2.3De deskundige heeft deze vragen ten aanzien van
[eiseres01], als volgt beantwoord.
“(…)
Fysieke belastbaarheid
De fysieke klachten die onderzochte sinds het incident op 27 augustus 2011 ondervindt en de door haar ervaren belemmeringen bij fysiek belasten zijn onderling consistent.
Bij oriënterend onderzoek tijdens het spreekuur blijken zowel de functie van de linkerelleboog, -arm en -schouder en de hand/vingervaardigheid zonder afwijkingen.
De pijnklachten zijn bij druk op de n. ulnaris opwekbaar. Deze bevindingen komen overeen met de bevindingen in het deskundigenbericht van [chirurg01] . Volgens [chirurg01] is er bij onderzochte weliswaar sprake van een anatomisch en functioneel herstel maar zijn de klachten te verklaren als ulnaropathie die goed kan passen bij de status na fractuur met dislocatie en tweemaal operaties met enige littekenvorming. De linkerschouderklachten zijn verklaarbaar als secundair aan de armklachten.
Gegeven dat de klachten en ervaren belemmeringen van onderzochte kunnen worden verklaard vanuit de onderzoeksbevindingen, overweeg ik dat de klachten die zijn ontstaan ten gevolge van het incident op 27 augustus 2011 hebben geleid tot een medisch herkenbaar en benoembaar ziektebeeld, waarbij er sprake is van een consistente en plausibele relatie tussen klachten, stoornissen en beperkingen ten aanzien van het belasten van de linkerelleboog- en arm. Gezien de bevindingen en gegeven de functionele relatie tussen arm en schouder acht ik beperkingen aannemelijk ten aanzien van reiken, buigen en strekken van de linkerarm, tillen, dragen, duwen en trekken en klimmen en klauteren. Tevens geldt er een beperking ten aanzien van blootstellen van de arm aan druk, schokken en trillingen, gezien de negatieve invloed op de ulnaropathie.
Ik heb de beperkingen verwoord in rubriek 111 aanpassing aan fysieke omgevingseisen, rubriek IV dynamische handelingen en rubriek V statische houdingen van de functionele mogelijkhedenlijst (FML)en daarbij rekening gehouden met de vigerende invulinstructies ten aanzien van het aangeven van links-rechts verschillen in de belastbaarheid.
Mentale belastbaarheid
De mentale klachten van onderzochte en de belemmeringen die onderzochte sinds het incident op
27 augustus 2011 ondervindt, zijn onderling consistent en te duiden als angstklachten bij bepaalde situaties en prikkels die haar een onveilig gevoel geven.
De klachten nemen toe bij situaties die gebonden zijn aan het incident. Op het spreekuur is er sprake van een invoelbare lijdensdruk, die in verhouding staat met de ernst van het incident. Aanwijzingen dat het vermijden van prikkels gerelateerd aan de gebeurtenissen gepaard gaat met negatieve veranderingen in stemming en cognitie, ontbreken. De klachten en het vermijden van situaties leiden niet (meer) tot significante beperkingen in het sociaal en beroepsmatig functioneren.
De bevindingen sluiten aan bij het deskundigenbericht van psychiater [psychiater01] . De klachten zijn te duiden als situatieve angst die niet gepaard gaat met psychiatrische symptomatologie noch met significante beperkingen in het sociaal en beroepsmatig functioneren en in die zin geen stoornis is. De klachten van onderzochte zijn reëel en staan in consistente relatie met het incident maar zijn door het ontbreken van een stoornis niet te duiden als een herkenbaar en benoembaar ziektebeeld op grond waarvan beperkingen aan te nemen zijn.
Dit laat onverlet dat uit het deskundigenbericht blijkt dat de klachten gedurende een periode van ongeveer anderhalf jaar wel gepaard gingen met psychiatrische symptomatologie in de vorm van een posttraumatische stress stoornis (PTSS) en een aanpassingsstoornis met depressieve kenmerken, leidend tot significante beperkingen in het sociaal en beroepsmatig functioneren. In die zin was er gedurende de genoemde periode sprake van een herkenbaar en benoembaar ziektebeeld, met op grond van consistentie en plausibiliteit aannemelijke beperkingen ten aanzien van het hanteren van conflicten, het zich (solitair) bevinden in potentieel onveilige situaties en het omgaan met onvoorspelbare situaties. Ik heb deze beperkingen conform de invulinstructies verwoord in de rubrieken persoonlijk functioneren en sociaal functioneren van de functionele mogelijkhedenlijst (FML).
Verzekeringsgeneeskundige diagnose
L516 fracturen overige onderarm
P620 post traumatische stressstoornis, in remissie
P614 overige aanpassingsstoornissen, in remissie
Prognose
De prognose ten aanzien van de mentale belastbaarheid is stationair aangezien onderzochte adequaat behandeld is voor de klachten en er geen recidief is optreden. Ten aanzien van de fysieke belastbaarheid is de prognose eveneens stationair. Er is door een ingreep enige kans op pijnverbetering maar dit zal naar verwachting niet leiden tot verandering van de beperkingen c.q.
belastbaarheid.
Alle in de FML verwoorde beperkingen zijn aan te merken als gevolg van de mishandeling/het onrechtmatig handelen.”
Uit de door [deskundige01] opgestelde FML blijkt dat er bij [eiseres01] sprake is van de volgende beperkingen:
“RUBRIEK III: AANPASSING AAN FYSIEKE OMGEVINGSEISEN
(…)
8. Trillingsbelasting
Xbeperkt, namelijk de linkerarm niet blootstellen aan druk, schokken en/of trillingen.
(...)
RUBRIEK IV: DYNAMISCHE HANDELINGEN
(..)
8. Reiken
Xlicht beperkt, kan met licht gebogen arm reiken (afstand schouder-hand: ongeveer 50-60 cm).
9. Frequent reiken tijdens het werk
Xlicht beperkt, kan zo nodig tijdens elk uur van de werkdag ongeveer 600 keer reiken. Toelichting: links beperkt, rechts normaal.
13. Duwen of trekken
Xbeperkt, kan ongeveer 10 kg duwen of trekken (volle vuilniscontainer)
14. Tillen of dragen
XLicht beperkt, kan ongeveer 10 kg tillen of dragen (peuter). Toelichting: links
beperkt, rechts normaal
15. Frequent lichte voorwerpen hanteren tijdens het werk
Xlicht beperkt, kan zo nodig tijdens elk uur van de werkdag ongeveer 300 keer voorwerpen van ruim 1 kg hanteren. Toelichting: links beperkt, rechts normaal.
16. Frequent zware voorwerpen hanteren tijdens het werk (ongeveer 10 keer per uur)
Xbeperkt, kan niet tijdens ong. een uur per werkdag frequent lasten van ong.15 kg hanteren.
(...)
21. Klimmen
XLicht beperkt, kan tenminste een huishoudtrap op en af Bij inzet beide armen is incidenteel een ladder op en af mogelijk indien de linkerarm daarbijniet meer dan licht belast wordt.”
“RUBRIEK 1: PERSOONLIJK FUNCTIONEREN
(...)
9. Specifieke voorwaarden voor het persoonlijk functioneren in arbeid
Xja, de cliënt is aangewezen op een voorspelbare werksituatie, kan niet flexibel inspelen op sterk wisselende uitvoeringsomstandigheden en/of taakinhoud.
Xja, er geleden overige specifieke voorwaarden voor het persoonlijk functioneren in arbeid, namelijk onderzochte dient zich niet (solitair) te bevinden in potentieel onveilige situaties.
RUBRIEK II: SOCIAAL FUNCTIONEREN
(...)
8. Omgaan met conflicten
XSterk beperkt, kan meestal geen conflicten hanteren.”