ECLI:NL:RBROT:2023:4853

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 mei 2023
Publicatiedatum
12 juni 2023
Zaaknummer
C/10/655996 / KG ZA 23-299
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in kort geding over geldvordering tussen Sprout Money B.V. en JEX Technology Group B.V.

Op 22 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen Sprout Money B.V. (hierna: Sprout) en JEX Technology Group B.V. (hierna: JEX). Sprout, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Hagers, vorderde een geldvordering van € 325.658,00 van JEX, die niet verschenen was op de zitting. De procedure begon met een dagvaarding op 14 april 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 11 mei 2023. JEX had eerder aangegeven dat facturen betaald zouden worden, maar dit was niet gebeurd, wat leidde tot de vordering van Sprout.

De voorzieningenrechter oordeelde dat JEX correct was opgeroepen en dat er geen verweer was gevoerd. Gezien de omstandigheden en de spoedeisendheid van de vordering, werd de vordering van Sprout als voldoende aannemelijk beschouwd. De rechter wees de primaire vordering tot betaling van € 325.658,00 toe, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 7 april 2023. Daarnaast werd JEX veroordeeld tot betaling van beslagkosten en proceskosten, die in totaal op € 1.765,96 en € 1.485,04 werden vastgesteld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Sprout het bedrag direct kan vorderen, ondanks mogelijke hoger beroep van JEX.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om hun verplichtingen na te komen en de gevolgen van het niet verschijnen in een rechtszaak. Dit vonnis is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met geldvorderingen in kort geding, waarbij de rechter rekening houdt met de spoedeisendheid en de belangen van de eiser.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/655996 / KG ZA 23-299
Vonnis in kort geding van 22 mei 2023
in de zaak van
SPROUT MONEY B.V.,
vestigingsplaats: Willemstad,
eiseres,
advocaat mr. J. Hagers,
tegen
JEX TECHNOLOGY GROUP B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna Sprout en JEX genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de dagvaarding van 14 april 2023, met productie 1 tot en met 5 en de aanvullende productie 6 van Sprout.
1.2.
Op 11 mei 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Namens Sprout is haar advocaat verschenen. Namens JEX is niemand verschenen.

2..De vordering

2.1.
Sprout vordert om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, JEX te veroordelen:
I.
primairaan Sprout € 325.658,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2023, althans vanaf de dag van dagvaarding;
subsidiairaan Sprout € 250.000,00 te betalen als voorschot, althans een zodanig bedrag als de voorzieningenrechter in goede justitie bepaalt;
II. JEX te veroordeling in de beslagkosten van € 1.068,96, bestaande uit:
- € 225,25 conservatoir derdenbeslag;
- € 81,90 betekening beslag en verlof;
- € 85,81 overbetekening aan derde beslagene;
- € 676,00 griffierecht.
III. JEX te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.
2.2.
Ter toelichting op haar vordering heeft Sprout - zakelijk weergegeven en voor zover van belang - het volgende aangevoerd.
2.3.
Op 7 november 2022 hebben Sprout en JEX een overeenkomst gesloten op grond waarvan Sprout voor JEX campagne- en marketingdiensten heeft uitgevoerd. Voor de uitgevoerde diensten heeft Sprout aan JEX op 19 januari 2023 en 17 maart 2023 een factuur gestuurd. JEX heeft op 24 maart 2023 per whatsapp laten weten dat de facturen uiterlijk 30 maart 2023 worden betaald. Tot op heden is betaling uitgebleven. Omdat betaling is uitgebleven heeft Sprout op 11 april 2023 beslag gelegd bij ING Bank N.V.
2.4.
Sprout en JEX hebben op 28 april 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Partijen zijn overeengekomen dat het verstekvonnis niet ten uitvoer wordt gelegd zolang JEX de overeengekomen betalingsregeling nakomt.

3..Het verweer

3.1.
JEX heeft geen verweer gevoerd.

4..De beoordeling

4.1.
JEX is op de mondelinge behandeling van 11 mei 2023 niet verschenen. Uit de door Sprout overgelegde originele dagvaarding is gebleken dat JEX correct voor de zitting is opgeroepen. Ook de overige bij wet voorgeschreven formaliteiten zijn in acht genomen, zodat verstek wordt verleend tegen JEX.
4.2.
Sprout vordert om JEX te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 325.658,00. Met betrekking tot een geldvordering in kort geding is terughoudendheid bij toewijzing op zijn plaats. Bij de beoordeling speelt een rol of de vordering voldoende aannemelijk is, of een onmiddellijke voorziening vereist is en of er een restitutierisico is. De voorzieningenrechter is, gelet op de door Sprout overgelegde producties, van oordeel dat de vordering van Sprout vaststaat. Sprout heeft daarnaast in de dagvaarding gesteld dat zij een spoedeisend belang heeft bij het gevorderde. Sprout heeft het geld nodig om aan haar eigen verplichtingen te kunnen voldoen. In dit licht kan van Sprout niet worden verwacht dat zij een bodemprocedure afwacht en van een restitutierisico aan de zijde van Sprout is niet gebleken. Het primair gevorderde en de daarbij gevorderde wettelijke rente komt de voorzieningenrechter om die reden niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen.
4.3.
De vordering tot betaling van de beslagkosten is op grond van artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 1.068,96 aan verschotten en € 697,00 voor salaris advocaat, in totaal een bedrag van € 1.765,96.
4.4.
JEX wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De voorzieningenrechter stelt deze kosten aan de kant van Sprout tot vandaag vast op € 676,00 aan griffierecht, € 112,04 aan explootkosten en € 697,00 aan salaris voor de advocaat. Dit is in totaal € 1.485,04. Uit het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853, specifiek overweging 2.3, leidt de voorzieningenrechter af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en de wettelijke rente daarover. De wettelijke rente wordt toegewezen.
4.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5..De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
verleent verstek tegen JEX;
5.2.
veroordeelt JEX om aan Sprout te betalen € 325.658,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2023 tot en met de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt JEX tot betaling van de beslagkosten, aan de kant van Sprout tot vandaag vastgesteld op € 1.765,96;
5.4.
veroordeelt JEX in de proceskosten, aan de kant van Sprout tot vandaag vastgesteld op € 1.485,04, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na datum vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Mendlik en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2023.
3498/3577