ECLI:NL:RBROT:2023:3973
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzet tegen buiten-zitting uitspraken inzake handhavingsverzoek en niet-ontvankelijkheid bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 mei 2023 uitspraak gedaan over de verzetten van het college van burgemeester en wethouders van Molenlanden tegen eerdere uitspraken van 7 december 2022. De geopposeerde, [naam 3], had op 29 mei 2022 een handhavingsverzoek ingediend met betrekking tot overlast van de [naam camping] in [plaatsnaam]. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het college moest beslissen op dit verzoek, maar het college had verzet aangetekend tegen deze uitspraak. De rechtbank heeft de verzetten behandeld en geconcludeerd dat de eerdere uitspraken zonder zitting terecht zijn gedaan, omdat het eindoordeel over de handhaving buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek van de geopposeerde voldoende concreet was en dat het college niet had voldaan aan de verplichting om een besluit te nemen. De rechtbank heeft beide verzetten ongegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraken in stand blijven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.