ECLI:NL:RBROT:2023:2292
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een verzoeker die zelf procedeert tegen de Gemeente Dordrecht. Het verzoekschrift was op 8 november 2022 ingediend, maar de verzoeker had verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen. De kantonrechter heeft de verzoeker in een eerdere brief geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken na indiening van het verzoekschrift te voldoen. Ondanks deze waarschuwing heeft de verzoeker het griffierecht niet betaald, wat leidde tot de niet-ontvankelijkverklaring van zijn verzoek.
De verzoeker had ook een verzoek om vrijstelling van het griffierecht ingediend, maar dit verzoek werd afgewezen. Bovendien was er een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden, waarvan de uitspraak op 7 februari 2023 in het nadeel van de verzoeker was. Na deze uitspraak heeft de verzoeker geen verdere stappen ondernomen en heeft hij geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek, omdat hij niet heeft voldaan aan de vereisten voor het betalen van het griffierecht. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter, mr. M.C. van der Kolk.