ECLI:NL:RBROT:2023:4334

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
25 mei 2023
Zaaknummer
10161050
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet ontvankelijkheid van verzoek tot benoeming deskundige voor huurprijsvaststelling

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot benoeming van een deskundige voor de nadere vaststelling van de huurprijs. De verzoeker, die handelt onder de naam [tandartspraktijk01], heeft een ruimte verhuurd aan de verweerster, die onder de naam [kapperszaak01] haar kapperswerkzaamheden uitvoert. De verzoeker heeft verzocht om een deskundige te benoemen, maar de verweerster heeft aangevoerd dat de verzoeker niet ontvankelijk moet worden verklaard omdat er geen overleg heeft plaatsgevonden over een gezamenlijk te benoemen deskundige. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker niet heeft geprobeerd om voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift overleg te plegen met de verweerster. Dit is in strijd met de vereisten van artikel 7:304 BW, dat vereist dat partijen overleg hebben gepleegd voordat een verzoekschrift wordt ingediend. De kantonrechter heeft de verzoeker dan ook niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek en hem veroordeeld in de proceskosten van de verweerster, die zijn vastgesteld op € 529,00. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 10161050 VZ VERZ 22-13240
Uitspraak: 16 mei 2023
Beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
[verzoeker01] ,die handelt onder de naam [tandartspraktijk01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. W.M. Everwijn,
tegen
[verweerster01] ,die handelt onder de naam [kapperszaak01]
woonplaats: [woonplaats02] ,
verweerster,
gemachtigde: mr. D.W.M. de Haan.
Partijen worden hierna ‘ [verzoeker01] ’ en ‘ [verweerster01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift tot benoeming deskundige nadere huurprijsvaststelling;
  • het verweerschrift, met bijlagen.
1.2.
Op 21 maart 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken. Daarbij waren aanwezig [verzoeker01] samen met zijn gemachtigde en [verweerster01] samen met haar gemachtigde. Na de mondelinge behandeling is de zaak aangehouden zodat partijen met elkaar zouden onderzoeken of zij ter afwikkeling van deze zaak een minnelijke regeling konden treffen.
1.3.
In haar e-mail van 3 mei 2023 heeft de gemachtigde van [verweerster01] de kantonrechter bericht dat partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken en heeft zij namens [verweerster01] verzocht een beschikking te geven.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?

2.1.
[verzoeker01] verhuurt aan [verweerster01] een ruimte in het pand aan de [adres01] in [plaats01] , waarin [verweerster01] haar kapperswerkzaamheden uitvoert. [verweerster01] betaalt elke maand huur aan [verzoeker01] . [verzoeker01] wenst nu dat er een deskundige benoemd wordt tot nadere vaststelling van de huurprijs. [verweerster01] vindt (primair) dat [verzoeker01] niet ontvankelijk verklaard moet worden in zijn verzoek, omdat er geen sprake van is dat partijen overleg hebben gevoerd en geen overeenstemming hebben bereikt over een gezamenlijk te benoemen deskundige.
oordeel kantonrechter
2.2.
De kantonrechter volgt [verweerster01] in haar standpunt. Voor ontvankelijkheid van [verzoeker01] tot benoeming van een deskundige om te adviseren over een nadere huurprijs zoals bedoeld in artikel 7:304 BW is vereist dat partijen voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift overleg hebben gepleegd en geen overeenstemming hebben bereikt over een gezamenlijk te benoemen deskundige. Op de zitting is vast komen te staan dat [verzoeker01] niet heeft geprobeerd te overleggen met [verweerster01] over een gezamenlijk te benoemen deskundige voordat hij het onderhavige verzoekschrift indiende. Voordat hij het verzoekschrift indiende, heeft de gemachtigde van [verzoeker01] een aanbod aan [verweerster01] gedaan tot huurprijswijziging, en nog voordat de daarbij gegeven reactietermijn verstreken was, heeft hij het verzoekschrift ingediend. Er is tussen partijen helemaal geen sprake geweest van overleg over een gezamenlijk te benoemen deskundige (op initiatief van [verzoeker01] ). Hiermee is [verzoeker01] niet ontvankelijk in zijn verzoek.
proceskosten
2.3.
[verzoeker01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [verweerster01] tot vandaag vast op € 529,00 aan salaris voor de gemachtigde. Voor kosten die [verweerster01] maakt na deze uitspraak moet [verzoeker01] een bedrag betalen van € 132,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaar bij voorraad
2.4.
Deze beschikking wordt voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart [verzoeker01] niet ontvankelijk in zijn verzoek;
3.2.
veroordeelt [verzoeker01] in de proceskosten die aan de kant van [verweerster01] tot vandaag worden vastgesteld op € 529,00;
3.3.
verklaart deze beschikking voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
757