In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 9 maart 2023, wordt een ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01] uitgesproken. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling vanwege ernstige zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01]. De minderjarige is getuige geweest van huiselijk geweld en wordt belast door de voortdurende strijd tussen haar ouders, wat leidt tot loyaliteitsproblematiek. De ouders hebben hulpverlening geaccepteerd, maar zijn niet in staat om de impact van hun conflicten op [voornaam minderjarige01] te erkennen.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn zowel de moeder als de vader verschenen, bijgestaan door hun respectieve advocaten. De moeder heeft ingestemd met het verzoek van de Raad, terwijl de vader ook zijn medewerking heeft betuigd, hoewel hij aangeeft dat het beter gaat met [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om in het belang van [voornaam minderjarige01] met elkaar te communiceren en dat hulpverlening in het vrijwillig kader niet voldoende effect heeft gehad.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling zijn vervuld, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft besloten om [voornaam minderjarige01] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor de duur van een jaar, met de verwachting dat de ouders zullen samenwerken met de GI en openstaan voor de aanbevolen hulpverlening. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de ouders zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.