ECLI:NL:RBROT:2023:2291
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een verzoeker, die zelf procedeert tegen de Gemeente Zwijndrecht. Het verzoekschrift was op 8 november 2022 ingediend, maar de verzoeker had verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen. De kantonrechter heeft de verzoeker in een eerdere brief geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken na indiening van het verzoekschrift te voldoen, met de waarschuwing dat bij niet-tijdige betaling de kans bestond dat hij niet-ontvankelijk verklaard zou worden.
De verzoeker had een verzoek ingediend om vrijstelling van het griffierecht en/of opschorting van de betalingstermijn, maar dit verzoek werd afgewezen. Na een kort geding tegen de Staat der Nederlanden, waarin de vorderingen van de verzoeker werden afgewezen, heeft de kantonrechter vastgesteld dat het griffierecht nog steeds niet was voldaan. Ondanks herhaalde verzoeken om betaling, heeft de verzoeker geen actie ondernomen. De kantonrechter concludeert dat de verzoeker volhardt in zijn standpunt dat hij ten onrechte griffierecht moet betalen en ziet geen aanleiding om hem opnieuw de gelegenheid te geven om zich uit te laten over het niet tijdig voldoen van het griffierecht.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarom heeft de kantonrechter de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.