In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van RD Metals B.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [naam01], een vrachtwagenchauffeur die sinds 24 oktober 2019 in dienst was. RD Metals verzocht om ontbinding op grond van onvoldoende medewerking aan re-integratie na een ziekmelding op 20 mei 2021. De kantonrechter heeft vastgesteld dat RD Metals ten onrechte het loon van [naam01] heeft stopgezet en dat de arbeidsovereenkomst niet ontbonden kan worden. De rechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat [naam01] niet meewerkte aan zijn re-integratie, vooral omdat de aangeboden werkzaamheden niet passend waren. De loonstop van 4 oktober 2021 werd onterecht geacht, en RD Metals werd veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon en de wettelijke verhoging over een bepaalde periode. De rechter heeft ook geoordeeld dat RD Metals de proceskosten moet betalen, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.