ECLI:NL:RBROT:2023:2293
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoeker, die zelf procedeert. Verzoeker had verzocht om als getuige te worden gehoord, maar zijn verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het verschuldigde griffierecht niet had betaald. Op 31 januari 2023 ontving de rechtbank het verzoekschrift van verzoeker, die werd geïnformeerd over zijn verplichting om het griffierecht binnen vier weken te voldoen. Ondanks deze waarschuwing en een afwijzing van zijn verzoek om vrijstelling van het griffierecht, heeft verzoeker nagelaten om het griffierecht te betalen. De termijn voor betaling was ruimschoots verstreken en verzoeker heeft na de afwijzing van zijn verzoek en de uitspraak in een kort geding tegen de Staat der Nederlanden geen verdere actie ondernomen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De kantonrechter heeft daarom besloten om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk.