Op 11 april 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake het ambtshalve ontslag van de professionele bewindvoerder, Toekomst Bewindvoeringen B.V. De zaak betreft een verzoek tot ontslag dat op 1 november 2022 is ingediend, waarbij de bewindvoerder werd verweten dat er sprake was van belangenverstrengeling, onheuse bejegening, slechte communicatie en een gebrek aan kennis en kwaliteit. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op een zitting op 21 november 2022, waar de bewindvoerder en haar advocaat aanwezig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder niet over voldoende kennis van wet- en regelgeving beschikte en dat de ingediende rekeningen en verantwoordingen ondermaats waren. Ondanks eerdere gesprekken en een benoemingstop, zijn er geen zichtbare verbeteringen opgetreden in de bedrijfsvoering van de bewindvoerder. De kantonrechter concludeert dat de tekortkomingen in de bedrijfsvoering een gewichtige reden vormen voor het ontslag van de bewindvoerder, zoals bedoeld in artikel 1:448 lid 2 BW.
De beschikking bepaalt dat het ontslag ingaat per 1 mei 2023 en dat de bewindvoerder geen kosten in rekening mag brengen voor het opmaken van de eindrekening. De opvolgend bewindvoerder zal worden benoemd en heeft de taak om het dossier over te nemen en eventuele problemen te analyseren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en kan in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof in Den Haag.