ECLI:NL:RBROT:2023:5275
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurachterstand en betalingsregeling in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een huurachterstand van de gedaagde, die een woning huurt van de eiseres, Stichting Woonbron. De eiseres heeft een dagvaarding ingediend omdat de gedaagde de huur niet tijdig heeft betaald. Tijdens de rolzitting op 11 april 2023 heeft de gedaagde gereageerd op de dagvaarding. De eiseres heeft vervolgens een akte ingediend. De gedaagde had een huurschuld van € 2.357,92 op het moment van de dagvaarding, en inmiddels is de gedaagde ook de huur over de maanden april en mei 2023 verschuldigd, wat het totaal op € 3.551,68 brengt. De gedaagde heeft echter al € 2.993,76 betaald, waardoor er nog een openstaand bedrag van € 557,92 resteert, plus buitengerechtelijke incassokosten van € 337,78, wat de totale schuld op € 895,70 brengt.
De partijen hebben een betalingsregeling afgesproken, waardoor de gedaagde de huurachterstand niet in één keer hoeft te betalen, mits zij zich aan de regeling houdt en de huur op tijd betaalt. De kantonrechter heeft de gedaagde in het ongelijk gesteld en veroordeeld om de proceskosten van de eiseres te betalen, die in totaal € 982,59 bedragen. Dit bedrag is opgebouwd uit dagvaardingskosten, griffierecht en salaris voor de gemachtigde. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis kan uitvoeren voordat het onherroepelijk is geworden, onder bepaalde voorwaarden. De gedaagde moet maandelijks € 50,00 aflossen, en als zij niet op tijd betaalt, moet het openstaande bedrag in één keer worden voldaan met wettelijke rente.