ECLI:NL:RBROT:2023:5755

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
10367069 CV EXPL 23-869
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugbetaling van niet-geleverde diensten en de toepasselijkheid van algemene voorwaarden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en gedaagde over de terugbetaling van een bedrag in verband met niet-geleverde diensten. Eiseres had een overeenkomst gesloten met gedaagde voor een party-arrangement en een bruidsarrangement, maar na annulering van de boeking heeft gedaagde het betaalde bedrag niet terugbetaald. Eiseres vorderde een totaalbedrag van € 982,99, inclusief buitengerechtelijke kosten en rente. Gedaagde betwistte de vordering en verwees naar de algemene voorwaarden die bij een late annulering kosten in rekening zouden brengen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres recht heeft op terugbetaling van het door haar betaalde bedrag van € 831,98, omdat de algemene voorwaarden niet op de juiste wijze aan haar zijn aangeboden. Hierdoor zijn deze voorwaarden niet van toepassing verklaard. De rechter heeft ook geoordeeld dat de buitengerechtelijke incassokosten niet vergoed kunnen worden, omdat niet aan de voorwaarden voor vergoeding is voldaan. De wettelijke rente over het te betalen bedrag is toegewezen, evenals de proceskosten die gedaagde moet vergoeden.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat gedaagde onmiddellijk moet betalen, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van eiseres vastgesteld op € 476,67, inclusief de kosten voor de gemachtigde. Dit vonnis benadrukt het belang van correcte communicatie over algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Locatie Dordrecht
zaaknummer: 10367069 CV EXPL 23-869
datum uitspraak: 15 juni 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres,
gemachtigde: [naam01],
tegen
[gedaagde01], die handelt onder de naam [handelsnaam01] ,
woonplaats: [woonplaats02] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 21 februari 2023, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de brief van 4 mei 2023, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling.
1.2.
Op 19 mei 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: [eiseres01] en [gedaagde01] . Ook aanwezig waren [naam02] en [naam03] , de echtgenoot en zus van [eiseres01] .

2..De feiten

2.1.
Tussen [eiseres01] en [gedaagde01] is een overeenkomst tot stand gekomen voor een party-arrangement op 2 september 2022 (€ 180,-), een bruidsarrangement op 3 september (€ 450,-) en extra diensten, voor een totaalbedrag van € 831,98 inclusief BTW. [eiseres01] heeft op 2 augustus 2022 een aanbetaling gedaan van € 200,-.
2.2.
Bij factuur van 16 augustus 2022 heeft [gedaagde01] het restantbedrag van € 631,98 inclusief BTW in rekening gebracht. Op 28 augustus 2022 heeft [eiseres01] € 632,- aan [gedaagde01] betaald.
Dezelfde dag heeft [gedaagde01] aan [eiseres01] het volgende bericht:
“Na ons telefonisch gesprek ga ik bij nader inzien de party boeking vanvrijdag 2september 2022 aanpassen naar een bruidsarrangement. Dit omdatvrijdag 2sept jouw Mehndi & bhatwaan plaatsvind, dit valt onder een bruidsarrangement ongeacht locatie van het feest. 2-daagse bruidsarrangement bedraagt € 850, je hebt € 630 betaald dat wil zeggen dat er nog een verschil van € 220 dient betaald te worden.”
2.3.
[eiseres01] is met deze aanpassing niet akkoord gegaan. Na tussenkomst van de zus van [eiseres01] heeft [gedaagde01] het bedrag aangepast naar € 300,- (voor een ‘pakket op maat’). Hierop heeft [eiseres01] op 29 augustus 2022 als volgt gereageerd:
“Nog vind ik het voor de gelegenheid die gaat plaatsvinden € 300 teveel. Ik zou het graag willen laten op zaterdag en vrijdag annuleren.”
2.4.
Op 30 augustus 2022 heeft [eiseres01] aan [gedaagde01] het volgende bericht:
“Aangezien ik nog niks heb gehoord en het huwelijk over 3 dagen plaats gaat vinden, wil ik de boeking voor zaterdag ook annuleren. Ik heb hier geen goed gevoel meer bij.”
2.5.
In reactie op dat bericht heeft [gedaagde01] verwezen naar algemene voorwaarden.

3..Het geschil

3.1.
[eiseres01] eist samengevat:
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 982,99 met rente;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 831,98 en buitengerechtelijke kosten van € 151,01.
3.2.
[eiseres01] baseert de eis op het volgende. Na annulering van de boeking is [gedaagde01] in gebreke gebleven met terugbetaling van het door [eiseres01] betaalde bedrag van € 831,98. [eiseres01] en haar gemachtigde hebben [gedaagde01] meerdere keren de mogelijkheid gegeven om te betalen of een betalingsregeling te treffen. [gedaagde01] heeft tot op heden niets terug betaald aan [eiseres01] .
3.3.
[gedaagde01] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Er is volgens [gedaagde01] een contract gesloten waarna discussie is ontstaan over de hoogte van de prijs voor de te leveren diensten. [eiseres01] wilde volgens [gedaagde01] een andere dienst afnemen wegens lagere kosten dan de daadwerkelijke dienst voor haar gelegenheid, namelijk een bruidsarrangement. [gedaagde01] vindt dat ze [eiseres01] voldoende gelegenheid heeft gegeven om de boeking tijdig om te zetten dan wel te annuleren. De boeking is uiteindelijk drie dagen van te voren op grond van ongeldige argumenten afgezegd. [eiseres01] is tijdens de aanbetaling in kennis gesteld van de bedrijfsvoorwaarden/algemene voorwaarden en is na de annulering nogmaals op deze voorwaarden gewezen. Volgens die voorwaarden worden bij een late annulering de kosten alsnog in rekening gebracht. [gedaagde01] was bereid het geschil onderling te regelen en de wederzijdse kosten te laten vervallen, maar [eiseres01] verwacht vergoeding van de door haar gemaakte kosten.

4..De beoordeling

4.1.
Vast staat dat [eiseres01] betaald heeft voor niet-geleverde diensten. Uit de stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat [gedaagde01] in beginsel bereid was tot terugbetaling van het bedrag van € 831,98, maar dat zij bezwaar maakt tegen de bijkomende kosten en de proceskosten. Daarnaast verwijst [gedaagde01] naar de algemene voorwaarden waarin zou staan dat bij een late annulering de kosten alsnog in rekening worden gebracht.
[eiseres01] stelt dat de algemene voorwaarden haar niet bij de totstandkoming van de overeenkomst ter hand zijn gesteld en zij dus geen redelijke mogelijkheid heeft gekregen om kennis te nemen van de algemene voorwaarden.
4.2.
[gedaagde01] was verplicht om de algemene voorwaarden zodanig aan te bieden dat [eiseres01] als consument deze kon raadplegen (artikel 6:233 BW). Omdat [gedaagde01] hier niet aan heeft voldaan, zijn de algemene voorwaarden niet van toepassing. [eiseres01] hoeft daarom niet voor niet-geleverde diensten te betalen. [eiseres01] heeft hierdoor recht op terugbetaling van het door haar betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag zal worden toegewezen.
buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.3.
De buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, omdat niet aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De rente, die [eiseres01] tijdens de mondelinge behandeling heeft beperkt, wordt toegewezen. [eiseres01] heeft genoeg gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde01] dat niet heeft betwist.
proceskosten
4.4.
[gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiseres01] tot vandaag vast op € 130,67 aan dagvaardingskosten, € 214,- aan griffierecht en € 132,- aan salaris voor de gemachtigde van [eiseres01] . Dit is in totaal € 476,67. Voor kosten die [eiseres01] maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 66,- (1/2 punt x € 132,-). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiseres01] te betalen € 831,98 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf 21 februari 2023 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten die aan de kant van [eiseres01] tot vandaag worden vastgesteld op € 476,67, waaronder een bedrag van € 132,00 aan salaris voor de gemachtigde van [eiseres01] .
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Steenderen Koornneef en in het openbaar uitgesproken.
58176