Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 7 september 2022, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlage;
- de aanvullende productie 2 tot en met 5 van [gedaagde01] ;
- de aanvullende producties 7 en 8 van Woonstad.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonstad Rotterdam en een huurder, aangeduid als [gedaagde01]. Woonstad heeft de huurovereenkomst met [gedaagde01] buitengerechtelijk ontbonden na het aantreffen van een grote hoeveelheid medicatie en contant geld in de huurwoning. De burgemeester heeft op basis van artikel 13b van de Opiumwet besloten om de woning te sluiten, wat aanleiding gaf voor Woonstad om de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Woonstad op goede gronden gebruik heeft gemaakt van haar recht om de huurovereenkomst te ontbinden, en heeft de vordering van Woonstad toegewezen, met uitzondering van de ontruimingstermijn die is vastgesteld op één maand na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft daarbij de belangen van [gedaagde01] in overweging genomen, maar deze niet zwaar genoeg geacht om de ontbinding van de huurovereenkomst te weerhouden. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van Woonstad vastgesteld op € 653,43, en is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.