Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde01] ,
[gedaagde02],
Rechtbank Rotterdam
Op 7 juni 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzoek tot verbetering van een eerder vonnis in incident, gewezen op 19 april 2023. Het verzoek is ingediend door [eiser01], die stelt dat in het vonnis onjuist is vermeld dat hij aanwezig was bij een bezoek van de Gemeente aan zijn appartement op 25 februari 2022. [eiser01] betoogt dat de eigendom van het appartement op dat moment nog niet aan hem was overgedragen en dat hij pas bij een later bezoek aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de feitelijke situatie zoals door [eiser01] beschreven inderdaad klopt. Echter, de rechtbank oordeelt dat de fout in het vonnis geen kennelijke fout is die voor herstel in aanmerking komt, zoals bedoeld in artikel 31 Rv. De rechtbank legt uit dat een kennelijke fout alleen kan worden hersteld als deze voor partijen en derden duidelijk is. In dit geval was de vermelding van de aanwezigen bij het bezoek van de Gemeente niet relevant voor de beoordeling van het incident, en daarom niet direct kenbaar als fout.
De rechtbank heeft het verzoek tot verbetering dan ook afgewezen, en het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.B. Smits. De zaak betreft een appartement met monumentenstatus dat [eiser01] in 2022 heeft gekocht van [gedaagde01] en [gedaagde02]. De Gemeente heeft gesteld dat het appartement in strijd met de Monumentenwet is verbouwd, wat aanleiding gaf tot het incident.