Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
2..De vordering
primairaan Sprout € 325.658,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2023, althans vanaf de dag van dagvaarding;
Rechtbank Rotterdam
Op 22 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen Sprout Money B.V. (hierna: Sprout) en JEX Technology Group B.V. (hierna: JEX). Sprout, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Hagers, vorderde een geldvordering van € 325.658,00 van JEX, die niet verschenen was op de zitting. De procedure begon met een dagvaarding op 14 april 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 11 mei 2023. JEX had eerder aangegeven dat facturen betaald zouden worden, maar dit was niet gebeurd, wat leidde tot de vordering van Sprout.
De voorzieningenrechter oordeelde dat JEX correct was opgeroepen en dat er geen verweer was gevoerd. Gezien de omstandigheden en de spoedeisendheid van de vordering, werd de vordering van Sprout als voldoende aannemelijk beschouwd. De rechter wees de primaire vordering tot betaling van € 325.658,00 toe, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 7 april 2023. Daarnaast werd JEX veroordeeld tot betaling van beslagkosten en proceskosten, die in totaal op € 1.765,96 en € 1.485,04 werden vastgesteld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Sprout het bedrag direct kan vorderen, ondanks mogelijke hoger beroep van JEX.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om hun verplichtingen na te komen en de gevolgen van het niet verschijnen in een rechtszaak. Dit vonnis is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met geldvorderingen in kort geding, waarbij de rechter rekening houdt met de spoedeisendheid en de belangen van de eiser.