ECLI:NL:RBROT:2023:314

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 januari 2023
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
10057036 \ CV EXPL 22-25825
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van koopovereenkomst en ontbindingsrecht bij consumentenkoop

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en Altijd Raak Penders Auto’s & Parts B.V. over de herroeping van een koopovereenkomst. De eiser, die een uitlaat had gekocht voor € 450,00, heeft deze na ontvangst teruggestuurd omdat hij deze niet in goede staat bevond. Hij heeft Penders per e-mail op de hoogte gesteld van zijn beslissing om de uitlaat te retourneren en heeft verzocht om terugbetaling van het aankoopbedrag. Penders heeft echter geweigerd het bedrag terug te betalen, met als argument dat de uitlaat op maat was gemaakt en dat de eiser geen ondubbelzinnige verklaring had afgegeven voor de ontbinding van de overeenkomst.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de koopovereenkomst is gesloten buiten de verkoopruimte en dat de eiser als consument handelde. Hierdoor is artikel 6:230o BW van toepassing, wat de consument het recht geeft om de koopovereenkomst binnen veertien dagen zonder opgave van redenen te ontbinden. De rechter oordeelde dat de e-mail van de eiser voldoende was als ondubbelzinnige verklaring voor de ontbinding, ondanks dat hij niet expliciet aangaf de overeenkomst geheel te willen annuleren. De rechter concludeerde dat de eiser tijdig gebruik had gemaakt van zijn ontbindingsrecht.

Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat Penders onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de uitlaat op maat was gemaakt, waardoor het ontbindingsrecht van de eiser niet kon worden uitgesloten. De rechter heeft de vordering van de eiser tot terugbetaling van het aankoopbedrag van € 450,00 toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten en rente. Penders werd veroordeeld in de proceskosten van de eiser. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het eerdere verstekvonnis werd bekrachtigd.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10057036 \ CV EXPL 22-25825
datum uitspraak: 6 januari 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser],
woonplaats: [woonplaats],
eiser,
thans gedaagde in verzet,
gemachtigde: [naam] van Hafkamp Gerechtsdeurwaarders,
tegen
Altijd Raak Penders Auto’s & Parts B.V.,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
gedaagde,
thans eiseres in verzet,
gemachtigde: mr. P.E. Epping.
De partijen worden hierna ‘[eiser]’ en ‘Penders’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 23 maart 2022, met bijlagen;
  • het verstekvonnis van deze rechtbank van 26 april 2022 met zaaknummer 9786735 \ CV EXPL 22-10259;
  • de verzetdagvaarding van 17 juni 2022, met bijlagen;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
1.2.
Op 23 november 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met de gemachtigden van partijen besproken.

2..De feiten

2.1.
Tussen partijen is een overeenkomst tot stand gekomen met betrekking tot de koop van een (gebruikte) uitlaat voor een bedrag van € 450,00.
2.2.
Op 18 augustus 2021 is deze uitlaat bij [eiser] bezorgd. Bij e-mail van 19 augustus 2021 heeft [eiser] aan Penders laten weten de uitlaat niet te accepteren, en aangekondigd dat hij de uitlaat zou retourneren. In dit e-mailbericht schreef [eiser], voor zover in de onderhavige procedure van belang, het volgende
“(…)
das bestellte Teil „middle silencer” habe ich gestern erhalten.
Heute has es meine Werkstatt überprüft:
-
Ja, das Teil als solches ist zwar korrekt
-
Jedoch: das Teil ist leider in keinem guten Zustand (Fotos):Es is stark verrostet, vermutlich unzureichend gelagert; bei Einbau würde es wohl nicht lange halten.
Daher bitte ich Sie im Ihr Verständnis, dass ich dieses Teil Ihnen zurücksende.
Ich bitte Sie im schnellstmögliche Gutschrift des vorab bezahlten Betrags. (…)”.
2.3.
Op 23 augustus 2021 is de uitlaat door Penders retour ontvangen.
2.4.
In artikel 6 van de algemene voorwaarden van Penders is, voor zover in deze procedure van belang, het volgende opgenomen:

Koper kan nimmer aanspraak maken op vergoeding van de kosten voor: inbouw, uitbouw, montage, vervoer of kosten anders dan die van het aankoopbedrag.”.
2.5.
Bij exploot van 23 mei 2022 is het verstekvonnis aan Penders betekend.

3..Het geschil

3.1.
[eiser] eist samengevat:
  • Penders te veroordelen aan hem te betalen € 545,95 met rente;
  • Penders te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 450,00, rente van € 5,20 (berekend tot 23 maart 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 90,75 (inclusief btw).
3.2.
Aan zijn eis heeft [eiser] (samengevat) het volgende ten grondslag gelegd. Tussen [eiser] en Penders is een overeenkomst tot stand gekomen met betrekking tot de koop door [eiser] van een uitlaat voor een bedrag van € 480,00. Na ontvangst van deze uitlaat heeft [eiser] Penders bij e-mail van 19 augustus 2021 laten weten deze niet te accepteren, in verband met de toestand waarin de uitlaat verkeerde (deze was verroest). In dit e-mailbericht liet [eiser] daarnaast weten dat hij de uitlaat nog dezelfde dag terug zou sturen. De uitlaat is vervolgens op 23 augustus 2021 retour ontvangen. Penders heeft het gevorderde bedrag van € 450,00 (de koopsom minus portokosten) tot op heden niet terugbetaald. Omdat [eiser] gebruik heeft gemaakt van zijn ontbindingsrecht, is Penders daar wel toe gehouden.
3.3.
In het genoemde verstekvonnis is de eis grotendeels toegewezen, met dien verstande dat de buitengerechtelijke incassokosten zijn toegewezen tot een bedrag van € 81,68 (inclusief btw) en de gevorderde informatiekosten KvK zijn afgewezen.
3.4.
Penders is het niet eens met de eis in de oorspronkelijke dagvaarding en het verstekvonnis en voert daartegen het volgende aan. Aan [eiser] komt geen ontbindingsrecht toe. Om hier gebruik van te kunnen maken moet [eiser] een ondubbelzinnige verklaring uitbrengen waaruit blijkt dat hij de koop ongedaan wenst te maken. [eiser] heeft geen dergelijke ondubbelzinnige verklaring uitgebracht. Hij heeft niet aangegeven in het geheel geen overeenkomst meer te willen met Penders. Daar komt bij dat de uitlaat speciaal voor [eiser] op maat is gemaakt, zodat sprake is van uitsluiting van het ontbindingsrecht. Tot slot is in de toepasselijke algemene voorwaarden opgenomen dat een koper geen aanspraak kan maken op vergoeding van de kosten anders dan de aankoopsom. De gevorderde buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking.

4..De beoordeling

Koopovereenkomst
4.1.
Tussen partijen staat (als onweersproken) vast dat [eiser] een uitlaat van Penders heeft gekocht voor een bedrag van € 480,00, en dat [eiser] dit bedrag aan Penders heeft betaald. In geschil is of Penders een bedrag van € 450,00 (de koopsom minus portokosten) aan [eiser] moet terugbetalen.
Kan [eiser] gebruikmaken van zijn ontbindingsrecht?
Ondubbelzinnige verklaring
4.2.
Tussen partijen staat vast dat de koopovereenkomst is gesloten buiten de verkoopruimte, en dat [eiser] heeft gehandeld als consument. Dit betekent dat artikel 6:230o BW van toepassing is. Op grond van dit artikel kan de consument ([eiser]) de koopovereenkomst zonder opgave van redenen ontbinden tot een termijn van veertien dagen is verstreken na de dag waarop de consument de zaak (de uitlaat) heeft ontvangen (artikel 6:230o lid 1 sub a onder 1 BW). De consument oefent zijn ontbindingsrecht uit door binnen veertien dagen een modelformulier voor ontbinding aan de handelaar (Penders) te zenden óf door een andere daartoe strekkende ondubbelzinnige verklaring te doen aan de handelaar (artikel 6:230o lid 3 BW).
4.3.
Penders heeft aangevoerd dat [eiser] niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 6:230o lid 3 BW, omdat hij niet ondubbelzinnig aan Penders heeft laten weten dat hij gebruik wil maken van zijn ontbindingsrecht. Uit het hierboven genoemde e-mailbericht van 19 augustus 2021 blijkt naar het oordeel van de kantonrechter echter duidelijk dat [eiser] de overeenkomst wil ontbinden. In dit e-mailbericht vraagt [eiser] Penders het vooraf betaalde bedrag zo snel mogelijk te crediteren, en geeft hij aan dat hij de uitlaat zal retourneren. Hieruit kan ondubbelzinnig worden afgeleid dat hij gebruik wil maken van zijn ontbindingsrecht. Dat [eiser] in dit e-mailbericht niet heeft aangegeven in het geheel geen overeenkomst meer te willen met Penders, doet hieraan niet af. Het staat de consument vrij een overeenkomst in zijn eigen woorden te herroepen, mits zijn verklaring ten overstaan van de handelaar ondubbelzinnig is. [1] Door Penders te vragen het door hem betaalde bedrag zo snel mogelijk te crediteren en aan te geven dat de uitlaat zal worden geretourneerd, heeft [eiser] duidelijk aangegeven dat hij de overeenkomt wil ontbinden/herroepen. Nu vaststaat dat [eiser] dit e-mailbericht binnen veertien dagen na ontvangst van de uitlaat aan Penders heeft verstuurd, heeft hij zijn ontbindingsrecht tijdig ingeroepen. [eiser] komt in beginsel dan ook een ontbindingsrecht toe.
Op maat gemaakt product
4.4.
Penders heeft echter aangevoerd dat sprake is van een op maat gemaakt product, zodat Penders überhaupt geen ontbindingsrecht toekomt (artikel 6:230p sub f onder 1 BW). De stelplicht en de bewijslast van de stelling dat sprake is van een op maat gemaakt product rusten op Penders. Uit de overeenkomst tussen partijen blijkt niet dat de uitlaat op maat is gemaakt. Dat de uitlaat is verzaagd blijkt daarnaast niet uit de overgelegde foto’s of e-mailberichten. Bij navraag tijdens de mondeling behandeling kon de gemachtigde van Penders bovendien niet aangegeven op welke plek de uitlaat verzaagd zou zijn. Ook uit de factuur van 23 juli 2021 blijkt niet dat de uitlaat op maat is gemaakt. Uit de zin ‘
Produkten die op maat besteld zijn kunnen niet retour’ die op de factuur is vermeld, kan naar het oordeel van de kantonrechter ook niet worden afgeleid dat sprake is van een op maat gemaakt product. Dat deze zin alleen op facturen van op maat gemaakte producten staat, is door Penders niet aangetoond. Alles overwegende heeft Penders naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is van een op maat gemaakte uitlaat. Nu niet vast is komen te staan dat sprake is van een op maat gemaakt product, is artikel 6:230p BW niet van toepassing.
Conclusie; hoofdsom
4.5.
Aan [eiser] komt een ontbindingsrecht toe. Vaststaat dat hij tijdig van dit ontbindingsrecht gebruik heeft gemaakt, zodat [eiser] de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden. Penders dient het bedrag van € 450,00 terug te betalen. Dit betekent dat dit deel van het verstekvonnis wordt bekrachtigd.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.6.
Penders heeft aangevoerd dat [eiser] geen aanspraak kan maken op vergoeding van kosten anders dan die van het aankoopbedrag, omdat dit is overeengekomen in artikel 6 van de toepasselijke algemene voorwaarden. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en rente komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking, aldus Penders.
4.7.
[eiser] is een consument. In dat geval moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen partijen gesloten overeenkomst staan niet oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG (hierna: de richtlijn oneerlijke bedingen). Op grond van artikel 6:233 aanhef en onder a BW is een beding in de algemene voorwaarden vernietigbaar indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is. Bij toetsing aan dit artikel moet het beding conform de richtlijn oneerlijke bedingen worden geïnterpreteerd. Volgens deze richtlijn wordt een beding in een overeenkomst als de onderhavige waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
4.8.
Door in de algemene voorwaarden uit te sluiten dat [eiser] recht heeft op vergoeding van kosten anders dan die van het aankoopbedrag, heeft Penders naar het oordeel van de kantonrechter het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk verstoord. De consument kan op grond van deze algemene voorwaarden namelijk geen vergoeding vorderen van de door hem gemaakte buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente, terwijl Penders dit in een dergelijk geval wel kan. Het recht van Penders om buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente te vorderen is namelijk niet uitgesloten in haar algemene voorwaarden. Penders heeft geen feiten en omstandigheden gesteld die het uitsluiten van de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente in dit specifieke geval kunnen rechtvaardigen. De kantonrechter is van oordeel dat artikel 6 gelet op deze omstandigheden oneerlijk is in de zin van de richtlijn oneerlijke bedingen en vernietigt deze bepaling omdat deze bepaling het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen verstoort en dus onredelijk bezwarend is voor de consument.
4.9.
Het voorgaande betekent dat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten in beginsel kunnen worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen. Voor de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten sluit de kantonrechter aan bij het verstekvonnis, omdat een te hoog bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is gevorderd. Het bedrag van € 81,68 (inclusief btw) dat in het verstekvonnis is toegewezen, is het bedrag waarop [eiser] recht heeft volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Dit betekent dat het verstekvonnis voor wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten wordt bekrachtigt.
4.10.
De rente van € 5,20 (berekend tot 22 maart 2022) wordt toegewezen, omdat uit de stellingen van [eiser] volgt dat deze moet worden betaald en Penders deze stellingen verder niet heeft betwist. Het verstekvonnis wordt ook op dit punt bekrachtigd.
Proceskosten
4.11.
Penders krijgt ongelijk en moet daarom op de voet van artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de proceskosten betalen. Het verstekvonnis wordt derhalve ten aanzien van de proceskosten bekrachtigd. Penders wordt daarnaast veroordeeld in de proceskosten van [eiser] in de verzetprocedure, tot aan dit vonnis aan de zijde van [eiser] begroot op € 248,00 aan salaris voor de gemachtigde, te weten twee punten à € 124,00 per punt. Voor kosten die [eiser] maakt na dit vonnis moet Penders ook een bedrag betalen van € 62,00 (1/2 punt x € 124,00 tarief met een maximum van € 124,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van dit vonnis.
Conclusie
4.12.
Gelet op al het voorgaande wordt het verstekvonnis in stand gelaten.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.13.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
bekrachtigt het op 26 april 2022 tussen partijen gewezen verstekvonnis met zaaknummer 9786735 \ CV EXPL 22-10259;
5.2.
veroordeelt Penders in de kosten van de verzetprocedure, aan de kant van [eiser] tot vandaag vastgesteld op € 248,00;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en in het openbaar uitgesproken.
54214

Voetnoten

1.Richtlijn consumentenrechten (nr. 2011/83/EU), overweging 44.