In deze zaak heeft Metterwoon Vastgoed B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] met betrekking tot de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De vordering is gebaseerd op vermeende structurele geluidsoverlast en een huurachterstand. De kantonrechter heeft op 3 maart 2023 geoordeeld dat, hoewel er in voorgaande jaren sprake is geweest van geluidsoverlast, deze overlast inmiddels is gestopt. De kantonrechter concludeert dat de bewijsopdracht van Metterwoon niet is geslaagd, omdat de huidige geluidsoverlast niet als structureel kan worden aangemerkt. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wordt afgewezen.
Daarnaast heeft Metterwoon haar eis gewijzigd door te stellen dat er ook sprake is van huurachterstand. De kantonrechter oordeelt dat deze wijziging te laat is ingediend en buiten beschouwing moet blijven. De kantonrechter wijst erop dat Metterwoon wettelijk bevoegd is om de huur jaarlijks te verhogen en dat [gedaagde01] verplicht is de volledige huur te betalen.
In reconventie heeft [gedaagde01] gevorderd dat gebreken in haar woning worden hersteld. De kantonrechter oordeelt dat Metterwoon verplicht is om bepaalde gebreken te verhelpen, maar wijst andere vorderingen af. De kantonrechter legt een dwangsom op aan Metterwoon voor het geval zij niet aan de veroordeling voldoet. De proceskosten worden toegewezen aan [gedaagde01].