Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 9 november 2022, met bijlagen;
- het antwoord met eis in reconventie (tegenvordering), met bijlagen;
- de brief van de griffier van 16 januari 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van 15 februari 2023 van [eiseres01] , met bijlagen;
- de pleitaantekeningen van mr. Özer.
2..De inleiding
primairom voor recht te verklaren dan wel te bepalen dat [eiseres01] met ingang van de dag van de dagvaarding huurder van de woning is.
primairevordering erop neer dat Havensteder betwist dat tussen [eiseres01] en haar vader een duurzame gemeenschappelijke huishouding heeft bestaan. Havensteder stelt zich verder op het standpunt dat aan [eiseres01] geen beroep op de Gedragscode toekomt, zodat ook haar
subsidiairevordering moet worden afgewezen.
3..De beoordeling
blijvendsamen te gaan wonen. De samenwoning lijkt veel meer te zijn ingegeven door de noodzaak voor [eiseres01] om een andere verblijfplaats te vinden én de steun die zij en haar vader aan elkaar hadden. Hierdoor is sprake van een wezenlijk andere situatie dan van andere “terugkeerders”, waarbij in de rechtspraak wel is aangenomen dat sprake was van een duurzame huishouding. Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Hoge Raad van 10 augustus 1983 (ECLI:NL:HR:1983:AG4639), het Gerechtshof Amsterdam van 31 maart 2009 (ECLI:NL:GHAMS:2009:BL8080) en 10 december 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:4413) en het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 31 oktober 2017 (ECLI:NL:GHSHE:2017:4703). In al deze zaken was sprake van kinderen die na een stukgelopen relatie/relatieproblemen of juist met een partner terugkeerden bij een ouder. Daarvan is in dit geval geen sprake.
(…) Mijn broer heeft een zware periode gehad na zijn scheiding. Hij kon niet meer zelfstandig functioneren, hij zag het niet meer zitten. Daarom is mijn nichtje toen terug gaan wonen bij haar vader om voor hem te zorgen. Met de tijd zorgden zij voor elkaar. Mijn nichtje zag zichzelf nergens anders dan met haar vader wonen.(…) Helaas werd mijn broer ziek. Mijn nichtje werd toen zijn mantelzorger. Ze stond dag en nacht 7 dagen per week voor hem klaar. (…)”.
duurzamegemeenschappelijke huishouding.