Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiseres 1],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 juli 2022, met 14 producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in deels voorwaardelijke reconventie en verzoek plaatsopneming, met 7 producties;
- de brief van [eiser 1] en [eiseres 1] , waarin zij laten weten dat een plaatsopneming wat hen betreft (nog) niet nodig is;
- de oproepingsbrief van 11 november 2022 van deze rechtbank, waarbij het verzoek om de situatie ter plaatse te bekijken is afgewezen en partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling op 14 december 2022;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 15 tot en met 23;
- de akte uitlaten van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] van 5 april 2023, waarin zij naar voren hebben gebracht dat de na de mondelinge behandeling gestarte mediation niet is geslaagd en dat er een wijziging is in de feitelijke situatie;
- de antwoordakte, tevens houdende vermindering van eis van [eiser 1] en [eiseres 1] .
Ik kan de door u in het Whatsapp-bericht voorgestelde gewijzigde erfafscheiding en het weghalen van het hek – dat gezien de eigendomsverkrijging door verjaring mijn eigendom is – niet accepteren (…)
In ieder geval wijs ik u erop dat het aanbrengen van een erfafscheiding op de erfgrens alleen na overleg met mij en met mijn toestemming kan plaatsvinden. Gelet op het feit dat ter plaatse sprake is van eigendomsverkrijgende (…) verjaring, onthoud ik mijn toestemming voor het wijzigen van de bestaande erfafscheiding dan wel het aanbrengen van een nieuwe erfafscheiding op de erfgrens.”
[ Afbeelding plattegrond met hierin de namen van eisers en gedaagden ]
Ik vorder van u onmiddellijk herstel en terugplaatsing van het hekwerk in de oude of nagenoeg soortgelijke staat.”
3.Het geschil in conventie
primair[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen om de in 2022 door of namens hen geplaatste erfafscheiding binnen twee weken na betekening van het vonnis te (laten) verwijderen en de in 2022 door of namens hen gesloopte erfafscheiding op de oorspronkelijke plaats te (laten) herstellen met materialen, gelijk of gelijkwaardig aan de materialen waaruit de in 2022 verwijderde erfafscheiding bestond, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] niet aan het vonnis voldoen, met een maximum van € 100.000,00,
4.Het geschil in reconventie
primairde betwiste grond binnen vier weken na betekening van het vonnis over te dragen aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] of het eigendomsrecht te leveren op een door de rechtbank te bepalen manier, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat [eiser 1] en [eiseres 1] niet aan deze veroordeling voldoen,
subsidiairtot een vergoeding van € 250,00 per vierkante meter die [eiser 1] en [eiseres 1] hebben verkregen door verkrijgende verjaring en wel tot een totaalbedrag van € 18.250,00 (op basis van 73 vierkante meter);
5.De beoordeling
in conventie en in reconventie
in de nabijheid vande kadastrale erfgrens in 2003 en ook langere tijd daarvoor al een hek stond, hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] niet betwist en staat daarmee vast. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] betwisten wel dat dit hek altijd heeft gestaan waar het tot april 2022 stond en zij betwisten ook dat [eiser 1] het nieuwe hek in 2008 op dezelfde plaats heeft neergezet als het hek dat hij toen heeft verwijderd.
subsidiairin reconventie volgt dat de oppervlakte van de betwiste grond volgens hen 73 vierkante meter is en dus niet (ongeveer) 260 vierkante meter. Van een particulier die een perceel koopt met een kadastrale oppervlakte van 4.315 vierkante meter kan in beginsel niet worden verwacht dat hij zonder concrete aanwijzingen daarvoor op eigen initiatief ontdekt dat het perceel feitelijk 73 vierkante meter – dat is minder dan 1,7% van 4.315 vierkante meter – groter is.
primairwordt daarom toegewezen.
subsidiair– waaraan de rechtbank niet toekomt – dan op vordering 3
primair. Bovendien hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] geen vergoeding gevorderd die specifiek ziet op de situatie waarin vordering 3
primairwordt toegewezen. Los daarvan hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] het hek verwijderd zonder met fotomateriaal of op een andere manier te onderbouwen dat het hek in een slechte staat was, zodat het niet mogelijk is om de staat van het hek nog vast te stellen. Gelet hierop is er ook inhoudelijk geen grond voor toepassing van een aftrek nieuw voor oud (of een vergoeding in dit kader).
- dagvaarding € 129,82
- griffierecht € 314,00
- salaris advocaat