Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 1 juni 2023, met producties 1 tot en met 36,
- de brief van 7 juni 2023 van BNI, met producties 37 tot en met 39, die tevens een wijziging (aanvulling) van eis inhoudt,
- de akte overlegging producties van AP, met producties 1 tot en met 5,
- de spreekaantekeningen van BNI en AP.
2..De feiten
De opbouw en grondslag van de (geschatte) vordering
Zoals opgenomen in het beslagrekest onder randnummers 2.7 en 2.8 - en onder de randnummers 107 en 108 van de Request for Arbitration (…) laat de exacte hoogte van de vordering van AP zich op dit moment nog lastig begroten. Niettemin heeft AP de vordering voorlopig begroot op (minimaal) € 96.000.000,-, hetgeen uiteenvalt in de navolgende posten:
In de periode tussen september 2022 en februari 2023 leed AP +/-€ 5.730.000,- aan maandelijkse schade (5.730.000 x 6 maanden = 34.380.000,-) als gevolg van de tekortkomingen zijdens BNI, bestaande uit stagnatieschade, vergoeding van kosten van voltooiing van het werk respectievelijk de kosten van herstel door derden van gebreken aan het werk nu AP één en ander noodgedwongen zelf ter hand heeft moeten nemen. Een en ander heeft AP ook uiteengezet in haar beslagrekest van 11 januari 2023.
Over maart en april 2023 vielen voornoemde kosten hoger uit, te weten € 7.053.000,- per maand, derhalve€ 14.106.000,00in totaal.
Daarnaast heeft AP ten onrechte – lees onverschuldigd – respectievelijk € 700.000,-, € 1.146.000,- en € 1.200.000,- (=€ 3.046.000,-) aan BNI betaald voor niet geleverde materialen.
Voorts heeft GU – opdrachtgever van AP – aangekondigd een claim in te dienen bij AP vanwege de (aan BNI toe te rekenen) ontstane vertraging ad €21.000.000,-.
€ 23.500.000,-aan terugbetaling van het uit hoofde van de Vaststellingsovereenkomst door AP aan BNI betaalde bedrag (…). Uit artikel 4 van de Vaststellingsovereenkomst (…) blijkt dat er tegenover de betaling door AP een bedrag van (na verrekening) € 23.500.000,-, BNI vierhonderd werklieden zou inzetten, voor eigen rekening versnellingsmaatregelen zou treffen en op 29 augustus 2022 zou opleveren. Na betaling heeft BNI aan geen enkele voorwaarde voldaan. BNI heeft geweigerd het overeengekomen aantal werklieden in te zetten, BNI heeft geen maatregelen getroffen en BNI heeft niet op 29 augustus 2022 opgeleverd. BNI werkt voltooiing zelfs actief tegen. Air Products vordert derhalve na ontbinding terugbetaling van het bedrag ter zake waarvan BNI geen enkele prestatie van waarde heeft geleverd die enige waarde vertegenwoordigt.
3..Het geschil
4..De beoordeling
de voorzieningenrechter begrijpt de betaling onder de settlement agreement), costs and damages resulting from the termination of the agreements en compensation for legal costs” (waarover hierna meer).
Daarnaast geldt dat derdebeslagenen naar aanleiding van het gelegde beslag in het kader van het beslagverlof van 16 januari 2023 hebben verklaard geen gelden aan BNI verschuldigd te zijn en AP derhalve onvoldoende doel trof”bovendien de voorzieningenrechter misleid en ten onrechte niet meegedeeld dat al bekend was dat de met het eerste verlof gelegde beslagen doel hadden getroffen en voor welke bedragen.
1.619,00