT:2023:2288
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
Op 17 maart 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die zelf procedeert, een verzoek had ingediend om als getuige te worden gehoord. Het verzoekschrift was op 4 november 2022 ontvangen, maar verzoeker had verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen. In een eerdere brief was verzoeker geïnformeerd over zijn verplichting om het griffierecht binnen vier weken na indiening van het verzoekschrift te voldoen. Ondanks deze waarschuwing en een afwijzing van zijn verzoek om vrijstelling van het griffierecht, had verzoeker geen betaling verricht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de termijn voor betaling ruimschoots was verstreken en dat verzoeker na de afwijzing van zijn verzoek om vrijstelling niet meer van zich had laten horen. De kantonrechter concludeerde dat verzoeker volhardde in zijn standpunt dat hij ten onrechte griffierecht moest betalen en zag geen aanleiding om hem opnieuw de gelegenheid te bieden om zich uit te laten over het niet tijdig voldoen van het griffierecht.
Aangezien verzoeker geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, werd verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter.