In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 mei 2023 een beschikking gegeven in een geschil tussen de besloten vennootschap Waterway Shipping Ltd. en twee andere besloten vennootschappen, hierna aangeduid als [verweerster01] en [verweerster02]. Waterway Shipping Ltd. verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopig deskundigenbericht te bevelen en om [verweerster01] en [verweerster02] te verplichten medewerking te verlenen aan het onderzoek van de benoemde maritieme gerechtsdeskundige, [naam01]. Dit verzoek volgde op een aanvaring van het schip NAUTICA, eigendom van Waterway, met de linkspan en het ponton van de verweersters op 20 maart 2023.
De voorzieningenrechter had eerder op 14 april 2023 al een deskundigenbericht bevolen, maar de verweersters weigerden medewerking te verlenen aan het onderzoek, omdat de deskundige niet beschikte over een VCA-certificaat. De voorzieningenrechter oordeelde dat deze voorwaarde niet gesteld kon worden, aangezien [naam01] als deskundige door de rechter was benoemd en niet aan dergelijke eisen hoeft te voldoen. De verweersters werden in de beschikking van 17 mei 2023 veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 10.000,00 per dag voor iedere dag dat zij nalaten om aan de deskundige volledige medewerking te verlenen, met een maximum van € 250.000,00.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de verweersters niet alleen de beschikking en instructies van de rechter niet nagekomen waren, maar ook dat hun houding aanleiding gaf tot het opleggen van een dwangsom. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verweersters onmiddellijk aan de beschikking moesten voldoen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.