ECLI:NL:RBROT:2023:3106

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 april 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
10/164443-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens volledige ontoerekeningsvatbaarheid en oplegging van TBS met voorwaarden na poging tot doodslag door zoon op vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 april 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van poging tot doodslag op zijn vader. De verdachte, geboren op [geboortedatum01] in [geboorteplaats01], was ten tijde van de feiten preventief gedetineerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar was op het moment van het delict, dat plaatsvond op 1 juli 2022 te Rhoon, gemeente Albrandswaard. De verdachte heeft zijn vader meermalen geslagen en gestompt, de keel dichtgeknepen en geprobeerd zijn vader te doden, maar het feit is niet voltooid. De officier van justitie heeft TBS met voorwaarden geëist, en de rechtbank heeft de conclusies van twee deskundigen gevolgd die hebben vastgesteld dat de verdachte lijdt aan schizofrenie en een stoornis in cannabisgebruik. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte niet strafbaar is en heeft hem ontslagen van alle rechtsvervolging. Wel is de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden opgelegd, omdat de verdachte een hoog risico op recidive vertoont. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de TBS-maatregel vastgesteld, waaronder het meewerken aan reclasseringstoezicht en het volgen van behandeling.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/164443-22
Datum uitspraak: 7 april 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [plaats01],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
P.I. [detentieadres01] ,
raadsman mr. J.J. Bussink, advocaat te ’s-Gravenhage.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 maart 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.J.G. Leeuw heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • oplegging van de maatregel van ter beschikkingstelling met voorwaarden, met de voorwaarden zoals die door de reclassering in het reclasseringsadvies TBS met voorwaarden van 16 februari 2023 zijn geformuleerd. Daarnaast heeft de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel verzocht.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 1 juli 2022 te Rhoon, gemeente Albrandswaard ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer01] zijnde zijn, verdachtes, vaderopzettelijk van het leven te beroven, meermalen met kracht
- in het gezicht van die [slachtoffer01] heeft geslagen en gestompt (waardoor en nadat die [slachtoffer01] op de grond terecht kwam) en
- de keel van die [slachtoffer01] heeft dichtgeknepen en zijn, verdachtes hand op de mond van die [slachtoffer01] heeft geplaatst waardoor die [slachtoffer01] geen lucht meer kreeg en
- met zijn, verdachtes, vingers in de oogbollen van die [slachtoffer01] heeft geduwd en,
- het hoofd van die [slachtoffer01] heeft vastgepakt en tegen de grond heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
poging tot doodslag
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Bij de stukken in het dossier bevinden zich een Pro Justitia rapportage van 14 december 2022, opgesteld door [naam01] , psychiater, en een Pro Justitia rapportage van 19 december 2022, opgesteld door [naam02] , gz-psycholoog.
Beide deskundigen komen tot de conclusie dat er bij de verdachte sprake is van de psychische stoornis schizofrenie in combinatie met een stoornis in cannabisgebruik en een psychotisch toestandsbeeld.
Uit deze rapportages blijk dat de verdachte een week voorafgaand aan het ten laste gelegde merkte dat hij angstiger en achterdochtiger was. Hij ervaarde een verhoogde alertheid op geluiden en de neiging deze op zichzelf te betrekken. Er was sprake van toegenomen lichamelijke en mentale onrust, waarbij een slaaptekort ontstond. Deskundige Van der Hoorn geeft aan te vermoeden dat de verdachte paranoïde wanen had tijdens een incident één dag voorafgaand aan het ten laste gelegde. Hierbij sloeg de verdachte op de deur van zijn buurjongen en deed hij verwarde uitspraken. Ook na aanhouding worden door de deskundigen symptomen van een psychotisch toestandsbeeld gezien. De verdachte kwam verward over tijdens transport en deed uitspraken over demonen, de schipping, het doorbreken van een bloedlijn en dat hij vandaag dood moest. Volgens de deskundige Van der Hoorn worden deze uitspraken verklaard vanuit een psychotisch toestandsbeeld met wanen.
Volgens beide deskundigen was de geconstateerde stoornis aanwezig op het moment van het door de verdachte tegen zijn vader gebruikte geweld. Zij schatten in dat deze stoornissen het handelen van verdachte dusdanig hebben beïnvloed dat de verdachte in het geheel niet meer in staat was zijn handelen te bepalen. Daarom adviseren zij verdachte het tenlastegelegde niet toe te rekenen.
De rechtbank volgt de deskundigen in hun conclusies en maakt deze tot de hare.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de verdachte niet strafbaar is omdat het tenlastegelegde feit hem wegens zijn psychische stoornissen niet kan worden toegerekend. De verdachte zal daarom worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

7..Motivering maatregel

7.1.
Algemene overweging
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 3 maart 2023, het reclasseringsadvies TBS met voorwaarden van Reclassering Nederland
d.d. 16 februari 2023 en de hierboven reeds behandelde rapporten.
7.2.
Feiten waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag op zijn vader. Toen zijn vader voor het portier van de auto ging staan om te voorkomen dat de verdachte naar huis zou gaan, begon de verdachte te schreeuwen. De verdachte heeft vervolgens zijn vader meermaals met beide vuisten in het gezicht (op zijn wangen, lip en oogkassen) geslagen, waarop zijn vader op de grond viel. Terwijl zijn vader op de grond lag, heeft de verdachte met beide handen de keel van zijn vader dichtgeknepen waardoor hij geen lucht kreeg. Dit deed de verdachte zo hard dat zijn vader het idee had dat de verdachte hem wilde vermoorden. Zijn vader heeft verdachtes handen kunnen wegduwen omdat de verdachte, vanwege de grote hoeveelheid bloed op de hals van zijn vader, geen grip meer kon krijgen op zijn keel. Ook heeft de verdachte met zijn vingers in de oogbollen van zijn vader geduwd en zijn hoofd vastgepakt en deze hard tegen de grond geslagen. Omstanders zijn er uiteindelijk in geslaagd om de verdachte te overmeesteren en van zijn vader af te halen.
Het letsel van vader is beperkt gebleven. Ter zitting heeft vader verklaard er geen lichamelijk letsel aan te hebben overgehouden. Als de omstanders er niet in waren geslaagd om de verdachte te overmeesteren, had deze dag heel anders kunnen aflopen.
Dat is niet alleen zeer ernstig, maar ook erg verdrietig. Het moet voor vader vreselijk zijn geweest om door zijn eigen zoon op deze manier te zijn aangevallen. Ook op de rest van het gezin moet het feit grote impact hebben gehad. Maar ook op de verdachte zelf heeft het feit naar de overtuiging van de rechtbank veel indruk gemaakt. De verdachte heeft ter zitting aangegeven spijt te hebben van wat er is gebeurd en erg te zijn geschrokken van het feit dat hij tot een dergelijk handelen in staat is gebleken. Vader heeft ter zitting aangegeven de verdachte te vergeven en heeft de hoop uitgesproken dat er goede hulp voor zijn zoon wordt gevonden.
7.3.
TBS maatregel met voorwaarden
Omdat de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde feit volledig ontoerekeningsvatbaar was, kan aan hem geen straf worden opgelegd. Wel kan een maatregel worden opgelegd. De beide deskundigen en de reclassering hebben geadviseerd om aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden op te leggen, waarbij de reclassering voorwaarden heeft geformuleerd voor een eventueel op te leggen TBS-maatregel.
Aan de voorwaarden voor het opleggen van een TBS-maatregel met voorwaarden is voldaan.
Ten eerste volgt uit de eerder aangehaalde Pro Justitia rapportages dat er bij de verdachte ten tijde van het begaan van het feit ziekelijke stoornissen van de geestesvermogens bestonden.
Daarnaast is sprake van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld, waarmee aan de tweede voorwaarde is voldaan.
Zowel de beide deskundigen als de reclassering schatten het risico op gewelddadig gedrag in de toekomst in als hoog. Deskundige Van der Hoorn merkt in dat kader op dat het risico op recidive voor een belangrijk deel wordt bepaald door de mate waarin de verdachte zich houdt aan de behandeling, zijn middelengebruik staakt en zijn medicatie volgens voorschrift gebruikt. Het risico op ontregeling kan verminderd worden door het gebruik van antipsychotische medicijnen en het behouden van abstinentie van drugs. Zonder behandeling blijft het risico op gewelddadig gedrag onveranderd. Behandeling en begeleiding is dan ook noodzakelijk om de kans op herhaling binnen aanvaardbare grenzen terug te krijgen. Deskundige [naam02] merkt op dat de voorgeschiedenis van de verdachte van middelengebruik en ernstige psychiatrische symptomen in het verleden en in de recente geschiedenis, met een minimale respons op behandeling de belangrijkste risicofactoren zijn.
Gelet op de bij de verdachte geconstateerde psychische stoornissen en het feit dat het risico op recidive zonder behandeling door zowel de deskundigen als de reclassering wordt ingeschat als hoog, is de rechtbank van oordeel dat de algemene veiligheid van personen eist dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld. Het opleggen van een TBS-maatregel met voorwaarden is door beide deskundigen en door de reclassering geadviseerd en haalbaar geacht. De reclassering heeft voorwaarden opgesteld en verder de dadelijke uitvoerbaarheid van de TBS met voorwaarden geadviseerd. De verdachte heeft zowel bij de reclassering als ter zitting aangegeven bereid te zijn tot het naleven van de door de reclassering gestelde voorwaarden.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling opleggen, met de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. Daarbij ziet de rechtbank aanleiding de voorwaarde met betrekking tot een time-out, gelet op het arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1027) en de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 december 2022 (ECLI:NL:GHARL:2022:10739) te herformuleren.
De rechtbank zal bevelen dat de voorwaarden zoals omschreven door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat hij wederom een misdrijf zal begaan dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 38, 38a, 45 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de verdachte:
verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
verdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht, wat onder andere het volgende inhoudt:
verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig acht;
  • verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien;
  • verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering;
  • verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is;
  • verdachte werkt mee aan huisbezoeken;
  • verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
  • verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
 verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
  • als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
  • verdachte gaat niet naar het buitenland of naar het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
  • verdachte laat zich opnemen in een kliniek, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering en de zorginstelling dat nodig vinden. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
  • verdachte laat zich behandelen door een nader door de reclassering te bepalen forensisch ambulante behandelinstelling of een soortgelijke zorgverlener. De behandeling start aansluitend aan de klinische behandeling. De behandeling duurt zolang de reclassering en/of de zorginstelling dat nodig vindt. Het innemen van medicijnen en de control daarop kan onderdeel zijn van de behandeling;
  • verdachte verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, bijvoorbeeld de HoopGGZ te Dordrecht, te bepalen door de reclassering (mits geïndiceerd). Het verblijf start aansluitend aan zijn klinische behandeling. Het verblijf duurt zolang de reclassering en de verblijfsinstelling dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
  • verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • verdachte gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • Betrokkene zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende- en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding.
geeft aan Reclassering Nederland opdracht de verdachte bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt de onmiddellijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F. Wegman, voorzitter,
en mrs. C. Vogtschmidt en R.E. Drenth, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Kroes, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 1 juli 2022 te Rhoon, gemeente Albrandswaard ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer01] (zijnde zijn, verdachtes, vader) opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
(meermalen) (met kracht)
- in het gezicht en/of tegen/op het hoofd van die [slachtoffer01] heeft geslagen en/of gestompt (waardoor en/of nadat die [slachtoffer01] op de grond terecht kwam) en/of
- de keel van die [slachtoffer01] heeft dichtgeknepen en/of zijn, verdachtes hand op de mond van die [slachtoffer01] heeft geplaatst (waardoor die [slachtoffer01] geen lucht meer kreeg) en/of
- met zijn, verdachtes, vingers in/op de oogbol(len) van die [slachtoffer01] heeft geduwd en/of,
- het hoofd van die [slachtoffer01] heeft vastgepakt en/of tegen de grond heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.