2.11.Op verzoek van [eiseres01] hebben bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, op 15 en 29 oktober 2020 verhoren in het kader van een voorlopig getuigenverhoor plaatsgevonden. De verklaring van [naam02] (hierna: [naam02] ), teeltadviseur bij Van Iperen luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Op verzoek van [naam12] heb ik hem half juni 2017 geadviseerd over de bestrijding van bladluis op de aardappelen. Ik ben op grond van mijn kennis en ervaring op tepekki uitgekomen. Ik had in 2015 en 2016 bij andere telers en ook bij het bedrijf van mijn ouders goede ervaringen opgedaan met dit middel. Net als bij die andere telers heb ik [naam12] geadviseerd om het product eenmalig toe te passen met een dosering van 160 gram per hectare. (…) Ik ben er niet mee bekend dat een dergelijke dosering in de jaren voor 2017 tot problemen heeft geleid in verband met overschrijdingen van de MRL. (…) Ik ben niet bekend met de exacte hoogte van de MRL maar wist in 2017 wel dat de Lidl strengere eisen stelde ten aanzien van fruit. Echter was ik er ook niet mee bekend dat er voor 2017 problemen waren geweest met overschrijdingen van die strengere eisen. Voor mij was er op dat moment geen enkele twijfel over de veiligheid van dit middel.
(…)
Op de vragen van mr. Buuren-Evers antwoord ik als volgt:
(…) Ik weet wel dat in 2018 het advies van Belchim ten aanzien van de dosering van tepekki op tafelaardappelen is veranderd. (…)
Op de vragen van mr. Streefkerk antwoord ik als volgt:
Ik was in 2017 niet bekend met het feit dat Lidl ook voor aardappelen een strenge norm hanteerde dan de wettelijk toegestane MRL. Ik was er toen ook niet mee bekend dat [eiseres01] de betreffende aardappelen aan Lidl zou leveren.”
De verklaring van [naam03] (hierna: [naam03] ), sectormanager akkerbouw bij Van Iperen luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Naar aanleiding van een melding van [eiseres01]-Maes ben ik twee keer bij hen op bezoek geweest. Dat was eind 2017 en in het voorjaar van 2018. Een keer was dat in aanwezigheid van [naam04] van Belchim. Ik heb tijdens die gesprekken vernomen dat [eiseres01] aardappelen zou leveren aan Lidl van het oogstjaar 2017, maar dat die waren afgekeurd in verband met de door Lidl gestelde residu-eisen. De eisen van Lidl waren lager dan de toegestane MRL-normen. (…) Voordat [naam12] de kwestie van de overschrijding van de residunormen bij ons aan de orde stelde had ik nog nooit van dergelijke klachten gehoord. Wij werken denk ik al sinds ongeveer 2005, in elk geval vanaf het moment dat het in Nederland op de markt is gekomen, met het product teppeki en wij hebben in al die jaren, tot de kwestie bij [eiseres01] ging spelen, nooit iets vernomen over overschrijdingen van wettelijke dan wel contractuele residunormen op welk product dan ook, dus ook niet met betrekking tot aardappelen. Vanaf 2018 heb ik wel gehoord dat er meerdere gevallen zijn geweest waarbij overschrijdingen zijn geconstateerd van contractuele residunormen van teppeki op tafelaardappelen en mogelijk ook op bovenmaatse pootaardappelen. Ik weet niet of die gevallen betrekking hadden op de oogst van 2017 of van 2018. Er was in elk geval geen sprake van overschrijdingen van de wettelijke MRL.
Voordat deze kwestie ging spelen wist ik ook niet dat Lidl een norm van 33% van de MRL hanteerde. In 2017 speelde die contractuele strengere normen in Nederland ook nog helemaal niet in de akkerbouw. (…) Het was mij, voordat deze kwestie ging spelen ook niet bekend dat [eiseres01] zijn aardappelen aan Lidl zou gaan leveren.”
De verklaring van [naam05] (hierna: [naam05] ) luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik heb vanaf ik dacht 1997, in ieder geval vanaf de start van mijn bedrijf tot 2017 een zakelijke relatie gehad met de firma [eiseres01]-Maes. Ik leverde in die periode met mijn bedrijf gewasbeschermingsmiddelen aan hen en adviseerde ook op dit gebied. (…) Ik heb zelf het middel teppeki nooit aan [eiseres01] geadviseerd en geleverd. (…) Voor 2017 heb ik het middel wel aan andere telers geadviseerd en geleverd. Ik had daar goede ervaringen mee, in die zin dat ik er nooit problemen mee heb ondervonden. (…) Ik heb nooit iets van afnemers/telers gehoord over overschrijdingen van residunormen met dit middel. Eind september begin oktober 2017 vernam ik voor het eerst van [eiseres01] dat het aangetroffen residu van het middel teppeki op zijn aardappelen aan de hoge kant was. (…) Behalve van [eiseres01] heb ik van geen enkele van mijn afnemers soortgelijke berichten gehad over overschrijdingen van residunormen.
Ik heb eind 2017, begin 2018 van [eiseres01] vernomen dat de wijze van vaststellen van het residu in laboratoria is veranderd. Daarna heb ik daar ook nog over gelezen. Voor die tijd wist ik dat niet.”
De verklaring van [naam06] (hierna: [naam06] ) luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik was tot eind 2018 technical accountmanager bij Belchim. Vanuit die hoedanigheid heb ik in 2016 of 2017 contact gehad met [naam12] in verband met een door hem gemeld residuprobleem met betrekking tot het middel teppeki. (…)
Voor de opmerking van [eiseres01] hebben wij bij Belchim nooit eerder opmerkingen gehad over residuproblemen van teppeki op tafelaardappelen. Wel hebben wij, ik dacht in 2015/2016, opmerkingen gekregen over residuen van het middel teppeki op pootaardappelen. Dat is een heel ander product. (…) De teelt van pootaardappelen is echter niet te vergelijken met de teelt van tafelaardappelen omdat bij pootaardappelen vaak meerdere bestrijdingsmiddelen worden gecombineerd. Die middelen kunnen elkaar beïnvloeden. Wij hebben uit de opmerkingen met betrekking tot pootaardappelen niet geconcludeerd dat de toepassing van alleen het middel teppeki tot te hoge residuwaardes had geleid.
Na de opmerking van [eiseres01] hebben wij bij Belchim nog wel enkele opmerkingen gehad over residuen van teppeki op tafelaardappelen, maar dat waren er hooguit tien. (…) Naar aanleiding van die opmerkingen is in 2018 volgens mij wel een aangepast advies gekomen vanuit Belchim voor de toepassing van het middel teppeki bij tafelaardappelen. Dit had ook te maken met de gewijzigde meetmethodes door laboratoria die inmiddels bekend waren geworden. Er is toen naar de klanten in Nederland gecommuniceerd dat ze hierop bedacht moesten zijn indien er sprake was van een bovenwettelijke residueis bij tafelaardappelen.”
De verklaring van [naam04] (hierna: [naam04] ) luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik was in de periode dat deze kwestie speelde, namelijk in 2017/2018, werkzaam bij Belchim en verantwoordelijk voor de verkoop in Nederland. (…) In voornoemde periode is bij ons een klacht binnengekomen van [eiseres01]-Maes in verband met de overschrijding van een contractuele residueis van het middel teppeki op tafelaardappelen. (…) Voor deze klacht van [eiseres01] hadden wij bij Belchim niet eerder klachten gehad over de overschrijding van residunormen van het middel teppeki op tafelaardappelen. Ik weet nog wel dat in die zelfde periode ook een discussie speelde over het residu van teppeki op pootaardappelen. Ik weet niet meer of dat voor of na de klacht van [eiseres01] was. Dit betrof echter een geheel andere markt. Omdat pootaardappelen ook wel als consumptieaardappelen worden verkocht kregen de telers ook te maken met de strengere norm die Lidl stelde. Ik weet dat die norm 33% is van de MRL en dat andere afnemers weer andere normen hanteren. Belchim moet er echter voor zorgen dat het product aan de MRL voldoet en dat is het geval.”
De verklaring van [naam07] (hierna: [naam07] ), technisch directeur bij Van Iperen, luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik heb geen specifieke kennis van de toepassing van teppeki op tafelaardappelen. Ik weet wel dat rond het jaar 2017 in de fruitteelt bij telers zorgen waren gerezen over de strengere residueisen die afnemers stelden op het gebied van gewasbescherming in het algemeen, niet specifiek met betrekking tot teppeki. Zo stelde Lidl de eis dat het residu op/in de producten niet hoger mocht zijn dan 33% van de MRL. (…) Voor dat de kwestie bij [eiseres01]-Maes ging spelen hebben mij nog nooit signalen bereikt over problemen met residu op aardappelen, dus ook niet op tafelaardappelen.”
De verklaring van [naam08] (hierna: [naam08] ), verkoper bij HZPC, luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Het is mij bekend dat in het najaar van 2016 problemen zijn gerezen met de hoeveelheid residu van het middel teppeki op een partij afgekeurde pootaardappelen. Deze aardappelen waren bestemd voor een supermarkt, maar uit de residuanalyses die wij hadden laten verrichten bleek dat het residuniveau veel te hoog was, ik dacht 180% van de MRL. Hierna hebben wij meerdere partijen van diverse andere telers laten onderzoeken. Dit betroffen ook voornamelijk pootaardappelen. (…) We hebben toen meerdere overschrijdingen van de MRL aangetroffen. Bij de pootaardappelen was dat, voor zover wij toen nog hebben kunnen meten, het geval bij ongeveer 1/3 van de partijen. Bij de aardappelen die als consumptieaardappel waren geteeld hebben wij in dat jaar ongeveer drie gevallen gezien waarbij de MRL eveneens was overschreden. Voor zover ik weet betroffen die gevallen wel telers die naast consumptieaardappelen ook pootaardappelen teelden. In de praktijk bespuiten die telers de naast elkaar gelegen percelen vaak tegelijkertijd.
Naar aanleiding van onze bevindingen hebben wij eind 2016 contact opgenomen met Belchim. Op 12 januari 2017 heeft vervolgens een gesprek plaatsgevonden met [naam06] van Belchim en een collega van hem. Daarbij was ik aanwezig en mijn collega [naam09] . Dit gesprek ging over de geconstateerde overschrijdingen op afgekeurde pootaardappelen. Nu ik dit nog eens terug hoor voeg ik daaraan toe dat het ging om alle door ons geconstateerde overschrijdingen, dus ook die op de als consumptieaardappelen geteelde aardappelen. Wij hebben toen onze bevindingen besproken maar dit heeft voor Belchim geen aanleiding gegeven om het advies ten aanzien van teppeki aan te passen. (…)
In 2017 zijn nog meer gevallen aan het licht gekomen waarbij sprake was van overschrijdingen van de MRL. Dat ging in ieder geval in een geval om aardappelen die als consumptieaardappelen geteeld waren. Het residuniveau betrof toen dacht ik 140% van de MRL. In de andere gevallen ging het om pootaardappelen. (…) Eind 2017 begin 2018 hebben wij nog een keer een gesprek gehad met Belchim. Toen hebben we onder andere gesproken over de nieuwe meettechnieken. In het voorjaar van 2018 heeft Belchim vervolgens haar advies aan telers voor het gebruik bij teppeki bij consumptieaardappelen aangepast naar een lagere dosering en toepassing eerder in het seizoen.
(…)
Op vragen van mr. van Buuren-Evers antwoord ik als volgt:
Ik was van ongeveer het jaar 2014 bekend met het feit dat Lidl een norm hanteerde van 33% van de MRL. Volgens mij was dat in de branche algemeen bekend. Ik ben ook bekend met de normen van andere supermarkten.”
De verklaring van [naam10] (hierna: [naam10] ), luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik werk voor het bedrijf Van Wesemael B.V. (…) In het verleden zijn er heel sporadisch te hoge residuwaardes gemeten van teppeki op aardappelen. Het betrof dan overschrijdingen van de MRL in de periode voor 2016/2017. Voor zover ik weet ging het eigenlijk alleen om bovenmaatse pootaardappelen. (…) Ik kan mij geen gevallen herinneren van voor 2017 dat er problemen waren met de overschrijding van de MRL bij tafelaardappelen die als dusdanig geteeld werden. Als er al sprake was van een overschrijding dan betrof het een strengere contractuele norm en niet de MRL of bovenmaats pootgoed dat als consumptieaardappel verkocht werd.”