ECLI:NL:RBROT:2023:2519

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
9968243 CV EXPL 22-19995
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en voorwaardelijke ontbinding van de huurovereenkomst met betalingsregeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonplus Schiedam en Restart Bewindvoering B.V. over een huurachterstand en de voorwaardelijke ontbinding van de huurovereenkomst. De eiseres, Woonplus, heeft de bewindvoerder, Restart Bewindvoering B.V., aangesproken op de huurachterstand van de huurder, [achternaam01]. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 11 november 2022, waarin partijen overeenstemming bereikten over de hoogte van de huurachterstand tot en met oktober 2022. De bewindvoerder is veroordeeld tot betaling van dit bedrag, maar de beslissing over de ontbinding van de huurovereenkomst is aangehouden in afwachting van een betalingsregeling.

Tijdens de mondelinge behandeling op 12 oktober 2022 is een betalingsregeling overeengekomen, waarbij de bewindvoerder maandelijks € 110,00 dient te betalen ter voldoening van de huurachterstand. De kantonrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de huurovereenkomst alleen kan worden ontbonden als de huurachterstand ernstig genoeg is. In dit geval is er sprake van een achterstand van meer dan drie maanden, maar de rechter heeft ook gekeken naar de bereidwilligheid van [achternaam01] om de huurachterstand in te lopen.

De kantonrechter heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning voorwaardelijk toegewezen, wat betekent dat [achternaam01] in de woning mag blijven zolang de betalingsregeling wordt nageleefd. Indien de bewindvoerder zich niet aan de regeling houdt, kan de huurovereenkomst worden ontbonden en moet de woning worden ontruimd. De bewindvoerder is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.469,11. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9968243 CV EXPL 22-19995
datum uitspraak: 10 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Woonplus Schiedam,
vestigingsplaats: Schiedam,
eiseres,
gedaagde in verzet,
gemachtigde: M.P.A. Roelands te Bergen op Zoom,
tegen
Restart Bewindvoering B.V.,
vestigingsplaats: Maastricht,
in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam01] ,
gedaagde,
eiseres in verzet,
gemachtigde: mr. W.J.J. Trooster te Vlaardingen.
De partijen worden hierna ‘Woonplus’ en ‘de bewindvoerder’ genoemd. [naam01] wordt hierna ‘ [achternaam01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 11 november 2022 en de daarin genoemde stukken;
  • de akte van Woonplus met bijlagen, ingekomen ter griffie op 30 januari 2023;
  • de brief van de gemachtigde van Woonplus van 3 februari 2023, met bijlagen;
  • de akte van de bewindvoerder, met bijlagen.

2.De verdere beoordeling

nieuwe bewindvoerder per 1 januari 2023
2.1.
Aangezien partijen het erover eens zijn en bovendien uit de overgelegde stukken blijkt dat Stichting Budgethulp per 1 januari 2023 is ontslagen als bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [achternaam01] en Restart Bewindvoering B.V. per diezelfde is benoemd tot bewindvoerder, wordt Restart Bewindvoering B.V. vanaf deze datum aangemerkt als formele procespartij in deze zaak. Restart Bewindvoering B.V. is daarna ook bij akte in deze procedure verschenen. Dit betekent dat dit vonnis wordt gewezen tegen Restart Bewindvoering B.V. en dat Stichting Budgethulp niet meer als procespartij wordt aangemerkt.
het tussenvonnis van 11 november 2022
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 oktober 2022 hebben partijen overeenstemming bereikt over de hoogte van de huurachterstand tot en met de maand oktober 2022. In het tussenvonnis is de bewindvoerder dan ook veroordeeld tot betaling van dit bedrag. Het bestaan van bijzondere (financiële) omstandigheden heeft aanleiding gegeven de beslissing over de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning aan te houden in afwachting van de totstandkoming van een eventuele betalingsregeling.
betalingsregeling
2.3.
Uit de namens Woonplus overgelegde correspondentie en de akte van de bewindvoerder blijkt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een betalingsregeling. De afspraken luiden als volgt:
“- de betalingsregeling geldt ter voldoening van de volledige huurachterstand, vermeerderd met rente, incassokosten en proceskosten (verstek- en verzetprocedure).
- per 1 februari 2023 dienen de maandelijkse betalingen van ieder € 110,00 verricht te worden. Betaling door Restart Bewindvoering zal plaatsvinden door overmaking op rekeningnummer [iban_nummer01] ten name van AGIN Timmermans onder vermelding van dossiernummer [dossiernummer01] .
- Is een toekomstige huur niet conform huurovereenkomst correct voldaan, is de gehele uitstaande vordering ineens opeisbaar en is daarover vanaf die datum de wettelijke rente verschuldigd, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist.
- Is een regelingstermijn niet uiterlijk op de vervaldatum voldaan dan is die termijn en zijn de resterende termijn(en) terstond opeisbaar en is daarover vanaf die vervaldatum de wettelijke rente verschuldigd, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist.”
2.4.
De kantonrechter zal een veroordeling uitspreken die in lijn is met deze betalingsregeling.
(voorwaardelijke) ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van de woning
2.5.
Wat in deze zaak verder nog beoordeeld moet worden is de vraag of de huurovereenkomst tussen Woonplus en [achternaam01] moet worden ontbonden en de woning aan de [adres01] in Schiedam moet worden ontruimd.
2.6.
De rechter mag een huurovereenkomst alleen ontbinden als de huurachterstand ernstig genoeg is. Meestal zal een achterstand van meer dan drie maanden (waarvan in deze zaak sprake is) genoeg zijn, maar de rechter moet alle omstandigheden afwegen. Van belang is bijvoorbeeld ook of de huur weer wordt betaald en of de achterstand (deels) is ingelopen. Uit de akten van partijen na tussenvonnis blijkt dat dit het geval is. De afname is weliswaar gering, maar wel in lijn met de eerder geconstateerde bereidwillige houding van [achternaam01] om de huurachterstand zo spoedig mogelijk in te lopen.
2.7.
Gelet op alle omstandigheden in deze zaak worden de gevraagde ontbinding en ontruiming voorwaardelijk toegewezen, namelijk alleen in de situatie dat de bewindvoerder zich niet houdt aan de betalingsregeling of tijdens de aflosperiode de huur niet op tijd betaalt. Dat betekent dat [achternaam01] in de woning mag blijven zolang wordt voldaan aan de betalingsregeling en er geen andere reden is om tot ontbinding en ontruiming over te gaan.
2.8.
Als de betalingsregeling op een later moment niet wordt nagekomen en de huurovereenkomst daarom wel eindigt, moet de bewindvoerder de huur blijven betalen tot en met de maand waarin [achternaam01] de woning met al haar spullen heeft verlaten.
proceskosten
2.9.
Onderdeel van de betalingsregeling is dat de bewindvoerder de kosten van de verstek- en verzetprocedure voor haar rekening neemt. De bewindvoerder wordt daarom in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Woonplus tot vandaag vast op € 130,11 aan dagvaardingskosten, € 514,- aan griffierecht en € 825,- aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punten x € 330,-). Dit is totaal € 1.469,11. Voor kosten die Woonplus maakt na deze uitspraak moet de bewindvoerder een bedrag betalen van € 132,- (1/2 punt x € 330,- met een maximum van € 132,-). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
2.10.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de bewindvoerder, als bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [achternaam01] , om aan Woonplus vanaf 1 februari 2023 iedere maand uiterlijk op de eerste van de maand € 110,- te betalen totdat het totaalbedrag is betaald van:
  • € 3.029,12 minus de aflossingen die al zijn gedaan, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over het saldo dat vanaf de vervaldata van de betreffende huurtermijnen aan hoofdsom, exclusief kosten, telkens na elke debetmutatie, heeft uitgestaan;
  • de proceskosten, aan de kant van Woonplus tot vandaag vastgesteld op € 1.469,11;
3.2.
bepaalt dat de bewindvoerder, als de bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [achternaam01] , het voornoemde bedrag van € 110,- per maand aflost (aan de deurwaarder op rekeningnummer [iban_nummer01] ten name van AGIN Timmermans onder vermelding van dossiernummer [dossiernummer01] ) en daarnaast vanaf 1 februari 2023 de huur op tijd betaalt (aan Woonplus);
en, als de bewindvoerder, als bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [achternaam01] , een maandelijkse termijn en/of de lopende huur niet of te laat betaalt:
3.3.
bepaalt dat de bewindvoerder, als bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [achternaam01] , het bedrag dat op dat moment open staat direct in één keer aan Woonplus moet betalen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf dat moment tot de dag dat volledig is betaald;
3.4.
ontbindt de huurovereenkomst tussen Woonplus en [achternaam01] met ingang van de dag nadat de bewindvoerder, als bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [achternaam01] , de maandelijkse termijn of de huur tijdens de aflosperiode niet op tijd heeft betaald en veroordeelt [achternaam01] als feitelijk bewoonster van de woning om binnen 14 dagen na die datum de woning aan de [adres01] in Schiedam te ontruimen en de sleutels bij Woonplus in te leveren;
3.5.
veroordeelt de bewindvoerder, als bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [achternaam01] , aan Woonplus te betalen € 645,99, althans het periodieke bedrag dat naar wettelijke bepalingen als huurprijs geldt voor het gehuurde, met ingang van de maand waarin de huurovereenkomst is ontbonden tot en met de maand waarin de woning is ontruimd;
in alle gevallen:
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en in het openbaar uitgesproken.
43416