Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.de vennootschap onder firma [eiser01] ,
[eiser02],
[eiser03],
[eiser04],
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 mei 2023, met bijlagen;
- de brief van [eiser01] 26 mei 2023, met een bijlage;
- de brief van Woonstad van 26 mei 2023, met bijlagen;
- de mail van Woonstad van 30 mei 2023, met een bijlage;
- de mail van [eiser01] van 30 mei 2023, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen/pleitnota van [eiser01] en Woonstad.
2.De beoordeling
Indien huurder bovenstaande niet nakomt, zal verhuurder het vonnis alsnog ten uitvoer laten brengen’. [eiser01] heeft tijdens de zitting aangegeven dat zij met deze vaststellingsovereenkomst niet akkoord was (ondanks een mail van 30 november 2022 waaruit het tegendeel lijkt te volgen), maar dat voor haar wel duidelijk was dat de huur op tijd moest worden betaald.
Betaal per ommegaande de huur van april 2023 ad € 3.410,37. (…) Let op! Betaal direct en voorkom dat wij het gehuurde zullen ontruimen.’ [eiser01] stelt dat zij aan deze aanmaning heeft voldaan en dat zij er daarom op mocht vertrouwen dat ontruiming niet meer zou plaatsvinden. Deze redenering volgt de kantonrechter niet. [eiser01] had hieraan in redelijkheid niet de verwachting kunnen ontlenen dat ontruiming na deze betaling helemaal van de baan zou zijn, ongeacht hoe het betalingsgedrag van [eiser01] daarna zou zijn. Uiteindelijk is de ontruiming namelijk niet aangezegd omdat de huur van april te laat was betaald, maar omdat op 3 mei 2023 nog twee maanden huur open stond.