In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Stedin Netbeheer B.V. en twee gedaagden, [gedaagde01] en [gedaagde02]. Stedin vorderde schadevergoeding van € 13.364,79 wegens illegale elektriciteitsafname door een hennepkwekerij die in het pand van de gedaagden was ontdekt. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde01] aansprakelijk was voor de schade, omdat hij de eis van Stedin erkende. Echter, de rechtbank oordeelde dat [gedaagde02] niet aansprakelijk kon worden gehouden, omdat Stedin niet voldoende bewijs had geleverd dat [gedaagde02] onrechtmatig had gehandeld. De rechtbank wees de vordering van Stedin tegen [gedaagde01] toe, inclusief wettelijke rente en proceskosten, maar wees de vordering tegen [gedaagde02] af. De proceskosten aan de zijde van Stedin werden vastgesteld op € 2.466,82, terwijl Stedin de proceskosten van [gedaagde02] moest vergoeden tot een bedrag van € 396,00. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de proceskostenveroordeling van Stedin jegens [gedaagde02].