ECLI:NL:RBROT:2023:5290

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
22 juni 2023
Zaaknummer
C/10/645132 / HA ZA 22-763
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van verkoper en distributeur voor overschrijding van residu-normen bij gebruik van gewasbeschermingsmiddel Teppeki op consumptieaardappelen

In deze zaak vorderde de eiseres, een maatschap die zich bezighoudt met de teelt van consumptieaardappelen, schadevergoeding van de gedaagden, Van Iperen B.V. en Belchim Crop Protection N.V., wegens overschrijding van de Maximale Residu Limiet (MRL) van het gewasbeschermingsmiddel Teppeki. De eiseres had in juni 2017 Teppeki toegepast op haar aardappelen, maar kon deze niet verkopen aan haar enige afnemer, Lidl, vanwege overschrijding van de residu-eisen. De rechtbank beoordeelde of de gedaagden tekortgeschoten waren in hun zorgplicht en of zij onrechtmatig hadden gehandeld. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat Van Iperen en Belchim op de hoogte waren van de overschrijdingen van de residu-normen op het moment van de toepassing van Teppeki. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van verkopers en distributeurs in de agrarische sector met betrekking tot de veiligheid van gewasbeschermingsmiddelen en de naleving van residu-normen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/645132 / HA ZA 22-763
Vonnis van 7 juni 2023
in de zaak van
de maatschap naar burgerlijk recht
[eiseres01],
gevestigd te Sint Kruis,
eiseres,
advocaat mr. N.T.F. van Barschot te Breda,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN IPEREN B.V.,
gevestigd te Westmaas,
gedaagde,
advocaat mr. J. Streefkerk te Voorburg,
2. de naamloze vennootschap naar Belgisch recht
BELCHIM CROP PROTECTION N.V.,
gevestigd te Londerzeel, België,
gedaagde,
advocaat mr. B.W.M. Mutsaers te Eindhoven.
Partijen worden hierna [eiseres01], Van Iperen en Belchim genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaardingen van 12 en 15 augustus 2022;
- de akte overlegging producties van [eiseres01], met producties 1 tot en met 35;
- de conclusie van antwoord van Van Iperen, met producties 1 tot en met 10;
- de conclusie van antwoord van Belchim, met producties 1 tot en met 11;
  • de brief van de rechtbank van 15 december 2022 waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling en de brief van de rechtbank van 14 februari 2023 met verdere informatie over deze behandeling;
  • de akte overlegging producties van [eiseres01], met producties 36 tot en met 43;
  • de mondelinge behandeling van 16 maart 2023;
  • de spreekaantekeningen van mrs. Van Barschot en Mutsaers voor de mondelinge behandeling.
1.2.
Na de mondelinge behandeling is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[eiseres01] exploiteert een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de teelt van consumptieaardappelen, waaronder tafelaardappelen.
2.2.
Van Iperen is een groothandel en levert onder andere gewasbeschermingsmiddelen zoals het gewasbeschermingsmiddel Teppeki.
2.3.
Teppeki wordt in Nederland gedistribueerd door Belchim.
2.4.
[eiseres01] gebruikt sinds 2012 ter bescherming van haar gewassen Teppeki.
2.5.
De werkzame stof in Teppeki is Flonicamid. In de Europese Unie bedraagt de Maximale Residu Limiet (hierna: MRL) van Flonicamid voor aardappelen 0,09 mg/kg.
2.6.
Blijkens een rapport van 22 november 2016 van Vincotte ISAcert Nederland B.V. (hierna: Vincotte) is destijds na een residu-onderzoek op een monster van een partij aardappelen van het bedrijf van [naam13] een overschrijding van de MRL-norm geconstateerd.
2.7.
In juni 2017 heeft Van Iperen [eiseres01] geadviseerd om haar gewassen te (blijven) beschermen met Teppeki. [eiseres01] heeft dit middel vervolgens aangeschaft.
2.8.
[eiseres01] heeft haar aardappelen op 17 juni 2017 bewerkt met Teppeki.
2.9.
[eiseres01] heeft haar aardappelen geoogst in het najaar van 2017. Vervolgens bleek dat [eiseres01] haar oogst niet kon verkopen aan haar enige afnemer, supermarktketen Lidl, omdat de door Lidl gestelde residu-eisen van 0.03 mg/kg waren overschreden. De verkoop aan Lidl verliep via het agentschap van Spriet Aardappelen BVBA (hierna: Spriet Aardappelen).
2.10.
Op 13 maart 2018 heeft [naam01] (hierna: [naam01] ) van Spriet Aardappelen het volgende, voor zover van belang, aan [eiseres01] gemaild:
“Ook in Frankrijk zijn er residu problemen en meer bepaald met Carrefour. Pomme Alliance (leverancier Carrefour Frankrijk) heeft al zijn telers een brief geschreven waarin ze het gebruik van Teppeki verbieden net omdat er problemen met residuen zijn.
- Ten tweede hebben wij een aantal resultaten die gevaarlijk dicht tegen de 100% MRL norm aanliggen. Verder weten wij dat er collega’s zijn die zelfs tot 200% MRL gekomen zijn. Hier spreken we niet meer van een Lidl probleem maar gewoonweg een recall uit de rekken. Want met deze waarden is er plots wel gevaar voor de volksgezondheid. Dit alles werd door ons aan Belchim gemeld.”
2.11.
Op verzoek van [eiseres01] hebben bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, op 15 en 29 oktober 2020 verhoren in het kader van een voorlopig getuigenverhoor plaatsgevonden. De verklaring van [naam02] (hierna: [naam02] ), teeltadviseur bij Van Iperen luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Op verzoek van [naam12] heb ik hem half juni 2017 geadviseerd over de bestrijding van bladluis op de aardappelen. Ik ben op grond van mijn kennis en ervaring op tepekki uitgekomen. Ik had in 2015 en 2016 bij andere telers en ook bij het bedrijf van mijn ouders goede ervaringen opgedaan met dit middel. Net als bij die andere telers heb ik [naam12] geadviseerd om het product eenmalig toe te passen met een dosering van 160 gram per hectare. (…) Ik ben er niet mee bekend dat een dergelijke dosering in de jaren voor 2017 tot problemen heeft geleid in verband met overschrijdingen van de MRL. (…) Ik ben niet bekend met de exacte hoogte van de MRL maar wist in 2017 wel dat de Lidl strengere eisen stelde ten aanzien van fruit. Echter was ik er ook niet mee bekend dat er voor 2017 problemen waren geweest met overschrijdingen van die strengere eisen. Voor mij was er op dat moment geen enkele twijfel over de veiligheid van dit middel.
(…)
Op de vragen van mr. Buuren-Evers antwoord ik als volgt:
(…) Ik weet wel dat in 2018 het advies van Belchim ten aanzien van de dosering van tepekki op tafelaardappelen is veranderd. (…)
Op de vragen van mr. Streefkerk antwoord ik als volgt:
Ik was in 2017 niet bekend met het feit dat Lidl ook voor aardappelen een strenge norm hanteerde dan de wettelijk toegestane MRL. Ik was er toen ook niet mee bekend dat [eiseres01] de betreffende aardappelen aan Lidl zou leveren.”
De verklaring van [naam03] (hierna: [naam03] ), sectormanager akkerbouw bij Van Iperen luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Naar aanleiding van een melding van [eiseres01]-Maes ben ik twee keer bij hen op bezoek geweest. Dat was eind 2017 en in het voorjaar van 2018. Een keer was dat in aanwezigheid van [naam04] van Belchim. Ik heb tijdens die gesprekken vernomen dat [eiseres01] aardappelen zou leveren aan Lidl van het oogstjaar 2017, maar dat die waren afgekeurd in verband met de door Lidl gestelde residu-eisen. De eisen van Lidl waren lager dan de toegestane MRL-normen. (…) Voordat [naam12] de kwestie van de overschrijding van de residunormen bij ons aan de orde stelde had ik nog nooit van dergelijke klachten gehoord. Wij werken denk ik al sinds ongeveer 2005, in elk geval vanaf het moment dat het in Nederland op de markt is gekomen, met het product teppeki en wij hebben in al die jaren, tot de kwestie bij [eiseres01] ging spelen, nooit iets vernomen over overschrijdingen van wettelijke dan wel contractuele residunormen op welk product dan ook, dus ook niet met betrekking tot aardappelen. Vanaf 2018 heb ik wel gehoord dat er meerdere gevallen zijn geweest waarbij overschrijdingen zijn geconstateerd van contractuele residunormen van teppeki op tafelaardappelen en mogelijk ook op bovenmaatse pootaardappelen. Ik weet niet of die gevallen betrekking hadden op de oogst van 2017 of van 2018. Er was in elk geval geen sprake van overschrijdingen van de wettelijke MRL.
Voordat deze kwestie ging spelen wist ik ook niet dat Lidl een norm van 33% van de MRL hanteerde. In 2017 speelde die contractuele strengere normen in Nederland ook nog helemaal niet in de akkerbouw. (…) Het was mij, voordat deze kwestie ging spelen ook niet bekend dat [eiseres01] zijn aardappelen aan Lidl zou gaan leveren.”
De verklaring van [naam05] (hierna: [naam05] ) luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik heb vanaf ik dacht 1997, in ieder geval vanaf de start van mijn bedrijf tot 2017 een zakelijke relatie gehad met de firma [eiseres01]-Maes. Ik leverde in die periode met mijn bedrijf gewasbeschermingsmiddelen aan hen en adviseerde ook op dit gebied. (…) Ik heb zelf het middel teppeki nooit aan [eiseres01] geadviseerd en geleverd. (…) Voor 2017 heb ik het middel wel aan andere telers geadviseerd en geleverd. Ik had daar goede ervaringen mee, in die zin dat ik er nooit problemen mee heb ondervonden. (…) Ik heb nooit iets van afnemers/telers gehoord over overschrijdingen van residunormen met dit middel. Eind september begin oktober 2017 vernam ik voor het eerst van [eiseres01] dat het aangetroffen residu van het middel teppeki op zijn aardappelen aan de hoge kant was. (…) Behalve van [eiseres01] heb ik van geen enkele van mijn afnemers soortgelijke berichten gehad over overschrijdingen van residunormen.
Ik heb eind 2017, begin 2018 van [eiseres01] vernomen dat de wijze van vaststellen van het residu in laboratoria is veranderd. Daarna heb ik daar ook nog over gelezen. Voor die tijd wist ik dat niet.”
De verklaring van [naam06] (hierna: [naam06] ) luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik was tot eind 2018 technical accountmanager bij Belchim. Vanuit die hoedanigheid heb ik in 2016 of 2017 contact gehad met [naam12] in verband met een door hem gemeld residuprobleem met betrekking tot het middel teppeki. (…)
Voor de opmerking van [eiseres01] hebben wij bij Belchim nooit eerder opmerkingen gehad over residuproblemen van teppeki op tafelaardappelen. Wel hebben wij, ik dacht in 2015/2016, opmerkingen gekregen over residuen van het middel teppeki op pootaardappelen. Dat is een heel ander product. (…) De teelt van pootaardappelen is echter niet te vergelijken met de teelt van tafelaardappelen omdat bij pootaardappelen vaak meerdere bestrijdingsmiddelen worden gecombineerd. Die middelen kunnen elkaar beïnvloeden. Wij hebben uit de opmerkingen met betrekking tot pootaardappelen niet geconcludeerd dat de toepassing van alleen het middel teppeki tot te hoge residuwaardes had geleid.
Na de opmerking van [eiseres01] hebben wij bij Belchim nog wel enkele opmerkingen gehad over residuen van teppeki op tafelaardappelen, maar dat waren er hooguit tien. (…) Naar aanleiding van die opmerkingen is in 2018 volgens mij wel een aangepast advies gekomen vanuit Belchim voor de toepassing van het middel teppeki bij tafelaardappelen. Dit had ook te maken met de gewijzigde meetmethodes door laboratoria die inmiddels bekend waren geworden. Er is toen naar de klanten in Nederland gecommuniceerd dat ze hierop bedacht moesten zijn indien er sprake was van een bovenwettelijke residueis bij tafelaardappelen.”
De verklaring van [naam04] (hierna: [naam04] ) luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik was in de periode dat deze kwestie speelde, namelijk in 2017/2018, werkzaam bij Belchim en verantwoordelijk voor de verkoop in Nederland. (…) In voornoemde periode is bij ons een klacht binnengekomen van [eiseres01]-Maes in verband met de overschrijding van een contractuele residueis van het middel teppeki op tafelaardappelen. (…) Voor deze klacht van [eiseres01] hadden wij bij Belchim niet eerder klachten gehad over de overschrijding van residunormen van het middel teppeki op tafelaardappelen. Ik weet nog wel dat in die zelfde periode ook een discussie speelde over het residu van teppeki op pootaardappelen. Ik weet niet meer of dat voor of na de klacht van [eiseres01] was. Dit betrof echter een geheel andere markt. Omdat pootaardappelen ook wel als consumptieaardappelen worden verkocht kregen de telers ook te maken met de strengere norm die Lidl stelde. Ik weet dat die norm 33% is van de MRL en dat andere afnemers weer andere normen hanteren. Belchim moet er echter voor zorgen dat het product aan de MRL voldoet en dat is het geval.”
De verklaring van [naam07] (hierna: [naam07] ), technisch directeur bij Van Iperen, luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik heb geen specifieke kennis van de toepassing van teppeki op tafelaardappelen. Ik weet wel dat rond het jaar 2017 in de fruitteelt bij telers zorgen waren gerezen over de strengere residueisen die afnemers stelden op het gebied van gewasbescherming in het algemeen, niet specifiek met betrekking tot teppeki. Zo stelde Lidl de eis dat het residu op/in de producten niet hoger mocht zijn dan 33% van de MRL. (…) Voor dat de kwestie bij [eiseres01]-Maes ging spelen hebben mij nog nooit signalen bereikt over problemen met residu op aardappelen, dus ook niet op tafelaardappelen.”
De verklaring van [naam08] (hierna: [naam08] ), verkoper bij HZPC, luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Het is mij bekend dat in het najaar van 2016 problemen zijn gerezen met de hoeveelheid residu van het middel teppeki op een partij afgekeurde pootaardappelen. Deze aardappelen waren bestemd voor een supermarkt, maar uit de residuanalyses die wij hadden laten verrichten bleek dat het residuniveau veel te hoog was, ik dacht 180% van de MRL. Hierna hebben wij meerdere partijen van diverse andere telers laten onderzoeken. Dit betroffen ook voornamelijk pootaardappelen. (…) We hebben toen meerdere overschrijdingen van de MRL aangetroffen. Bij de pootaardappelen was dat, voor zover wij toen nog hebben kunnen meten, het geval bij ongeveer 1/3 van de partijen. Bij de aardappelen die als consumptieaardappel waren geteeld hebben wij in dat jaar ongeveer drie gevallen gezien waarbij de MRL eveneens was overschreden. Voor zover ik weet betroffen die gevallen wel telers die naast consumptieaardappelen ook pootaardappelen teelden. In de praktijk bespuiten die telers de naast elkaar gelegen percelen vaak tegelijkertijd.
Naar aanleiding van onze bevindingen hebben wij eind 2016 contact opgenomen met Belchim. Op 12 januari 2017 heeft vervolgens een gesprek plaatsgevonden met [naam06] van Belchim en een collega van hem. Daarbij was ik aanwezig en mijn collega [naam09] . Dit gesprek ging over de geconstateerde overschrijdingen op afgekeurde pootaardappelen. Nu ik dit nog eens terug hoor voeg ik daaraan toe dat het ging om alle door ons geconstateerde overschrijdingen, dus ook die op de als consumptieaardappelen geteelde aardappelen. Wij hebben toen onze bevindingen besproken maar dit heeft voor Belchim geen aanleiding gegeven om het advies ten aanzien van teppeki aan te passen. (…)
In 2017 zijn nog meer gevallen aan het licht gekomen waarbij sprake was van overschrijdingen van de MRL. Dat ging in ieder geval in een geval om aardappelen die als consumptieaardappelen geteeld waren. Het residuniveau betrof toen dacht ik 140% van de MRL. In de andere gevallen ging het om pootaardappelen. (…) Eind 2017 begin 2018 hebben wij nog een keer een gesprek gehad met Belchim. Toen hebben we onder andere gesproken over de nieuwe meettechnieken. In het voorjaar van 2018 heeft Belchim vervolgens haar advies aan telers voor het gebruik bij teppeki bij consumptieaardappelen aangepast naar een lagere dosering en toepassing eerder in het seizoen.
(…)
Op vragen van mr. van Buuren-Evers antwoord ik als volgt:
Ik was van ongeveer het jaar 2014 bekend met het feit dat Lidl een norm hanteerde van 33% van de MRL. Volgens mij was dat in de branche algemeen bekend. Ik ben ook bekend met de normen van andere supermarkten.”
De verklaring van [naam10] (hierna: [naam10] ), luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ik werk voor het bedrijf Van Wesemael B.V. (…) In het verleden zijn er heel sporadisch te hoge residuwaardes gemeten van teppeki op aardappelen. Het betrof dan overschrijdingen van de MRL in de periode voor 2016/2017. Voor zover ik weet ging het eigenlijk alleen om bovenmaatse pootaardappelen. (…) Ik kan mij geen gevallen herinneren van voor 2017 dat er problemen waren met de overschrijding van de MRL bij tafelaardappelen die als dusdanig geteeld werden. Als er al sprake was van een overschrijding dan betrof het een strengere contractuele norm en niet de MRL of bovenmaats pootgoed dat als consumptieaardappel verkocht werd.”

3..Het geschil

3.1.
[eiseres01] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. Voor recht te verklaren dat Van Iperen is tekortgeschoten ten opzichte van [eiseres01] in de nakoming van haar zorgplicht en dat Van Iperen aansprakelijk is voor de daardoor door [eiseres01] geleden schade;
2) Voor recht te verklaren dat Belchim onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van [eiseres01] en dat Belchim aansprakelijk is voor de daardoor door [eiseres01] geleden schade;
3) Van Iperen en Belchim hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiseres01] van € 174.360,06 als door [eiseres01] geleden schade, althans tot vergoeding van de schade als nader op te maken bij staat;
4) Van Iperen en Belchim hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiseres01] van de wettelijke rente over € 174.360,06, te rekenen vanaf 8 juli 2018, althans vanaf datum sommaties, althans vanaf datum dagvaarding;
5) Van Iperen en Belchim hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 3.047,51 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
6) Van Iperen en Belchim hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding, inclusief de nakosten en vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Van Iperen voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres01] in de proceskosten, met inbegrip van de kosten van het voorlopig getuigenverhoor en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.3.
Belchim voert eveneens verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres01], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres01], met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres01] in de proceskosten, waaronder advocaatkosten, verschotten en nakosten, alsook in de kosten van het voorlopig getuigenverhoor, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

Bevoegdheid rechtbank

4.1.
Ten aanzien van de vorderingen die [eiseres01] tegen Van Iperen heeft ingesteld, is geen sprake van een internationale zaak. Hoewel Van Iperen niet is gevestigd binnen het arrondissement van deze rechtbank, heeft zij geen beroep op de relatieve onbevoegdheid van deze rechtbank gedaan zodat de rechtbank zich op grond van artikel 110 lid 1 Rv bevoegd acht kennis te nemen van de tegen Van Iperen ingestelde vorderingen.
4.2.
Voor zover de vorderingen gericht zijn tegen Belchim, is wel sprake van een internationale zaak. Belchim is immers in België gevestigd. De rechtbank moet daarom ambtshalve beoordelen of zij internationaal bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen tegen Belchim. Belchim is verschenen in de procedure, wat op grond van artikel 26 EEX II Vo kan worden beschouwd als een stilzwijgende aanvaarding van de bevoegdheid van deze rechtbank en dus als een aanwijzing van deze rechtbank als het bevoegde gerecht. Bovendien heeft Belchim tijdens de mondelinge behandeling expliciet te kennen gegeven geen bevoegdheidsverweer te voeren. De rechtbank is daarom internationaal bevoegd kennis te nemen van de door [eiseres01] tegen Belchim ingestelde vorderingen.
Inhoudelijke beoordeling
4.3.
[eiseres01] legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
[eiseres01] heeft haar consumptieaardappelen op 17 juni 2017 bewerkt met Teppeki op de daarvoor voorgeschreven wijze. Na de oogst van de consumptieaardappelen tussen 24 september en 5 oktober 2017 heeft [eiseres01] vastgesteld dat zij haar oogst niet kon verkopen aan haar enige afnemer Lidl wegens een overschrijding van de met Lidl overeengekomen residu-norm. Die overschrijding valt te relateren aan het gebruik van Teppeki. Omdat [eiseres01] haar oogst niet kon verkopen aan Lidl, heeft [eiseres01] schade geleden. Van Iperen en Belchim zijn aansprakelijk voor deze schade. [eiseres01] stelt hiertoe per partij het volgende.
4.3.1.
Van Iperen
Vanaf medio 2016 was er in de aardappelbranche kennis aanwezig dat de MRL en de contractuele residu-normen bij een juist gebruik van Teppeki werden overschreden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres01] toegelicht dat de oorzaak hiervan is dat begin 2016 de wijze waarop laboratoria monsters analyseren is gewijzigd. Door monsters die zijn genomen van partijen aardappelen op een andere manier te analyseren, werd er een hoger residu van Teppeki op de aardappelen aangetroffen. In eerste instantie ging het om een overschrijding van de MRL bij pootaardappelen, maar later ontstonden er vergelijkbare problemen bij consumptieaardappelen. Van Iperen was hiervan op de hoogte, althans had hiervan op de hoogte moeten zijn, omdat Vincotte naar aanleiding van de door haar geconstateerde overschrijding van de MRL bij [naam13] en andere meldingen van de overschrijding van de MRL de Brancheorganisatie Akkerbouw heeft geïnformeerd. [naam11] heeft namens de Brancheorganisatie Akkerbouw aan [eiseres01] bevestigd dat de organisatie op de hoogte was van overschrijdingen van de MRL in 2016 en ook uit de e-mail van [naam01] volgt dat er partijen aardappelen waren die overschrijdingen kenden van 200% van de MRL. Verder volgt uit de verklaring van de adviseur van Van Wesemael, [naam10] , dat hij medio 2016 en 2017 op de hoogte was van overschrijdingen van de MRL bij een juist gebruik van Teppeki. Reeds daarom had Van Iperen als adviseur van [eiseres01] niet althans anders moeten adviseren over het gebruik van Teppeki. Dit geldt te meer nu een werknemer van Van Iperen zetelde in het bestuur van de geïnformeerde Brancheorganisatie Akkerbouw in 2017. Daarnaast geldt dat Van Iperen ervan op de hoogte was dat [eiseres01] met haar enige afnemer van consumptieaardappelen, Lidl, een contractuele residu-norm van 0,03 mg/kg was overeengekomen. Van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur mag worden verwacht dat het advies is toegesneden op de situatie van haar klant, in dit geval [eiseres01]. Van Iperen had, gelet op de haar bekende overschrijdingen van de MRL-norm, en wetende dat [eiseres01] een contractuele residu-norm met haar afnemer Lidl was overeengekomen, een lagere dosering Teppeki of een ander gewasbeschermingsmiddel aan [eiseres01] moeten adviseren. Door dat niet te doen, is Van Iperen tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenis.
4.3.2.
Belchim
Reeds in 2016 zijn er overschrijdingen vastgesteld van de MRL bij het gebruik van Teppeki op aardappelen. Die overschrijdingen zijn ook gecommuniceerd aan verschillende vakorganisaties. Naar aanleiding daarvan heeft Belchim geen actie ondernomen. Belchim is in elk geval op 12 januari 2017 door [naam08] mondeling geïnformeerd over de overschrijdingen van de MRL na het gebruik van Teppeki. Vanaf dat moment rustte er op Belchim een plicht om te waarschuwen voor de mogelijke schadelijke gevolgen van het gebruik van Teppeki op poot- en consumptieaardappelen. Een dergelijke waarschuwing heeft Belchim echter nooit gegeven. Door niet te waarschuwen terwijl bij Belchim wel kennis aanwezig was over de overschrijdingen van de MRL, heeft Belchim bewust een gevaarlijke situatie in stand gelaten. Dat valt Belchim te verwijten. Het gevaar was immers kenbaar voor haar. Het nalaten van het geven van een waarschuwing is in strijd met wat volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeert betaamt en daarom onrechtmatig op grond van artikel 6:162 lid 2 BW. Belchim heeft eveneens onrechtmatig gehandeld door een gebrekkig product in het verkeer te brengen.
4.4.
Verweer Van IperenVan Iperen betwist dat al in 2017 bij haar kennis bestond met betrekking tot mogelijke overschrijdingen van de MRL-norm dan wel contractuele residu-normen op consumptieaardappelen bij een correct gebruik van Teppeki.
Voor de destijds bij Van Iperen bekende informatie verwijst zij in dit verband naar de verklaringen van [naam02] , [naam03] en [naam07] , die destijds allemaal bij Van Iperen werkzaam waren. Uit deze verklaringen volgt dat bij Van Iperen op het moment dat zij [eiseres01] adviseerde over het gebruik van Teppeki geen bekendheid of kennis bestond met betrekking tot eventuele residu-overschrijdingen bij consumptieaardappelen die zouden voortvloeien uit het gebruik van Teppeki. Het was bij Van Iperen evenmin bekend dat [eiseres01] haar consumptieaardappelen uitsluitend aan Lidl leverde en dat zij met Lidl een strengere residu-norm was overeengekomen. [eiseres01] heeft ook geen enkele mededeling aan Van Iperen gedaan hierover. Noch door Belchim noch door andere partijen of instellingen zijn vóór medio 2017 mededelingen aan Van Iperen verstrekt met betrekking tot mogelijke residu-overschrijdingen. Uit de hiervoor genoemde en overige getuigenverklaringen (zie de verklaringen van [naam05] , [naam06] en [naam04] ) blijkt ook dat het in 2017 in de aardappelbranche in het algemeen niet bekend was dat het gebruik van Teppeki op consumptieaardappelen zou kunnen leiden tot overschrijdingen van wettelijke en/of contractuele residu-normen. Over de gewijzigde analysemethode van monsters waaraan [eiseres01] refereert, merkt Van Iperen op dat vanaf 2016/2017 veel twijfel is ontstaan over de analyses die uiteenlopende instellingen verrichtten. Zo heeft [naam06] verklaard dat de uitslagen van de door laboratoria op monsters uitgevoerde analyses zeer wisselend waren en ook [naam04] heeft verklaard dat de betrouwbaarheid van de analyses te wensen overliet. Pas in 2019-2020 is in algemene zin aan het licht gekomen dat gebruik van Teppeki op tafelaardappelen onder omstandigheden kon leiden tot residu-problemen.
4.5.
Verweer Belchim
Nu [eiseres01] in juni 2017 Teppeki heeft gebruikt die tot de door haar gestelde schade heeft geleid, moet – om te bepalen of er een waarschuwingsplicht voor Belchim was – gekeken worden naar de informatie die in juni 2017 bij Belchim bekend was. En dus niet naar informatie van na die datum. Belchim betwist dat zij in juni 2017 bekend was met enige MRL-overschrijding bij gebruik van Teppeki op consumptieaardappelen. In 2016 zijn weliswaar sporadisch wat meldingen binnengekomen ten aanzien van overschrijdingen bij pootaardappelen, maar nooit ten aanzien van consumptieaardappelen. Dat Belchim destijds niet op de hoogte was of behoorde te zijn van enig gebrek van Teppeki blijkt onder andere uit het feit dat Teppeki is toegelaten tot de markt na onderzoek voor gebruik conform gebruiksaanwijzing op consumptieaardappelen. De producent heeft uitvoerig onderzoek gedaan ten behoeve van Teppeki bij gebruik op consumptieaardappelen voordat het op de markt werd gebracht omdat dit onderdeel is van de toelatingsprocedure. Vervolgens is de toelating verkregen. Daarmee staat vast dat het gebruik van Teppeki veilig was. Nu bovendien tussen partijen vast staat dat de aardappelen die in juni 2017 door [eiseres01] zijn behandeld voldeden aan de MRL-norm en dus verkocht konden worden aan de consument, bestond er geen waarschuwingsplicht voor Belchim en is er dus ook geen sprake van een door Belchim jegens [eiseres01] gepleegde onrechtmatige daad.
Als [eiseres01] zich contractueel verbindt aan Lidl om tafelaardappelen te leveren met een lagere residu-waarde dan de MRL, dan is het aan [eiseres01] om ervoor te zorgen dat de afgesproken residu-waarde niet wordt overschreden. Dit geldt te meer nu Belchim er niet mee bekend was dat [eiseres01] Teppeki gebruikte op consumptieaardappelen die zij voornemens was aan Lidl te leveren, dat Lidl een strengere contractuele residu-eis hanteerde dan de MRL en dat [eiseres01] haar gebruik van Teppeki daar niet op aangepast had. Ter zake kan Belchim geen enkel verwijt worden gemaakt.
4.6.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4.7.
Om de door [eiseres01] gevorderde verklaringen voor recht toe te kunnen wijzen, moet vast komen te staan dat voorafgaand aan het advies van Van Iperen aan [eiseres01] en de verstrekking van Teppeki door Belchim aan [eiseres01], allebei in juni 2017, voor Van Iperen en voor Belchim bekend was of bekend had moeten zijn dat het gebruik van Teppeki op consumptieaardappelen leidde tot, kort gezegd, overschrijdingen van de MRL en/of contractuele residu-normen. [eiseres01] onderbouwt haar stelling dat Van Iperen en Belchim hiervan destijds op de hoogte waren met een rapport van Vincotte van 22 november 2016, waarvan de inhoud bij de brancheorganisatie Akkerbouw bekend zou zijn, in combinatie met de stelling dat [naam11] aan [eiseres01] heeft bevestigd dat de brancheorganisatie in 2016 inderdaad hiermee bekend was (en dat vanaf toen Van Iperen dus ook op de hoogte was nu een werknemer van haar in 2017 zetelde in het bestuur van deze organisatie), de e-mail van [naam01] en de verklaring van [naam08] . Voor haar stelling dat Van Iperen en Belchim wisten van de strengere contractuele norm die door Lidl werd gehanteerd voor aardappelen, verwijst [eiseres01] naar de uitgave van Fruitpunt in 2016.
4.8.
Het rapport van Vincotte kan [eiseres01] niet baten. Weliswaar volgt uit het rapport dat op de onderzochte partij aardappelen 0,12 mg/kg Flonicamid is aangetroffen in plaats van de MRL van 0,09 mg/kg, maar tussen partijen is niet in geschil dat het rapport betrekking heeft op pootaardappelen en niet op consumptieaardappelen. Van Iperen heeft in dit verband onweersproken aangevoerd dat aan (incidentele) overschrijdingen van residu-limieten bij pootaardappelen in beginsel geen betekenis toekomt omdat, zoals ook volgt uit de verklaring van [naam06] , bij pootaardappelen vaak meerdere bestrijdingsmiddelen gecombineerd worden die elkaar kunnen beïnvloeden. Dat Vincotte de Brancheorganisatie Akkerbouw heeft geïnformeerd over de overschrijdingen van de MRL, kan derhalve niet dienen ter onderbouwing van de stelling van [eiseres01] dat in de aardappelbranche (en daarmee bij Van Iperen) in 2017 kennis aanwezig was over overschrijdingen van de MRL (en/of de contractuele residu-normen) op consumptieaardappelen. [eiseres01] heeft weliswaar nog gesteld dat het rapport van Vincotte moet worden gelezen in combinatie met de verklaring van [naam08] uit welke verklaring volgens [eiseres01] volgt dat er naast overschrijdingen van de MRL op pootaardappelen ook bij consumptieaardappelen sprake was van overschrijdingen, maar gelet op wat hierna over de verklaring van [naam08] wordt overwogen, passeert de rechtbank deze stelling. Nog afgezien hiervan, geldt dat - anders dan [eiseres01] stelt - niet is komen vast te staan dat [naam11] in 2016 de brancheorganisatie Akkerbouw over residu-overschrijdingen heeft geïnformeerd. Uit de verklaring van [naam11] als getuige kan enkel worden opgemaakt dat hij in 2019 de brancheorganisatie heeft geïnformeerd.
4.9.
[eiseres01] verwijst ter onderbouwing van haar stelling dat Belchim is geïnformeerd over overschrijdingen van de MRL nog naar de e-mail van [naam01] van Spriet Aardappelen aan [eiseres01] van 13 maart 2018. Uit deze e-mail kan echter op geen enkele wijze worden opgemaakt wanneer Spriet Aardappelen Belchim heeft geïnformeerd over de residuproblemen. Aldus kan deze mail niet dienen ter onderbouwing van de stelling van [eiseres01] dat er vóór 2017 residu-problemen met consumptieaardappelen speelden en dat Van Iperen en/of Belchim hiervan op de hoogte waren.
4.10.
Wat betreft de verklaring van [naam08] is de rechtbank van oordeel dat deze noch op zichzelf, noch in combinatie met het rapport van Vincotte, voldoende onderbouwing is voor de stelling van [eiseres01] dat Van Iperen en Belchim vóór juni 2017 op de hoogte waren van de overschrijdingen van wettelijke en/of contractuele residu-normen bij consumptieaardappelen. Tegenover de verklaring van [naam08] staan immers veel verklaringen van andere getuigen waaruit volgt dat men in de markt, en dus ook bij Van Iperen en Belchim, destijds niet bekend was met residu-problemen bij consumptieaardappelen. Zo verklaart [naam02] dat hij [eiseres01] half juni 2017 heeft geadviseerd om 160 gram per hectare Teppeki te gebruiken en dat hij er niet mee bekend is dat dit in de jaren vóór 2017 tot problemen heeft geleid in verband met MRL-overschrijdingen. De verklaring van [naam03] sluit bij deze verklaring aan. [naam03] had voorafgaand aan de melding van [eiseres01] dat sprake was van overschrijding van de residu-normen, nog nooit van dergelijke klachten gehoord. Ook [naam05] heeft ten aanzien van Teppeki voor oktober 2017 nooit van afnemers/telers over overschrijdingen van residu-normen gehoord. [naam06] en [naam04] verklaren eveneens dat Belchim, voorafgaand aan de klacht van [eiseres01] over overschrijding van een contractuele residu-eis, niet eerder klachten over overschrijding van Teppeki op tafelaardappelen heeft gehad. Uit de verklaring van [naam07] volgt slechts dat hij er van op de hoogte was dat rond 2017 bij fruittelers zorgen waren gerezen over de strengere residu-eisen die afnemers stelden op het gebied van gewasbescherming in het algemeen, niet specifiek met betrekking tot Teppeki. En dus ook niet met betrekking tot consumptieaardappelen.
4.11.
Uit de verklaringen van [naam03], [naam05] , [naam06] , [naam04] en [naam07] leidt de rechtbank af dat de melding van [eiseres01] in het najaar van 2017 blijkbaar een van de eerste signalen in de markt van consumptieaardappelen was dat door een andere wijze van testen er sprake was van overschrijding van enige residu-norm (MRL of contractueel) bij consumptieaardappelen. Uit de verklaring van [naam06] volgt daarnaast dat Belchim na de opmerking van [eiseres01] nog enkele opmerkingen heeft gehad over residu-overschrijdingen van Teppeki op tafelaardappelen en dat Belchim naar aanleiding van die opmerkingen in 2018 haar advies met betrekking tot toepassing van Teppeki op tafelaardappelen heeft aangepast. [naam04] verklaart in dezelfde lijn, namelijk dat Belchim naar aanleiding van de kwestie met [eiseres01] en de gewijzigde meetmethodes van laboratoria het advies voor de toepassing van Teppeki op tafelaardappelen vanaf het seizoen 2018 heeft gewijzigd naar 100 gram per hectare. Een en ander wordt onderschreven door het Akkerbouwbericht van 1 juni 2018 (productie 36 van [eiseres01]). Uit dit bericht volgt dat het etiket van Teppeki voor de teelt van tafelaardappelen is aangepast van 2 naar maximaal 1 toepassing per teelt en dat de dosering is verlaagd van 160 naar 100 gram/ha en dat de aanleiding voor deze wijziging is het verlagen van het risico op overschrijding van de bovenwettelijke MRL-eis van sommige afnemers.
4.12.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet is komen vast te staan, zoals [eiseres01] aan zijn vordering ten grondslag legt, dat voorafgaand aan het advies van Van Iperen aan [eiseres01] en de verstrekking van Teppeki door Belchim aan [eiseres01] in juni 2017 bij Van Iperen en Belchim bekend was dat het gebruik van Teppeki op consumptieaardappelen leidde tot overschrijdingen van enige residu-norm. Evemin is komen vast te staan dat het bekend had behoren te zijn. Dit betekent dat ter zake Van Iperen in het midden kan blijven of zij op de hoogte was van de contractuele residu-normen. Van Iperen was immers niet bekend met overschrijdingen van enige residu-norm. Van Iperen heeft dan ook niet in strijd met haar zorgvuldigheidsplicht gehandeld door het gebruik van Teppeki aan [eiseres01] te adviseren.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering jegens Belchim ook niet wordt toegewezen. Ook ten aanzien van Belchim is niet komen vast te staan dat zij voor juni 2017 op de hoogte was van residu-overschrijdingen op consumptieaardappelen. Bovendien is tussen partijen niet in geschil dat ter zake de aardappelen van [eiseres01] die met Teppeki zijn behandeld, de MRL niet is overschreden. Er bestond voor Belchim, zoals zij terecht aanvoert, dan ook geen waarschuwingsplicht en van een gebrekkig product is evenmin sprake. De gevorderde verklaringen voor recht zullen dan ook worden afgewezen.
4.13.
Nu niet is komen vast te staan dat Van Iperen toerekenbaar is tekort geschoten en Belchim onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres01] is er ook geen grondslag om schadevergoeding tot te wijzen aan [eiseres01]. Ook de daarop betrekking hebben vorderingen zullen dus worden afgewezen.
4.14.
Het bewijsaanbod van [eiseres01] wordt afgewezen. [naam08] en [naam10] , die hij aanbiedt om als getuigen te horen, zijn al gehoord in het voorlopig getuigenverhoor en hun verklaringen zijn reeds meegewogen in de beoordeling. Niet gesteld of gebleken is dat zij bij een volgend verhoor anders zullen verklaren. [eiseres01] biedt verder aan om [naam01] te horen omdat hij uit eigen waarneming kan verklaren over de overschrijdingen van de MRL door gebruik van Teppeki. Zoals blijkt uit het voorgaande gaat het erom op welk moment deze overschrijdingen hebben plaatsgevonden en op welk moment Van Iperen en Belchim hiervan op de hoogte zijn gesteld. Nu het bewijsaanbod niet hierop ziet en bovendien de e-mail van 13 maart 2018 van [naam01] al is meegewogen in de beoordeling, is dit deel van het bewijsaanbod te weinig specifiek om te worden toegewezen. Hetzelfde geldt voor de rest van het zeer ruim geformuleerde bewijsaanbod.
Proceskosten
4.15.
[eiseres01] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Volgens Van Iperen en Belchim vallen daaronder ook de kosten die verband houden met het voorlopig getuigenverhoor. [eiseres01] heeft op dit punt geen stelling ingenomen. Omdat [eiseres01] in de onderhavige procedure in het ongelijk wordt gesteld, zal zij eveneens worden veroordeeld in de proceskosten ter zake het voorlopig getuigenverhoor. Er heeft op 30 januari 2020 een mondelinge behandeling plaatsgevonden in verband met het verzoek van [eiseres01] om een voorlopig getuigenverhoor. Op deze zitting zijn Van Iperen en Belchim vertegenwoordigd geweest door hun advocaat. Nadien hebben op 15 en 29 oktober 2020 de getuigenverhoren plaatsgevonden, waar Van Iperen en Belchim eveneens zijn vertegenwoordigd door hun advocaat.
De kosten aan de zijde van Van Iperen worden begroot op:
- griffierecht € 5.737,00
- griffierecht voorlopig € 656,00
getuigenverhoor
- salaris advocaat € 3.760,00 (2,0 punten x tarief € 1.880,00)
- salaris advocaat voor- € 1.794,00 (3,0 punten x tarief € 598,00)
lopig getuigenverhoor
Totaal € 11.947,00
De kosten aan de zijde van Belchim worden begroot op:
- griffierecht € 5.737,00
- griffierecht voorlopig € 656,00
getuigenverhoor
- salaris advocaat € 3.760,00 (2,0 punten x tarief € 1.880,00)
- salaris advocaat voor- € 1.794,00 (3,0 punten x tarief € 598,00)
lopig getuigenverhoor
Totaal € 11.947,00
Hier kan nog een bedrag bijkomen in verband met nakosten. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres01] in de proceskosten, aan de zijde van Van Iperen tot op heden begroot op € 11.947,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [eiseres01] in de proceskosten, aan de zijde van Belchim tot op heden begroot op € 11.947,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2023.
3078/1582