ECLI:NL:RBROT:2023:2295
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoeker, die zelf procedeert. Verzoeker had op 15 november 2022 een verzoekschrift ingediend, maar heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen. De kantonrechter heeft verzoeker in een eerdere brief geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te voldoen, met de waarschuwing dat bij niet-tijdige betaling het risico bestaat op niet-ontvankelijkverklaring. Verzoeker heeft een verzoek tot vrijstelling van het griffierecht ingediend, maar dit is afgewezen.
Na een uitspraak in een kort geding tegen de Staat der Nederlanden op 7 februari 2023, waarin de vorderingen van verzoeker zijn afgewezen, heeft verzoeker geen verdere actie ondernomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het griffierecht nog steeds niet is voldaan en dat de termijn voor betaling ruimschoots is verstreken. Verzoeker heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Daarom heeft de kantonrechter besloten om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk.