ECLI:NL:RBROT:2023:2801

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
31 maart 2023
Zaaknummer
10051695 CV EXPL 22-25212 en 10290852 CV EXPL 23-2297
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor adoptieovereenkomst en vertegenwoordigingsbevoegdheid in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 10 maart 2023, zijn twee gevoegde procedures aan de orde. De eiser, Rotondespecialist B.V., heeft [gedaagde01] en [gedaagde02] aangeklaagd voor het niet betalen van adoptiefees die voortvloeien uit een overeenkomst voor de adoptie van een rotonde. De eiser stelt dat [gedaagde01] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, terwijl [gedaagde02] als gevolmachtigde zou hebben opgetreden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] nooit een volmacht heeft verleend aan [gedaagde02] om namens hem te handelen. Hierdoor is er geen adoptieovereenkomst tot stand gekomen tussen Rotondespecialist en [gedaagde01]. De eis tegen [gedaagde01] is afgewezen, en Rotondespecialist is veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde01].

In de tweede procedure tegen [gedaagde02] oordeelt de kantonrechter dat Rotondespecialist gerechtigd was om aan te nemen dat [gedaagde02] als gevolmachtigde handelde, gezien zijn communicatie en ondertekening van de overeenkomst. De rechter oordeelt dat [gedaagde02] aansprakelijk is voor de adoptiefee en veroordeelt hem tot betaling aan Rotondespecialist. Tevens worden de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. De proceskosten aan de zijde van Rotondespecialist worden ook toegewezen aan [gedaagde02]. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummers: 10051695 CV EXPL 22-25212 en 10290852 CV EXPL 23-2297
datum uitspraak: 10 maart 2023 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de gevoegde zaken van
Rotondespecialist B.V.,
vestigingsplaats: Zeist,
eiseres,
gemachtigde: mr. H.P.D. den Teuling,
tegen
[gedaagde01] ,die voorheen handelde onder de naam
[bedrijf01],
woonplaats: [woonplaats01],
gedaagde,
die zelf procedeert,
en van
Rotondespecialist B.V.,
vestigingsplaats: Zeist,
eiseres,
gemachtigde: mr. H.P.D. den Teuling,
tegen
[gedaagde02] ,
woonplaats: [woonplaats02] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Rotondespecialist’, ‘ [gedaagde01] ’ en ‘ [gedaagde02] ’ genoemd.

1..De procedure(s)

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
in de procedure met zaaknummer 10051695 CV EXPL 22-25212 (Rotondespecialist tegen [gedaagde01] )
  • de dagvaarding van 5 augustus 2022, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de aanvullende producties van Rotondespecialist;
in de procedure met zaaknummer 10290852 CV EXPL 23-2297 (Rotondespecialist tegen [gedaagde02] )
  • de dagvaarding, tevens houdende incidentele vordering tot verwijzing en voeging, van 21 september 2022, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • het vonnis van de kantonrechter te Den Haag van 13 januari 2023 (met zaaknummer 10117938 RL EXPL 22-15610), waarin deze zaak wegens verknochtheid met de zaak tussen Rotondespecialist en [gedaagde01] is verwezen naar de kantonrechter te Rotterdam en waarin is medegedeeld dat op 13 februari 2023 om 11:00 uur een mondelinge behandeling wordt gehouden.
1.2.
Op 13 februari 2023 om 11:00 uur heeft een mondelinge behandeling in beide zaken plaatsgevonden. Namens Rotondespecialist is [naam01] (commercieel medewerkster) verschenen, bijgestaan door de gemachtigde voornoemd. [gedaagde01] is ook verschenen, vergezeld door [naam02] (echtgenote). [gedaagde02] is, ondanks dat hij daartoe behoorlijk is opgeroepen, niet verschenen.

2..De feiten

2.1.
Rotondespecialist is een bedrijf dat zich onder meer toelegt op het in opdracht van overheidsinstanties aanleggen, inrichten en beheren van groen- en andere voorzieningen die onderdeel zijn van infrastructurele werken of daar verband mee houden.
2.2.
[bedrijf01] is een klussenbedrijf dat tot 1 februari 2022 door [gedaagde01] gedreven werd. Per 1 februari 2022 is dit bedrijf opgeheven. Uit de (voormalige) inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel volgt dat [bedrijf01] een eenmanszaak was en dat [gedaagde01] de eigenaar was.
2.3.
Op 7 januari 2021 is een overeenkomst voor de adoptie van het middeneiland van de rotonde, gelegen op de kruising Aveling - Pending in Hoogvliet Rotterdam tot stand gekomen (hierna: de adoptieovereenkomst en/of de rotonde). In de adoptieovereenkomst is het volgende opgenomen:
“(…)
Adoptieovereenkomst van een rotonde
[bedrijf01] hierbij vertegenwoordigd door [gedaagde02]
hierna te noemen: adoptant
en: Rotondespecialist B.V., te Zeist, vertegenwoordigd door [naam03] , Directeur
(…)
komen hierbij voor de adoptie van het middeneiland van een rotonde het volgende overeen:

Deze overeenkomst gaat in op 1 februari 2021 en wordt aangegaan voor een periode van 36 maanden waarmee de overeenkomst eindigt op 31 januari 2024. Na deze periode wordt de overeenkomst telkens stilzwijgend verlengd met 12 maanden. tenzij deze middels een aangetekend schrijven en uiterlijk 3 maanden voor het verstrijken van de overeenkomst wordt opgezegd.

Het is noch adoptant, noch de Rotondespecialist toegestaan om het middeneiland van de rotonde geheel of gedeeltelijk aan derden onder te verhuren of in gebruik af te staan. Het aantal op het middeneiland te plaatsen reclameborden is afhankelijk van het aantal poten (afslagen) van de rotonde. Per poot zal 1 reclamebord worden geplaatst. De afmeting per bord is maximaal 70 cm bij 50 cm.

Adoptant bestelt de borden bij de Rotondespecialist en is zelf verantwoordelijk voor een tijdige aanlevering en goedkeuring van de bedrijfsgegevens voor de reclameborden.
(…)

Adoptant betaalt jaarlijks vooraf een adoptiefee van € 2.500 aan Rotondespecialist.
(…)

De adoptiefee wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van het meest actuele consumentenprijsindexcijfer (CPI). Dit gebeurt voor het eerst per 1 februari 2024.

Alle bovengenoemde bedragen zijn exclusief het in Nederland geldende BTW-tarief.
(…)”.
De overeenkomst is ondertekend door Rotondespecialist en “ [bedrijf01] [gedaagde02] ”.
2.4.
Voorafgaand aan de totstandkoming van de adoptieovereenkomst hebben Rotondespecialist en [gedaagde02] via e-mails met elkaar gecorrespondeerd. Per e-mail van 7 januari 2021 te 15:04 uur heeft [gedaagde02] het volgende aan Rotondespecialist geschreven:
“(…)
Het heeft een tijdje geduurd (Corona, bedrijfswissel etc…) Maar eindelijk zijn we eruit! We zouden graag de rotonde willen adopteren op de pending. Gelijk voor 3 jaar!
Bedrijfsnaam : [bedrijf01]
Graag wel via jullie borden.
Ik hoor graag of het nog mogelijk is!
(…)”.
2.5.
Uit hoofde van de adoptieovereenkomst zijn meerdere reclameborden op de rotonde geplaatst met daarop vermeldingen van de bedrijfsnaam [bedrijf01] .

3..Het geschil

3.1.
Rotondespecialist eist - samengevat - dat ofwel [gedaagde01] , ofwel [gedaagde02] (in een vonnis uitvoerbaar bij voorraad) wordt veroordeeld om:
  • aan haar te betalen een bedrag van € 6.149,31 (incl. btw) aan adoptiefee voor de periode van 1 februari 2021 tot 1 februari 2023, met wettelijke handelsrente vanaf de verzuimdata van de in overweging 3.2. genoemde facturen, althans vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening;
  • aan haar te betalen een bedrag van € 3.218,05 (incl. btw) aan adoptiefee voor de periode van 1 februari 2023 tot 1 februari 2024, met wettelijke handelsrente vanaf 31 januari 2023;
  • aan haar te betalen een bedrag van € 843,37 aan buitengerechtelijke incassokosten, met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
  • aan haar te betalen de proceskosten, met wettelijke rente vanaf veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
Rotondespecialist tegen [gedaagde01]
3.2.
Rotondespecialist baseert de eis op het volgende. [gedaagde01] is tekortgeschoten in de nakoming van de adoptieovereenkomst, doordat hij twee facturen met betrekking tot de adoptiefee, te weten de factuur van 15 januari 2021 (met kenmerknummer 2100081)
en de factuur van 3 januari 2022 (met kenmerknummer 2200033) ad in totaal € 6.149,31, ondanks diverse aanmaningen en sommaties onbetaald heeft gelaten. Aangezien [gedaagde01] zijn bedrijfsactiviteiten - zonder daarvan mededeling aan Rotondespecialist te doen -per 1 februari 2022 heeft gestaakt en zich verder voor Rotondespecialist onbereikbaar houdt, is het hoogst aannemelijk dat [gedaagde01] de toekomstige adoptiefee (voor de periode van 1 februari 2023 tot 1 februari 2024) ook niet zal betalen. Rotondespecialist heeft zich daarom genoodzaakt gezien [gedaagde01] in rechte te betrekken en betaling van de in overweging 3.1. omschreven bedragen te eisen.
3.3.
[gedaagde01] is het niet eens met de eis. Hij voert - kort gezegd - als verweer aan dat hij een eenmanszaak heeft gedreven en dat hij nooit iemand heeft gemachtigd om namens hem, althans zijn bedrijf, een adoptieovereenkomst (met Rotondespecialist) aan te gaan. [gedaagde01] heeft in elk geval niet de intentie gehad om zelf een dergelijke overeenkomst te sluiten.
Rotondespecialist tegen [gedaagde02]
3.4.
Rotondespecialist baseert de eis op het volgende. Vanwege het verweer van [gedaagde01] dat [gedaagde02] niet gevolmachtigd zou zijn om namens hem, althans zijn bedrijf, met Rotondespecialist te contracteren, heeft Rotondespecialist zekerheidshalve ook [gedaagde02] in rechte betrokken. [gedaagde02] heeft zich zowel voorafgaand aan als ten tijde van het sluiten van de adoptieovereenkomst als gevolmachtigde van de eenmanszaak van [gedaagde01] voorgedaan (zie overwegingen 2.3. en 2.4.) en daarom had Rotondespecialist niet behoren te weten of te begrijpen dat een toereikende volmacht zou hebben ontbroken. Op grond van artikel 3:70 BW moet [gedaagde02] aldus instaan voor zijn volmacht.
3.5.
[gedaagde02] is het niet eens met de eis. Hij voert - kort gezegd - als verweer aan dat hij geen werkzaamheden voor [bedrijf01] verricht. Aangezien [bedrijf01] niet zijn bedrijf is, kan hij hier ook geen beslissingen voor maken, aldus [gedaagde02] .

4..De beoordeling

de eis ten opzichte van [gedaagde01]
4.1.
In de eerste plaats gaat het, samengevat weergegeven, om de vraag of [gedaagde01] aansprakelijk is voor de door Rotondespecialist gefactureerde kosten. De kantonrechter oordeelt hierover als volgt.
4.2.
Rotondespecialist baseert haar eis op een tussen partijen tot stand gekomen adoptieovereenkomst. [gedaagde01] heeft het tot stand komen van die overeenkomst tussen hem en Rotondespecialist betwist. De kantonrechter dient in dit geschil daarom te beoordelen of tussen partijen een adoptieovereenkomst tot stand is gekomen.
4.3.
Voor de beoordeling van de vraag of tussen Rotondespecialist en [gedaagde01] een adoptieovereenkomst tot stand is gekomen, is van belang of [gedaagde02] , met wie Rotondespecialist de onderhandelingen heeft gevoerd, vertegenwoordigingsbevoegd was om een rechtshandeling in naam van [gedaagde01] te verrichten, dan wel of er in de gegeven omstandigheden sprake was van een aan [gedaagde01] toe te rekenen schijn van bevoegde vertegenwoordiging.
4.4.
Uit de (voormalige) inschrijving van [gedaagde01] in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel volgt dat [gedaagde02] niet vertegenwoordigingsbevoegd was om [gedaagde01] te binden aan een overeenkomst (zie 2.2.). Deze inschrijving was voor Rotondespecialist zichtbaar.
4.5.
De vraag die dan beantwoording behoeft, is of Rotondespecialist zich kan beroepen op artikel 3:61 lid 2 BW zoals zij, naar de kantonrechter begrijpt, heeft beoogd te doen. Daartoe is vereist dat [gedaagde02] namens [gedaagde01] heeft gehandeld en dat Rotondespecialist door een verklaring of gedraging van [gedaagde01] dan wel op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van [gedaagde01] komen redelijkerwijs mocht aannemen dat [gedaagde02] bevoegd was om [gedaagde01] te vertegenwoordigen.
4.6.
Daarvan is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake. Rotondespecialist heeft haar stellingen daaromtrent niet onderbouwd, maar louter in algemene bewoordingen gesteld dat het niet anders kan dan dat [gedaagde02] namens [gedaagde01] heeft gehandeld. Rotondespecialist had, gelet op het daarop gerichte verweer van [gedaagde01] , de voor risico van [gedaagde01] komende feiten en omstandigheden waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [gedaagde02] kan worden afgeleid inzichtelijk moeten maken. Door dat na te laten heeft Rotondespecialist haar stellingen onvoldoende gemotiveerd onderbouwd om daarin te kunnen worden gevolgd. Rotondespecialist heeft tijdens de mondelinge behandeling nog gesteld dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [gedaagde02] kan worden afgeleid uit de naamgeving van het bedrijf [Visser &
Zn.Timmerwerken] en uit het “stilzitten” van [gedaagde01] vanaf het moment waarop hij de borden als genoemd in overweging 2.5. op de rotonde zag staan, maar dat maakt een en ander niet anders. De betreffende stellingen lijken vooral gebaseerd te zijn op aannames en zijn daarom onvoldoende specifiek om als een schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid te (kunnen) worden opgevat.
4.7.
Het voorgaande leidt er dan ook toe dat niet is gebleken dat tussen Rotondespecialist en [gedaagde01] een adoptieovereenkomst tot stand is gekomen. De eis van Rotondespecialist wordt afgewezen.
proceskosten
4.8.
Rotondespecialist krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten van [gedaagde01] betalen (zie artikel 237 Rv). Aangezien [gedaagde01] op de mondelinge behandeling is verschenen, worden de proceskosten aan zijn kant op een (forfaitair) bedrag van € 50,00 aan reis-, verblijf-, en verletkosten vastgesteld.
de eis ten opzichte van [gedaagde02]
4.9.
Nu niet is komen vast te staan dat tussen Rotondespecialist en [gedaagde01] een adoptieovereenkomst tot stand is gekomen, rijst de vraag of Rotondespecialist [gedaagde02] kan aanspreken voor de bedragen als omschreven in overweging 3.1. De kantonrechter overweegt hierover als volgt.
4.10.
In artikel 3:70 BW is bepaald dat degene die namens een andere (rechts)persoon een overeenkomst sluit met een derde, jegens de derde dient in te staan voor het bestaan en de omvang van zijn volmacht, tenzij de derde wist of behoorde te weten dat een toereikende volmacht ontbrak dan wel de inhoud van de volmacht volledig aan de derde was medegedeeld. Dit instaan voor het bestaan en de omvang van de volmacht houdt in dat de pseudo-gevolmachtigde, indien de volmacht niet in de gestelde omvang aanwezig blijkt te zijn, aan de derde de door het ontbreken van een toereikende volmacht ontstane schade dient te vergoeden. De derde heeft op grond van artikel 3:70 BW recht op vergoeding van het zogeheten “positief contractsbelang”.
Dit betekent dat de derde (financieel) moet worden gebracht in de toestand waarin hij of zij verkeerd zou hebben wanneer de pseudo-gevolmachtigde wel vertegenwoordigingsbevoegd was geweest.
4.11.
Voor een geslaagde actie op de voet van artikel 3:70 BW moet de derde (in dit geval: Rotondespecialist) stellen en zo nodig bewijzen dat de pseudo-gevolmachtigde als gevolmachtigde is opgetreden en in die hoedanigheid een overeenkomst van een bepaalde inhoud tot stand heeft gebracht, dat de pseudo-gevolmachtigde geen toereikende volmacht had en dat zij (in hoedanigheid van derde) als gevolg van het optreden zonder toereikende volmacht schade heeft geleden.
4.12.
Aangezien vast staat dat [gedaagde02] (onder andere) in zijn e-mail van 7 januari 2021 de gegevens van het bedrijf van [gedaagde01] - in de “wij-schrijfvorm”- aan Rotondespecialist heeft doorgegeven en hij ook de adoptieovereenkomst “namens” [bedrijf01] heeft ondertekend (zie overwegingen 2.3. en 2.4.), heeft Rotondespecialist er naar het oordeel van de kantonrechter gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat [gedaagde02] ten aanzien van de adoptieovereenkomst als gevolmachtigde is opgetreden en niet slechts als een “bode”. Nu Rotondespecialist daar bovenop onweersproken heeft gesteld dat zij - als gevolg van het ontbreken van een toereikende volmacht - schade heeft geleden (uit hoofde van de adoptieovereenkomst zijn immers meerdere reclameborden op de rotonde geplaatst met daarop vermeldingen van de bedrijfsnaam [bedrijf01] , waarvoor niet is betaald), is voldaan aan de vereisten van artikel 3:70 BW. [gedaagde02] zal daarom jegens Rotondespecialist moeten instaan voor het bestaan en de omvang van zijn volmacht. Het verweer van [gedaagde02] dat hij niet werkzaam is bij [bedrijf01] leidt niet tot een ander oordeel.
4.13.
Het voorgaande brengt met zich dat - nu de hoogte van de geëiste bedragen verder niet is betwist - [gedaagde02] wordt veroordeeld tot betaling aan Rotondespecialist van een bedrag van in totaal € 9.367,36 (€ 6.149,31 + € 3.218,05) aan adoptiefee.
rente
4.14.
De geëiste wettelijke handelsrente over de adoptiefee wordt toegewezen, omdat Rotondespecialist genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde02] dat niet heeft betwist.
buitengerechtelijke incassokosten
4.15.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De geëiste wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten is niet toewijsbaar, nu niet is gesteld of gebleken dat de kosten vóór dagvaarding dan wel vóór de ingebrekestelling door Rotondespecialist aan haar gemachtigde zijn betaald.
proceskosten
4.16.
[gedaagde02] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten van Rotondespecialist betalen (zie artikel 237 Rv). Aangezien in het vonnis van 13 januari 2023 nog niet is beslist over de proceskosten in de hoofdzaak, stelt de kantonrechter deze kosten tot vandaag vast op € 105,31 aan dagvaardingskosten, € 514,00 aan griffierecht en € 622,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 311,00). Dit is in totaal € 1.241,31.
Voor kosten die Rotondespecialist maakt na deze uitspraak moet [gedaagde02] een bedrag betalen van € 132,00 (1/2 punt x € 311,00 met een maximum van € 132,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente wordt toegewezen.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.17.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5..De beslissing

De kantonrechter:
in de procedure met zaaknummer 10051695 CV EXPL 22-25212 (Rotondespecialist tegen [gedaagde01] )
5.1.
wijst de eis van Rotondespecialist integraal af;
5.2.
veroordeelt Rotondespecialist in de proceskosten die aan de kant van [gedaagde01] tot vandaag worden vastgesteld op € 50,00;
in de procedure met zaaknummer 10290852 CV EXPL 23-2297 (Rotondespecialist tegen [gedaagde02] )
5.3.
veroordeelt [gedaagde02] om aan Rotondespecialist te betalen een bedrag van € 10.210,73 aan hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over:
  • een bedrag van € 6.149,31 vanaf de verzuimdata van de in overweging 3.2. genoemde facturen tot aan de dag van volledige betaling;
  • een bedrag van € 3.218,05 vanaf 31 januari 2023 tot aan de dag van volledige betaling;
5.4.
veroordeelt [gedaagde02] in de proceskosten die aan de kant van Rotondespecialist tot vandaag worden vastgesteld op € 1.241,31, vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de veertiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
44240