In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2023, gaat het om een huurgeschil tussen [eiser01] en [gedaagde01]. [eiser01] vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van een huurachterstand van € 5.953,49. De eiser stelt dat er een nieuwe huurovereenkomst is gesloten, maar de gedaagde betwist dit en stelt dat de oude huurovereenkomst is blijven voortbestaan. De kantonrechter heeft de procedure besproken op 15 februari 2023, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [gedaagde01] huurt een woning van [eiser01] en heeft volgens de eiser een huurachterstand opgebouwd. De eiser stelt dat er na de koop van het gehuurde een nieuwe huurovereenkomst is gesloten, maar de gedaagde ontkent dit en beweert dat hij altijd de oude huurprijs van € 550,00 heeft betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen nieuwe huurovereenkomst tot stand is gekomen, omdat er geen bewijs is dat [gedaagde01] de nieuwe overeenkomst heeft aanvaard.
De rechter concludeert dat de oude huurovereenkomst is blijven voortbestaan en dat [gedaagde01] geen huurachterstand heeft. De vorderingen van [eiser01] worden afgewezen, inclusief de vordering tot betaling van energiekosten en buitengerechtelijke kosten. Tevens wordt [eiser01] veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde01]. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.