1.6.Bij het primaire besluit heeft verweerder dit verzoek afgewezen. Aan deze beslissing heeft verweerder ten grondslag gelegd dat pas nadat tien jaar aan de betalingsverplichting is voldaan het resterende bedrag kan worden kwijtgescholden.
2. In het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd en overwogen dat de vordering is ontstaan doordat eiser zich niet of niet behoorlijk heeft gehouden aan de inlichtingenplicht, waardoor hij niet voldoet aan de gestelde voorwaarden voor kwijtschelding van de restvordering. Eiser kan pas na tien jaar in aanmerking komen voor kwijtschelding.
3. Eiser voert aan dat hij als gevolg van zijn medische situatie niet in staat was zijn belangen goed te behartigen en dat zijn familie niet wist wat zij voor hem konden doen. Als gevolg hiervan heeft verweerder aangenomen dat eiser inkomsten zou hebben verzwegen en is de vordering bij verweerder ontstaan. Verweerders besluit is vooringenomen omdat het is genomen zonder te luisteren naar wat de gemachtigde in bezwaar heeft aangevoerd. Eiser verzoekt de rechtbank kwijtschelding van de schuld toe te wijzen en een uitspraak te doen dat eiser helemaal niet aan zijn informatieplicht heeft kunnen voldoen omdat hij ontoerekeningsvatbaar was en niet bewust was van wat hij verkeerd deed, zodat dit hem niet aangerekend kan worden. Op de zitting heeft eiser nader toegelicht dat verweerder bij de beoordeling van het verzoek om kwijtschelding opnieuw had moeten kijken naar de schending van de inlichtingenplicht. Ten tijde van de melding dat hij met zijn opleiding zou stoppen, welke melding ten grondslag ligt aan de door verweerder aangenomen schending van de inlichtingenplicht, was hij vanwege een psychose opgenomen in een psychiatrische instelling en heeft zijn begeleider deze melding gedaan. De schending van de inlichtingenplicht kan hem daarom niet worden verweten. Ook vindt eiser dat de beslissing dat hij pas na tien jaar in aanmerking komt voor kwijtschelding van de resterende vordering, voor hem te zwaar uitpakt. Op grond van dit alles vindt eiser dat hij in aanmerking moet kunnen komen voor een kwijtschelding na vijf jaar, in plaats van na tien jaar.
4. Artikel 2:59, eerste lid, van de Wajong bepaalt dat een inkomensvoorziening die op grond van dit hoofdstuk onverschuldigd is betaald, hetgeen als gevolg van een beschikking als bedoeld in artikel 2:58 door het UWV onverschuldigd is betaald of verstrekt, alsmede hetgeen anderszins onverschuldigd is betaald, door het UWV wordt teruggevorderd.
In het tweede lid, aanhef en onder a, van dit artikel is bepaald dat in afwijking van het eerste lid het UWV kan besluiten van terugvordering of van verdere terugvordering af te zien, indien degene van wie wordt teruggevorderd gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan.
Op grond van het derde lid van dit artikel is de in het tweede lid, onderdelen a, b en c, genoemde termijn tien jaar indien de terugvordering het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 2:7, eerste lid.
In het vijfde lid van dit artikel is bepaald dat indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien.
De overwegingen van de rechtbank